Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » You Can Run, But You Can`t Hide » Chapter Three - His Little Red Riding Hood
You Can Run, But You Can`t Hide
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
26 jan 2012 - 18:12
Aantal woorden:
1094
Aantal reacties:
6
Aantal keer gelezen:
438
Chapter Three - His Little Red Riding Hood
Chapter Three
Je hoorde totaal geen geluidje in het kamp, behalve het gesnurk of ademhaling van slapende mensen.
Alles was heerlijk warm en knus om mij heen, maar dat werd verstoord door geschreeuw.
“Wat bedoel je, jullie zijn je toverstokken kwijt!!”¯ krijste een bekende stem door het bos.
Met een zucht opende ik mijn ogen, kwam langzaam overeind en zag dat de tent leeg was, met geen teken van Scabior.
Stilletjes liep ik naar de flap toe van de tent, knielde erachter neer en luisterde aandachtig
“M-m-maar baas! We konden er niets aan doen... De roodharige joch was gewoon ons te slim af!”¯ piepte een tweede stem angstig.
‘Oh, god nee, Ron!’ dacht ik totaal verbaasd.
“Hij was maar in zijn eentje! Jullie daarin tegen, waren met ze vijven in Merlinsnaam!”¯ schreeuwde Scabior woedend.
“Ma-maar baas!”¯ piepte de tweede stem opnieuw, maar dat had geen nut.
“Avada Kadavra!”¯ en de man zei niets meer.
“Heeft een van jullie nog iets te melden, hmmm?”¯ vroeg Scabior in een dreigende toon en je hoorde de mannen wat mompelen.
Voetstappen stompte naar mijn tent toe en ik vloog snel het bed in.
“Ah, ik zie dat je eindelijk wakker bent, prinses.”¯ vertelde Scabior met nog steeds dezelfde grijns als de vorige keer.
“Nou, ik had je belooft dat we gingen praten of niet soms, prinses?”¯
Met een frons, keek ik hem kwaad aan en zei niets.
Met een lange zucht, pakte hij een stoel en zat naast mijn bed.
“Hm. Ik denk dat je mij misschien kan helpen. Zeg eens eerlijk, ken jij toevallig deze roodharige jongen die mijn mannen zijn tegen gekomen?”¯
“Er zijn zoveel roodharige jongens.”¯ antwoordde ik hem droog terug en hij begon te fronsen.
“Ik heb het over de bloedverader van een Wemel! Dat joch, dat je bevriend mee was op Zwijnstein! Kijk mij niet zo aan, ik weet zo wat alles over jou en je leven, meisje. Nou, ken je hem of niet?”¯
Met mijn kiezen op elkaar, bleef ik hem kwaad aan kijken en zei niets.
“Oh.. Zo we gaan weer zo spelen, prinses? Volgens mij moet ik je herinneren wat er gebeurd, als je mij niet antwoord...”¯ en hij trok langzaam zijn toverstok uit zijn broekzak.
Met grote ogen staarde ik angstig naar zijn stok en keek terug naar zijn gezicht.
“Ah... Zo ik zie dat je het nog herinnerd. Mooi zo. Ik vraag je het nog een keer vriendelijk en dan ben ik niet zo vriendelijk meer als voorheen, prinses. Ken je hem of niet?”¯
Met een brok in mijn keel knikte ik.
“Goed zo, meisje. Ik denk ook dat je weet waar hij is.”¯
“Nee…”¯ hij moest opnieuw fronsen en knikte toch nog.
“Okay. Hier is de deal. Ik geef je drie keuzes, dus luister goed! Als jij mij eerlijk blijf antwoorden, laat ik je gaan.”¯ met grote ogen keek ik hem hoopvol aan, maar dat zakte weer weg van wat hij daarna zei.
“Maar! Als je toch nog blijf liegen, lever ik je in bij Omber. Of! Je sluit bij mij aan als een Snatcher. Dan sowieso moeten we eerst naar dat Omber mens voor toestemming... Nou, Wat is je antwoord prinses?”¯ vroeg hij met nog steeds een grijns.
Fronsend keek ik hem aan, terwijl ik diep na dacht voor een paar seconde en met een zucht antwoordde ik zijn vraag.
“Ik weet het niet, ik weet het echt niet. Ik dacht dat hij samen met de anderen zouden zijn...”¯ mompelde ik, terwijl ik diep in zijn ogen bleef staren.
Het leek wel uren te duren, terwijl we elkaar diep bleven aan kijken, maar Scabior schudde zijn hoofd.
“Oh, prinses. Hoe moet ik je geloven dat je mij niet voorliegt, om vrij te komen?”¯
“Maar ik lieg niet! Echt niet! Geloof me, alsjeblieft...”¯
“Hmm. Ik denk dat ik een idee heb om te zien of je liegt of toch nog de waarheid verteld.”¯ en met wat hij zei liep hij de tent weer uit.
Na geen 2 minuten kwam hij terug gelopen met iemand achter zich aan gelopen.
Met een schrik van mijn leven zag ik wie het was, Fenrir Vaalhaar.
Een weerwolf wies doel is om zoveel mogelijk mensen te besmetten met het wolvenvirus.
De weerwolf was lang met brede schouders en aardig gespierd. Hij had lang zwart haar, donkerder dan de mijne en grote fel blauwkleurige ogen.
Verder hij een brede grijns op zijn gezicht en je kon zijn scherpe tanden zien.
Met grote ogen staarde ik angstig naar Scabior, zoekend naar een verklaring, maar hij grinnikte alleen.
“Fenrir hier. Gaat in plaats van mij, jou overhoren en je hoeft je geen zorgen te maken hoor, prinses. De volle maan komt pas over een paar weken.”¯ legde Scabior uit en liep terug naar de uitgang, maar stopte.
“Oh en Fenrir? Laat haar lichaamsdelen nog intact wil je, want ik wil haar nog steeds levend terug zien.”¯ en verliet de tent.
Moeizaam slikte ik een brok weg door mij keel, terwijl ik langzaam terug staarde naar Fenrir.
Diep starend in zijn fel blauwige ogen dat vol zat met honger en verlangen.
“Wees maar niet bang, mijn kleine Roodkapje. Ik bijt niet, hard.”¯ fluisterde Fenrir met zijn schorre stem, terwijl hij zijn droge lippen nat likte en voor ik het wist was hij op mij af gesprongen.
Met een harde smak viel ik op de koude grond en ik staarde diep in zijn ogen.
Het enigste wat je nog kon horen was mijn gegil van angst en pijn.
~Een half uurtje later~
Scabior kwam binnen de tent gelopen en keek eventjes toe, terwijl je mijn gehuil zachtjes kon horen.
“Fenrir. Dat is genoeg. Ik denk dat ze de waarheid sprak.”¯ vertelde Scabior monotoon, terwijl hij fronsend naar Fenrir`s rug keek.
Met een zware zucht en gemompel ging hij van mij af en stond op.
Hij keek met nog steeds een verlangende blik naar mij richting toe en liep mopperend de tent uit.
Met treurige ogen, keek Scabior naar mij gebroken figuur.
Mijn sweatshirt was helemaal verscheurd en de stukken lagen bijna overal in de tent.
Mijn donkerblauwe blouse wat ik eronder droeg, was door de midden open gescheurd en je kon mijn zwarte bh zien.
Gelukkig was mijn broek nog heel, het had alleen nog scheuren hier en daar.
Mijn gezicht, armen en buik zat helemaal onder de krassen en open wonden van Fenrir`s scherpe nagels.
Ook mijn beide polsen zaten onder blauwe plekken en als je goed keek, kon je hand afdrukken zien.
Mijn nek zat helemaal onder de hickies, de ene was donkerder dan de andere.
Verder had ik nog bijtwonden rond mijn nek en schouders.
Mijn lange zwarte haren zijn onder de klikken en was helemaal door de war, vanwege de stevige grepen.
Over mijn vuurrode wangen stroomde dikke tranen, terwijl ik zachtjes snikte en Scabior angstig aan keek.
“Nou, wat is je antwoord, prinses?”¯ fluisterde Scabior, terwijl bij mijn lichaam neer knielde.
omg
snel verder
stomme vaaralha