Hoofdcategorieën
Home » Een Lied van IJs en Vuur » A Song of Heroic Tales » Proloog
A Song of Heroic Tales
Proloog
De Winter komt. De woorden van de Starks bleven maar in zijn hoofd rondvliegen. Wat was er veel gebeurd deze week. De meester van de Citadel was dood. Waarschijnlijk vermoord door die Stannis. En nu was hij meester. Meester van de Citadel. Wat klinkt dat goed. David ‘Eedbreker’ Hazinghuis liep de trap af. De jongste meester van de Citadel ooit. Slechts drieëndertig jaar was hij. Een groentje, zoals velen zeiden. Een jonge zonder verstand van zaken. Maar toch bleek dat al snel niet te zien. De verrekte koning altijd. Gehoor geven aan een kind. Dacht het niet. Dit gaat vast een leuke vergadering worden. David was uitgenodigd door de kind koning, de koning van twaalf jaar. Zo genaamd de opvolger van zijn vader. Maar ik weet wel beter
David liep de lange trap naar de Markos Veste op. Hier was de vergadering van de kleine raad. De raad werd verkozen door de koning. Maar aangezien hij zo verschrikkelijk stom is moeten wij het rijk regeren David werd gevolg door twee van de konings wachters. Hij kon geen kant uit, niet dat hij dat zou willen. Gehoorzamen moest hij toch al, of hij nou meester van de Citadel was of niet. Zijn antwoord zou waarschijnlijk niet eens belangrijk zijn, maar het volk stond achter hem. En niet achter de kind koning. DE bastaard.
David kwam uiteindelijk bij de veste aan. Hij zag dat hij de laat was, aan het gezicht van de overige leden te zien.
‘Gegroet u allen’ zei David met een zachte zware stem. Hij volgde de raad naar binnen. De spin, een duister persoon. Cersie…de moeder van die kind koning. Peter Baelish, listig persoon. Dat wist hij nog al te goed. Toen hij net in de stad was wist die Baelish het al. Hij kwam al op bezoek in zijn kamer, om hem succes te wensen om Meester van de Citadel te worden. Even later kwam die Spin, midden in de nacht. Hij zei een paar woorden en verdween. De dagen daarna werd hij gevolgd door zowel mensen als kinderen, van De Spin en Baelish waarschijnlijk. Wie weet stuurde Cersie ook wel mensen achter hem aan. Zolang ik dit spelletje blijf spelen is er niks aan de hand
David liep onder de pilaren van de veste door. De pilaren waren gemaakt van Massief wit steen, wat maar op een paar plaatsen in de Zeven Koningrijken te krijgen was. Het was waarschijnlijk onbetaalbaar geweest om dat nu te maken.
‘ David Hazinghuis, als u zo goed wilt zijn om ons te volgen? De gangen kunnen nog wel een verwarrend zijn voor nieuwelingen..’ Nieuwelingen. Dat zeggen de meeste hoge heren, verdoemd zijn ze. Even later kwamen ze in de grote ruimte uit. De muur was versierd met de vlaggen van de verschillende huizen die trouw waren aan de koning, gevolgd door een aantal oude zwaarden. Verroest prut uit het helden tijdperk.
‘David Hazinghuis, zoals je waarschijnlijk wel wist hebben we dringend u hulp nodig’
Goh, dat had ik niet verwacht. Mij helemaal vanuit het Zonnige zuiden komen halen door een stel soldaten om mij naar deze stinkende stad te brengen. ‘Ik ben benieuwd wat de kleine raad mij te zeggen heeft’
Iedereen ging zitten op zijn vaste plek. Aangezien David niet bij deze groep hoorde werd het een beetje krap, uiteindelijk moest hij aan de andere kant zitten. Het leek net een verhoor. Iedereen keek hem strak aan zonder een enkele glimlach op hun gezicht.
‘Op die vraag zullen we later terug komen. Eerst hebben we wat belangrijke dingen te bespreken, Varys?’ riep Cersie met een glimlach.
Varys pakte een stapel documenten. ‘ Liederen van de Kleine Raad, ik heb vernomen dat Stannis zich vasthoud op Drakensteen. Hij verzameld zijn vloot bij zich, waarschijnlijk klaar voor een aanval op Koningslanding. Hij heeft een magiër laten komen. Een vreemd persoon gekleed in rode gewaden uit de landen over de zee..’
‘Hoezeer ik dit nieuws ook bedreigend vind voor onze koning, zou u door willen gaan naar het ‘Koning in het Noorden’ gedeelte?’ onderbrak Cersie hem. Varys keek even rond. Niemand reageerde. Hij vind dat onderbreken van zijn gesprek niet leuk, dat is wel te zien. ‘Maar natuurlijk’
‘Die usurpator…Mijn kleine vogels vertellen vele dingen over hem. Je kan zeggen wat je wil, maar hij heeft wel twintigduizend man achter zich’ Dat laatste gedeelte fluisterde hij bijna tegen de raad.
Pycelle werd wakker. Hij sliep altijd in vergaderingen. Pycelle had vele koningen gediend waarvan hij een van de enigen was die ze allemaal overleefd hadden. ‘Twintigduizend?’ sprak Pycelle met een slaperige stem ‘ Twintigduizend’ zei Varys nogmaals Twintigduizend zwaar bewapende noordelingen die de dood van heer Eddard willen wreken. ‘Waar is mijn vader?’ vroeg Cersie tegen de raad.
Die vader. Altijd die vader van haar. Tywin Lannister was een held in het westen. De man die de Lannisters er bovenop haalde. Hij was waarschijnlijk de beste generaal sinds jaren en had absoluut geen genade. ‘Tywin…’ zei Pycelle Net zoals die andere koningen, vooral Stannis. Stannis doorstond een belegering en at weken niet. Maar hij won… De mensen vonden hem waarschijnlijk een held. En Robert gaf hem een paar kastelen en wat land. Een afdankertje..
‘Hij laat weinig berichten achter’ sprak Varys ‘ Hij gaat richting Harrenhal, nadat delen van zijn leger zijn verslagen en zijn zoon gevangen is genomen’
Jaime Lannister. De klootzak. Dat gele haar van hem, dat zwaard van hem en die uitrusting maakten hem de grootst mogelijke prooi voor die andere koningen. Dat hij zo stom was om zich gevangen te laten nemen.
‘En er is nog iets’ zei Varys ‘ De dwerg komt naar koningslanding’
Even was het stil in de raad. Iedereen keek elkaar aan. Ze keken vooral naar David, aangezien hij tegenover hun zat. Hij zei geen woord, en dat was waarschijnlijk verstandig ook.
‘Waarom?’ vroeg Cersie met een strak gezicht. Die vind dat duidelijk niet leuk ‘Hij vervangt Tywin Lannister als Hand van de Koning totdat hijzelf in staat is om hier te komen’
Dit was het toppunt. Cersie werd boos. ‘ Schrijf mijn vader maar dat hijzelf moet komen, samen met zijn hele leger. Koninglanding staat op het punt om aangevallen te worden. We worden omringt door die Baratheons. Die Renly had een leger van zestigduizend man zei je vorige week, als dat waar is wil ik dat hij meteen komt. Zeg hem dat maar’
‘Mijn koningin…’ sprak Bealish ‘ U vader heeft vast grote plannen, hij zou komen als hij dat nodig acht’ Die stomme Bealish, spreek die Konining niet tegen. Cersie vind dí¡t ook niet leuk..
‘Wat mijn vader nodig acht boeit mij niet’
Even werd er druk gepraat door verschillende mensen. Toen kwam uitgerekend Pycelle er tussen door.
‘Heren..’ sprak Pycelle ‘En Dame, laten wij dit even achterwege laten. David Hazinghuis, u heeft een reis van twee weken achter de rug. U zult zich nu wel willen afvragen waarom u hier bent’
Dat ben ik zeker. Alhoewel ik wel een idee krijg waarom.
‘Ik ben er benieuwd, beste raad’
‘Zoals je waarschijnlijk weet staat een meester van de Citadel in hoog aanzien van zowel de rijke als kleine mensen’ zei Pycelle
‘Daar ben ik mij bewust van’ David schonk nog een keer geen glas wijn in. Van het Pireel.
‘Het zou handig zijn als u, heer. Met mijn toezegging, tegen verschillende mensen zegt dat…’
‘Dat u Koning Joffry steunt’ maakte Baelish de zin af.
Bingo.
‘Dus daarom moest ik hier komen, beste raad? Kon mijn geen raaf gezonden worden?’
‘Een raaf, mijnheer’ begon Varys ‘Zou verloren kunnen raken of nog veel erger verwond. Als de kleine luiden die berichten lezen zou het aanzien van het rijk daardoor aangetast worden’
‘Juist ja, jullie weten welke dat een meester van de Citadel een gelofte aflegt om mens en rijk te dienen en geen..’
‘Kant te kiezen. Dat is ons bekend’ zei Cersie
Een verdomme ondervraging is dit. Ik had kunnen ontsnappen. Maar mijn eed is meer waard dan dit. Die koning is een bastaard
‘Mijn eer en eed staan hierboven. U weet mijn antwoord heren, en dame’
‘Snapt u het niet, heer? Het rijk kan zo veel baard hebben bij een paar simpele woorden. Denkt u eens hoeveel mensen gespaard kunnen worden als ze achter Koning Joffry staan?’
‘Een meester heeft zijn eed. Die verbreek ik niet’
‘Het zei zo, spijtig… spijtig’ Varys leek even getreurd. Wat is er met die man. Wat is er met deze raad? Eens kijken wat er gebeurt.
‘U mag gaan heer’ zei Cersie ‘moge de goden u kracht geven voor de toekomst’
Kracht voor de toekomst. Altijd meegenomen. Ik draai mij om en groet ze en loop weg. Dan ga ik terug naar huis. Naar Amily…
‘Gegroet heren en dame. Ik wens jullie het beste.. ‘
Aan de andere kant werd er wat gemompeld waaruit niks duidelijk kwam. David stond op en liep de kamer uit. Hij durfde niet om te kijken. Bang om de gezichten te zien. Hij opende de poort en liep terug naar de grote hal, zijn oog werd verblind door de felle zon. Rot zon, Rot raad en een zotte koning. Waar gaat dit naartoe..
David wandelde trappen af. Het was druk en het was etenstijd. De wachters liepen terug naar hun eetzaal en de handelaren probeerden nog een laatste stukken brood te verkopen. De markt voor de veste stond vol met mensen. Vooral bedelaren en mensen die heil zochten in het leger. Een soldaat wil iedereen worden in deze tijden. Genoeg voedsel en geld. Een persoon stootte David aan. ‘ Pardon, bent u heer David?’
‘David de grootmeester, ja’
‘Dan is dit voor u’
De man haalde een mes uit zijn buidel en stak in de grootmeesters buik. Het werd zwart voor zijn ogen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.