Hoofdcategorieėn
Home » De Kronieken van Narnia » The buyed wardrobe » Chapter 17
The buyed wardrobe
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
27 feb 2009 - 0:01
Aantal woorden:
445
Aantal reacties:
1
Aantal keer gelezen:
387
Chapter 17
Chapter 17:
“Wakker worden slaapkoppen.”¯ Zei Rilian. Geeuwend zette Dorien zich recht. “Ik wist niet dat jij zo’n vroege vogel bent hoor!”¯ Geeuwde Dorien. “Inderdaad!”¯ Zeiden Ellen en Edmund tegelijk. “Hé, Aslan is weg!”¯ Merkte Dorien op. “Vannacht ook al hoor.”¯ Zei Ellen. “Hoezo vannacht?”¯ Vroeg Rilian. “Ed had het koud en toen hebben we samen hout op het vuur gelegt.”¯ Zei Ellen “En toen was Aslan ook al weg.”¯ Vulde Edmund aan. “Lekker zeg! Gaat hij over ons waken en dan is ie de hele nacht weg!”¯ Zei Dorien.
“Moeten we niet terug gaan naar het kamp?”¯ vroeg Edmund die dicht tegen Ellen aanzat. “We kunnen beter wachten op Aslan.”¯ Antwoordde Rilian. “Uhu.”¯ Zei Ellen stil. “Wat is er?”¯ Vroeg Edmund. “Ach, het is allemaal zo raar.”¯ Zei Ellen. Dorien knikte. “Nog geen week geleden waren we nog gewoon in België en nu zitten we in Narnia waar ik nog nooit eerder van gehoord had.”¯ Zei Dorien. “België, Waar ligt dat?”¯ Vroeg Rilian. “Weet je dat ni...?”¯ Ellen maakte haar zin niet af. Hij was natuurlijk een Telmarijn die nog nooit buiten Narnia was gegaan. “Dat ligt ver hier vandaan..”¯ Zei Dorien.
“Ik wist niet dat zonen en dochters van Adam en Eva zo vroeg konden opstaan!”¯ Zei Aslan lachend die plots vanuit de bosjes sprong. “Waar was je?”¯ Vroeg Rilian. “Wat ’n vraag!”¯ Zei Aslan. “Sorry!’ Mompelde Rilian. “Wel, ik was even terug naar het kamp om te zien of alles er wel goed ging.”¯ Zei Aslan. “Jullie kunnen me beter volgen, want we gaan terug naar het kamp!”¯ Zei Aslan en ze liepen samen naar het kamp.
Na even lopen kwamen ze aan bij het kamp. “Fris jullie maar even op in die beek daar.”¯ Aslan wees met zijn hoofd naar een ondiepe heldere beek. Ze snelden naar de beek en spetterden meteen elkaar onder. “Die krijg je terug koninkje van mijn voeten!”¯ Schreeuwde Ellen naar Edmund en ze spetterde een hele hoop water naar Edmund. “Dat weten we dan ook weer dat ik een koninkje van jou voeten ben!”¯ Zei Edmund al spelend geïrriteerd. “Puh!”¯ Zei Ellen en ze ging uit het beekje. “Ah jakkes, nu zijn mijn kleren nat!”¯ Jammerde Ellen. “Mijne zijn ook nat.’ Zei Dorien. “We kunnen aan Aslan vragen waar we nieuwe kleren kunnen vinden.”¯ Stelde Rilian voor. “Oké!”¯ Zei Edmund en ze liepen naar Aslan die in het midden van het kamp stond. “Aslan, onze kleren zijn nat!”¯ Zei Ellen. “Vraag aan de bevers of ze nieuwe kleren voor jullie maken. Ze zullen het zeker met alle plezier doen voor jullie.”¯ Zei Aslan. “Dankje!”¯ Zei Ellen tegen Aslan en ze liepen naar de tent waar de bevers zaten te naaien..
“Wakker worden slaapkoppen.”¯ Zei Rilian. Geeuwend zette Dorien zich recht. “Ik wist niet dat jij zo’n vroege vogel bent hoor!”¯ Geeuwde Dorien. “Inderdaad!”¯ Zeiden Ellen en Edmund tegelijk. “Hé, Aslan is weg!”¯ Merkte Dorien op. “Vannacht ook al hoor.”¯ Zei Ellen. “Hoezo vannacht?”¯ Vroeg Rilian. “Ed had het koud en toen hebben we samen hout op het vuur gelegt.”¯ Zei Ellen “En toen was Aslan ook al weg.”¯ Vulde Edmund aan. “Lekker zeg! Gaat hij over ons waken en dan is ie de hele nacht weg!”¯ Zei Dorien.
“Moeten we niet terug gaan naar het kamp?”¯ vroeg Edmund die dicht tegen Ellen aanzat. “We kunnen beter wachten op Aslan.”¯ Antwoordde Rilian. “Uhu.”¯ Zei Ellen stil. “Wat is er?”¯ Vroeg Edmund. “Ach, het is allemaal zo raar.”¯ Zei Ellen. Dorien knikte. “Nog geen week geleden waren we nog gewoon in België en nu zitten we in Narnia waar ik nog nooit eerder van gehoord had.”¯ Zei Dorien. “België, Waar ligt dat?”¯ Vroeg Rilian. “Weet je dat ni...?”¯ Ellen maakte haar zin niet af. Hij was natuurlijk een Telmarijn die nog nooit buiten Narnia was gegaan. “Dat ligt ver hier vandaan..”¯ Zei Dorien.
“Ik wist niet dat zonen en dochters van Adam en Eva zo vroeg konden opstaan!”¯ Zei Aslan lachend die plots vanuit de bosjes sprong. “Waar was je?”¯ Vroeg Rilian. “Wat ’n vraag!”¯ Zei Aslan. “Sorry!’ Mompelde Rilian. “Wel, ik was even terug naar het kamp om te zien of alles er wel goed ging.”¯ Zei Aslan. “Jullie kunnen me beter volgen, want we gaan terug naar het kamp!”¯ Zei Aslan en ze liepen samen naar het kamp.
Na even lopen kwamen ze aan bij het kamp. “Fris jullie maar even op in die beek daar.”¯ Aslan wees met zijn hoofd naar een ondiepe heldere beek. Ze snelden naar de beek en spetterden meteen elkaar onder. “Die krijg je terug koninkje van mijn voeten!”¯ Schreeuwde Ellen naar Edmund en ze spetterde een hele hoop water naar Edmund. “Dat weten we dan ook weer dat ik een koninkje van jou voeten ben!”¯ Zei Edmund al spelend geïrriteerd. “Puh!”¯ Zei Ellen en ze ging uit het beekje. “Ah jakkes, nu zijn mijn kleren nat!”¯ Jammerde Ellen. “Mijne zijn ook nat.’ Zei Dorien. “We kunnen aan Aslan vragen waar we nieuwe kleren kunnen vinden.”¯ Stelde Rilian voor. “Oké!”¯ Zei Edmund en ze liepen naar Aslan die in het midden van het kamp stond. “Aslan, onze kleren zijn nat!”¯ Zei Ellen. “Vraag aan de bevers of ze nieuwe kleren voor jullie maken. Ze zullen het zeker met alle plezier doen voor jullie.”¯ Zei Aslan. “Dankje!”¯ Zei Ellen tegen Aslan en ze liepen naar de tent waar de bevers zaten te naaien..
Kunnen bevers naaien?
YEAH