Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » De Magische Ringen » Kiek kan vliegen
De Magische Ringen
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
27 feb 2009 - 18:56
Aantal woorden:
423
Aantal reacties:
1
Aantal keer gelezen:
348
Kiek kan vliegen
Hij landde naast Aslan. 'Dat ik dit nog mee mag maken, hoogheid! Een levende god ontmoeten. Ik stond er op dat ik het perkament van Koning Korkeel naar u zou brengen. Hij bied u zijn manschappen aan voor de oorlog. En en en zijn dochter gaat binnenkort bevallen. Ze hebben al namen, ze denken dat het een jongen is en willen hem Lune noemen en..' zei het paard bibberend en zenuwachtig. 'Kalm maar, gevleugeld paard. Ik zal het perkament zelf eens lezen in mijn tent maar blijf nog even hier, dan kun je nog iets eten. En trouwens hoe heet je?' onderbrak Aslan hem. 'Wel uhh wel ik heet dus wel ik heet ik ben het dertiende vliegende paard in mijn familie. Ik ben verre zoon van Wiek de eerste maar ik heet Kiek de tweede.' antwoordde hij stamelend. 'Wiek? Dat is lang geleden! Spijtig is hij gestorven, het arme paard. Je zou het vast heel erg goed met hem kunnen vinden' zei Aslan en nam het perkament in zijn muil. Hij liep er mee naar binnen, en na dat Kiek wat brood,gras en klontjes suiker had gegeten kwam hij terug naar buiten. 'Feliciteer Koning Korneel met zijn afstammeling of afstammelingen' zei hij en gaf het perkament terug aan Kiek. Kiek wou nog wat vragen stellen maar zijn buik zat vol dus tilde hij zich moeizaam op en zweefde terug de lucht in. Al snel was hij uit het zicht verdwenen. We gingen gewoon verder met de lessen, dat paardrijden hadden we al snel onder de knie. Philippe, Peters paard en Winne deden helemaal niet lastig als we van hen vielen en lachten er zelfs soms mee. Uiteindelijk werd het avondmaal opgediend en gingen we slapen. Maar na een tijd werden ik en Ellen toch terug wakker. We besloten even langs te gaan bij Lucy en Susan maar ze lagen niet meer in hun tent. We zagen in de verte twee meisjes met een kaars het bos ingaan. Dat waren zij vast! We liepen er zachtjes naar toe en gingen met hun mee. Ze vertelden hun verhaal. 'Ik en Susan zagen Aslan het bos ingaan en we waren ongerust. Toen we juist het bos in gingen kwamen jullie' vertelde Lucy. We zagen in de verte Aslan lopen. Plots stopte hij. Hij draaide zich rond gericht naar ons. 'Wat doen jullie hier, dochters van Eva?' zei hij toen we uiteindelijk bij hem aankwamen. 'We waren ongerust en volgden u' zei Susan. 'Jullie mogen nog even meelopen maar dan moeten jullie teruggaan.' antwoordde hij.
Wordt vervolgd..
<3
Jadis mag Aslan niet doden