Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » What the hell happend to me (afgerond) » Hoofdstuk 18: What doesen't kills you makes you (stronger)
What the hell happend to me (afgerond)
Hoofdstuk 18: What doesen't kills you makes you (stronger)
Ik liep samen met Harry naar Het Verboden Bos, het was niet zo'n fijn idee om je dood te gemoet te gaan, dat kan ik je wel vertellen, het is ook geen pretje om door Het Verboden bos te lopen. Dat is ook een feit, het blijft er griezelig, zeker als er elk moment dooddoeners achter bomen konden verschuilen. Harry en ik hadden onze beslissing samen gemaakt en we hadden besloten dat we samen gingen en niet anders, het was dit of niets. Ik was het daar helemaal mee eens. We zeiden geen woord tegen elkaar, de spanning was om te stijgen, maar ja dat kreeg je ervan als de dood je tegen kwam. Ik was benieuwd of Sirius het bericht van Perkamentus al had gekregen en dat werd snel duidelijk. Er sprong wel degelijk iemand achter de bomen vandaan, maar geen vijand, nee mijn geliefde, mijn man Sirius. 'Waar ben je mee bezig?' vroeg hij zachtjes. 'De wereld redden, opnieuw geloof ik', zei ik. Sirius glimlachte en sprak me niet tegen integendeel. Hij vond het moeilijk om een soort van afscheid van mij te nemen, dat kon ik wel zien en natuurlijk vond ik het ook moeilijk om afscheid te nemen van hem en het was lang niet zo moeilijk als het hier beschreven staat, dat is een ding wat zeker is. Ik was doodnerveus van wat er zo ging gebeuren en Harry ook. Sirius die omhelsde mij en Harry. Harry en ik waren nu familie, nou ja soort van, niet biologosich gezien, maar in verbintenis. 'Succes, ik weet ook niet zo goed wat ik moet zeggen', zei Sirius. Ik knikte ten teken dat ik het begreep. 'Je moest een kusje krijgen van Marisol, ze heeft een beetje gebrabbeld, maar het was bijna te verstaan hoor, ze wordt net zo goed in alles als jij', zei Sirius en hij glimlachte. Ik glimlachte en ik voelde een traan langs mijn wang stromen en nog een. Sirius veegde die een voor een weg. Ik vond hem zo lief op dit moment (niet dat hij dat anders niet is hoor), maar nu extreem. 'Alles komt goed, Voldemort valt en dan gaan we weer samen op zoek naar een huis zonder dat we telkens over onze schouder hoeven te kijken en dan gaan we ook wat dichter bij Molly wonen als je dat ook prettig vind natuurlijk', zei Sirius. 'Ik ben het er helemaal mee eens en ik kan niet wachten tot het zover is, maar eerst moet ik het halen', zei ik. We zoende elkaar zoals we nog nooit gezoend hadden en we gingen onze eigen wegen. Het was een soort ik-hoop-dat-ik-je-nog-zie-zometeen-kus. Maar het was geen afscheidskus, dat was een ding waar ik vastberaden over was. Oke nu wat actie. Ik wist nu wat er komen gaat. Ik had nog 10 minuten en dood die wachtte op me. Het laatste stukje rende Harry en ik samen, want we wilden het niet uitstellen. Het was nog erger om te wachten. Ik wist nu wat er komen gaat. Harry ging dood, voor maar heel eventjes, maar dan moest hij kiezen of hij weer naar de aarde kwam of dat hij terug getrokken werd naar de aarde. Het enige probleem was, dat Perkamentus daar niet was om hem een zetje in de goede richting te geven en het was tenslotte zijn keuze en ik wist niet dat ik het hem moest vertellen, want het leek me dat hij ook wat zelf moest uivinden, ander viel er niet meer te raden. Ik wilde dat het maar zo snel mogelijk afgelopen was de ellende. Ik had al mijn wilskracht nodig om Harry geen dingen te vertellen die ik al wist dat zouden gebeuren. Dan zou Harry ook niks meer leren.
'Eindelijk, jullie hebben het goede gedaan, er zullen nu geen doden meer vallen zoals beloofd, ik heb me aan mijn woord gehouden en jullie ook, dat is een goed teken, dat betekent dat jullie te vertrouwen zijn, maar dat wisten de meeste mensen al wel, meisje van de voorspelling nietwaar', zei Voldemort. Ik was het daar niet helemaal mee eens en ik wilde gewoon dat hij zei waar het op stond en als het moest hij ons vermoordde dan zat het er maar op, om ons zo te laten wachten was gewoon wreed, ik kon er niks aan doen, maar de tranen stroomde over mijn wangen en ik wilde maar dat ik bij Sirius was en niet zo'n beetje ook. AAAAAArrrrg! Ik werd gek. Het was zoals dat liedje van Kelly Clarkson, die nieuwe, hoe heette die ook alweer. 'What doesen't kills you makes you stronger', dat was het ik wist hem weer en ik zong gewoon in mijn hoofd, dat was het beste medicijn. Voor mij dan, ik weet niet hoe het voor iemand anders is natuurlijk. Harry en ik liepen recht naar Voldemort toe. Het was een ramp om te je dood tegemoet te zien, just get it over with, dacht ik alleen maar. 'Jullie zijn dapperder dan ik ooit gedacht had', zei Voldemort. 'Is het ooit in je bolle hersens gekomen dat wij slimmer zijn dan jij denkt', zei ik. 'Als dat je laatste woorden zijn?' vroeg Voldemort, nee hij vroeg het niet hij sprak het uit als zijn bevel natuurlijk. 'Ik verdom het om voor jou op de knieeen te gaan', zei ik. 'Dapper hoor', zei Voldemort schamper. 'Jij ietsiepietsie brutaal voor mij', zei Voldemort. 'Dat is dan heel jammer voor je, je zou het er mee moeten doen mr.' zei ik. 'Gefeliciteerd, jullie gaan jullie dood tegemoet', zei Voldemort en hij hield zijn toverstok in de aanslag. De Zegevier zag ik toevallig. 'Avadakadavra!' zei hij en hij hief zijn toverstaf op. Ik deed mijn ogen dicht en als ik nu ten onder ging dan... Alles werd zwart voor mijn ogen. Maar ik wist niet zeker of ik dood was. Ik hoorde namelijk nog stemmen. Ik kon mijn ogen tijdelijk niet open doen en het voelde alsof ik verlamd was, maar ik hoorde van alles. 'Ja ze zijn dood!' krijste Voldemort triomfantelijk. 'Ze zijn dood!' schalde er door mijn hoofd. Maar ergens in mijn achterhoofd brandde er een lichtje dat zei dat ik niet dood was, maar alleen maar bewusteloos. Al mijn zintuigen waren intact. Het was dus geen schande dat ik hier op de grond lag in elk geval. Ik voelde dat ik werd opgetild, niet ten slechte trouwens. Door Sirius die kennelijk gespot was achter de bomen. En ik wist dat Harry opgetild werd door Hagrid, dat stond in het verhaal zo beschreven en er was geen reden voor dat dat zou veranderen. Dat ik echter gedragen werd was nieuw voor mij, behalve dan op mijn huwelijksnacht, toen werd ik op een liefdevolle wijze over de drempel gedragen, traditioneel weet je wel. Dat is het enige wat ik me kon bedenken. Het enige waar ik aan kon denken, hoe mijn leven hier tot stand was gekomen, hoe Sirius en ik elkaar ontmoet hebben. Hoe romantisch en moeilijk het af en toe was. Hoe we elkaar leerden kennen, de eerste keer dat ik hem zag, toen ik plots in Grimboudplein 12 stond. Hoe Sirius en ik langzaam verliefd werden. Mijn hele leven flitste voorbij in een flits, net als in een film. Het was niet te vergelijken met iets anders, ik kan het niet zo goed uitleggen denk ik, maar daar moet je maar niet op letten. Mensen die schreeuwde, schreeuwde om Harry en mij (tenminste ik hoopte ook een beetje om mij, ik heb ook geholpen de werelt te redden hoor, 2 keer maarliefst, waarom denk je anders dat Voldemort mij ook wilde hebben, omdat hij van me afwilde, duh en er is maar een reden waarom Voldemort van je af wil, dat is omdat je dan absoluut niet aan zijn kant staat en in mijn geval was ik het meisje van de voorspelling!) Ik dacht aan de cast van Wicked wat voor een geweldige carriere ik had in de dreuzelwereld, dat ik daar zelfs beroemd om ben en dat mensen me nawezen op straat en herkende. Het was gewoon een heerlijk leven wat ik leidde en ik wilde er naar terug. Ik wilde nu meteen er naar terug. Ik kon dit alles niet laten verdwijnen. Ik dacht aan Marisol die me nooit zou leren kennen als haar moeder als ik het nu zou begeven, dan was het niet meer mogelijk om samen een gezin te vormen, iets wat ik altijd al wilde, een eigen gezin! En dat zat er natuurlijk niet meer in dankzij Voldemort, nou forget about it, it's not gonna happend. 'What doesen't kills you makes you stronger!' schreeuwde ik in mijn gedachten. En toen opende ik voorzichtig mijn ogen en kreeg ik snel mijn gevoel weer terug en de kracht, ik voelde me krachtiger dan ooit. Ik voelde alsof ik de hele wereld aankon, iets wat natuurlijk niet kon, alhoewel ik dacht misschien ietsje lichtjes over de wereld, alsof het het zo licht als een veertje was. Ik sprong met een verrassende kracht van de trap van Zweinstein, ik had geen bewaking voelde ik, het leek wel alsof ik gedachte kon lezen van iedereen, alsof ik sterker was geworden dan anders. Ik hoorde gedachtes alsof ze gewoon hardop praatte, de meeste gedachtes waren angstig. Niemand die bewaakte mij. Dat was ontzettend stom van ze, want ik was echt zo sterk, tenminste dat voelde ik zo. Het enige probleem van mij was dat ik misschien iets te impulsief was en ontzettend veel kracht in me had op dit moment, ik kende mijn eigen krachten niet zogezegd. Kinderen schrokken van mij toen ik op stond, zeker sommige die dachten dat ik dood was. Ik fluisterde dat ze niets tegen de dooddoeners moesten zeggen dat ik nog leefde en dat deden ze gelukkig ook niet, ik kon niemand vertrouwen op dit moment, behalve natuurlijk de Orde en Sirius jeweetwel, mijn vrienden, maar voor de rest niemand, ik wist niet aan welke kant mensen stonden. Ik wist niet aan welke kant Malfidus stond op dit moment, ik zag hem de hoek om komen, alleen. Hij keek verschrikt op toen hij me zag. 'Ik dacht dat jij dood was?' vroeg hij. 'Dat is toch wat je wilde', zei ik fel. 'Nee', zei Malfidus verrassend zacht. 'Dat is verrassend zeg, wilde je niet dat ik me aan zou gaan sluiten bij Voldemort dan', zei ik. 'Nee we hebben iemand nodig zoals jij', zei Malfidus zacht. 'Heej dat kon ik niet helemaal verstaan geloof ik', zei ik en ik deed alsof ik doof was. 'We hebben iemand nodig zoals jij', zei Malfidus iets harder, maar niet zo hard dat iedereen het kon horen, maar ik vond het prima zo. 'Fijn, waarom heb je dan Perkamentus verraden?' vroeg ik. Ik wist het natuurlijk al, maar ik zei dat lekker niet. 'Omdat ik geen keuze had, de dooddoeners en Voldemort hebben alles afgepakt wat ons lief is en we hadden geen keuze', zei Malfidus. 'Ik begrijp het', zei ik tot verbazing van Malfidus...
Ik rende naar Molly en die ging samen met mij verschijnselen waar Perkamentus zich bevond. Het was op de kapel van de Noordertoren. Precies waar Perkamentus zijn dood op wacht. Ik glimlachte net zo min als Perkamentus. (Niet dus). Ik zuchtte diep. Dit is het moment van de waarheid, zou de zegevier van Perkamentus worden afgepakt door niemand minder dan Voldemort, moet dit het teken zijn voor Harry dat... Harry, ik sloop voorzichtig naar de trap waar Harry zich verschool. Het was geen pretje om te zien hoe Malfidus Perkamentus met trillende toverstok bijna te lijf ging. Ik had geen idee hoe ik ze moest verdedigen. 'Kop op, je bent het meisje van de voorspelling, je moet iets kunnen doen', bedacht ik me fel. Ik knikte naar Harry. Samen sprongen we achter de trap vandaan en hielden onze toverstokken in de aanslag. We richtte die op die van Malfidus. Malfidus trilde zo erg dat hij zijn toverstaf uit zijn handen liet vallen. Bellatrix van Detta keek ijzig naar me. 'Het meisje van de voorspelling moet het weer eens verpesten het hele feest, nou dit keer echt niet dus, dit keer gaat het zoals wij het willen!' krijste ze. 'Ik denk niet dat het zo door gaat, ik heb het verhaal een hele andere wending gegeven en voorzover ik weet, weet ik wat er gaat gebeuren, ik het Sirius Zwarts gered van jullie aasgieren', zei ik. 'Dat is waar', zei Bellatrix van Detta en ze leek bedachtzaam, maar toen begon ze als een krankzinnige te lachen. 'Hoor eens, als jullie niet opkrassen is de Minister van Toverkunst...' begon ik, maar al snel besefte ik dat de Minister dood was. Als we hier in het verhaal waren, dan was de minister van toverkunst er ook niet meer. Hij was gevallen zogezegd. Niet dat ik dat leuk vond natuurlijk, maar het was niet helemaal zoals ik gepland had, ik had er totaal niet meer aan gedacht en ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik was zo druk bezig met mezelf en Sirius en natuurlijk Marisol dat het niet even door mijn hoofd is geschoten dat de minister van toverkunst in gevaar loopt en ook dadelijk sneuvelt, maar nu is het al te laat. Ik was teleurgesteld in wat ik gedaan. Niets dus. Ik was diep teleurgesteld in mezelf en ik wist niet dat ik zo egoistisch kon zijn. 'Alleen maar bezig met eigen geluk nietwaar!' krijste Bellatrix van Detta mijn gedachtes radend. Ik grinnikte en bedacht dat de Occlumentie echt niet zou helpen. Iets wat ik erg jammer zou vinden, want als er iets is waar ik in getraind was, was het mijn eigen gedachtes voor mezelf houden. Dat zou dus een eitje zijn. Maar dat was het geval niet voor vandaag. Ik wilde laten zien dat ik daadwerkelijk 'Het Meisje Van De Voorspelling' was. Iets wat lang niet zo makkelijk was als ik had gedacht, maar ik zou me er doorheen zetten. Kosten wat het kost moest ik toch iets gaan doen. Iets waardoor ik weer het respect kreeg dat ik verdiende zonder dat ik er niets voor hoefde te doen. Ik wilde niet niets doen. Iet doen was het juiste... Mijn gedachtes werden ruw onderbroken door een flits groen. Ik schreeuwde. Maar godzijdank, het was niet Perkamentus. Het was alleen maar Bellatrix van Detta maar. Molly die vermoordde haar uit zelfverdediging ik was daar een getuigen van. Zo hoorde het eigenlijk te gaan omdat Fred dood was, ze schreeuwde niet "NIET MIJN DOCHTER KRENG!' dus wist ik dat Ginny oke moest zijn. En dat was ook zo. Even later kwam Ginny binnen en die huppelde vrolijk met haar staf wijzend op Malfidus net als de rest deed. Maar toen kreeg Harry kennelijk een pijnscheut in zijn litteken en dit was voor mij een teken dat Voldemort eraan kwam en dat was geen goed teken natuurlijk, want ik wist niet of ik tegen Voldemort was opgewassen. Ik kon het Harry niet kwalijk nemen dat hij in elkaar kromp. Eventjes maar, maar toen ging hij vastberaden staan met zijn toverstaf in de aanslag. Ik zag Voldemort echter niet, ik hoorde alleen zijn stem. Ik keek verbaasd en verrast, dit hoorde bij deel 7, ben ik dan deel 6 geweest? vroeg ik me af. Ik wilde er niet te lang over nadenken, maar ik concentreerde me op de stem van Voldemort. 'IEDEREEN DIE NIET EEN UITERST PIJNLIJKE DOOD WIL STERFEN, SLUIT BIJ MIJ AAN' galmde de stem door Zweinstein. 'IEDEREEN DIE HARRY POTTERS EN MELINA ZWARTS HUN KANT KIEST, KAN EEN UITERST PIJNLIJKE DOOD VERWACHTEN, HET IS EEN KWESTIE VAN TIJD', galmde de stem opnieuw. 'JULLIE HEBBEN 2 UUR DE TIJD, 2 UUR EN DAN BEN IK NOG GUL, LORD VOLDEMORT IS NIET GUL, DAT WEET IEDEREEN NU WEL. DOE HET VOOR HET TE LAAT IS, HOEVEEL BLOED MOET ER OPNIEUW ONNODIG WORDEN GEGOTEN, DENK DAAR MAAR AAN ALS JE ME TEGEN WERKT! MISS ZWARTS EN POTTER MELDEN ZO SNEL MOGELIJK ZICH BIJ MIJ, MOCHT DAT NIET HET GEVAL ZIJN, DAN ZIJN DE GEVOLGEN ERNSTIG!
Ik keek angstig, hoe wist die gast mijn naam en mijn achternaam. Hij had vast zijn spionnen, dat was duidelijk, misschien hoorde Alberto Danzich er wel bij en heeft hij die op me afgestuurd als zogenaamde vriendelijke hond die mij wilde overhalen om aan de duistere kant te komen, dan was er geen weg meer terug. Iets waar ik Sirius nog steeds dankbaar moest zijn dat hij die bloedhond heeft weggejaagd samen met mij, ik was toen nogal boos, maar nu ben ik hem dankbaar, dat mocht hij wel weten, dat was de tijd dat ik uitvond dat ik zwanger was. Marisol die was veilig thuis bij Hermelien die met tegenzin de battle afsloeg, maar die besefte meteen dat het welzijn van Marisol voor ging en dat vond zij ook, dus is zij thuisgebleven, iets waar ik haar ook al heel erg dankbaar voor was. Het moest vast erg moeilijk zijn om niet te kunnen helpen en hulpeloos thuis te zitten, maar ik was blij dat Hermelien het zo niet zag, maar dat ze het zag als een plicht, een goede plicht die ook bij de ellende van nu hoort. Ik was van plan om me te melden bij Voldemort, net als Harry en dan konden we afwachten wat hij wilde en met zijn tweeen konden we hem misschien wel aan. Harry zou hem opzich wel in zijn eentje aan moeten kunnen, dat was officieel bewezen in het boek, maar nu riep Voldemort ook om mij en dat stond absoluut niet beschreven, iets wat ik natuurlijk nog steeds niet begreep, was ik het plot, het einde van het verhaal en werd ik daarna weer teruggetrokken en mijn taak is gedaan en ik zie mijn moeder nooit meer terug. Niet dat ik haar ooit wilde terug zien, zeker niet wat ze heeft gelflikt met Marisol, maar ik ging naar Voldemort hoe dan ook, en het is geen Lord Voldemort, het is echt geen Lord, dacht het toch even van niet, ik ga niet iemand Lord noemen omdat het moet en zeker niet als je gedwongen wordt, dat is het niet waard, absoluut niet, zeker niet als je op het punt staat om vermoord te worden. Dan is het al helemaal niet waar. Iets waar Harry nog niet helemaal over uit was, maar ik beloofde hem dat het goed zou komen en dat alles een happy ending zou hebben. En die belofte moest ik natuurlijk wel nakomen, anders... Dan had je kans op. 'Tsss Lord, laat me niet lachen. Don't make me laugh', zei ik hardop. Harry en ik keken elkaar aan en wisten precies hoe het allemaal zou eindigen. Het zou goed eindigen, anders is het geen verhaal. Ik verging van de honger, ik weet niet waarom ineens, maar dat zullen de hormonen wel zijn. Terwijl Harry en ik heen en weer liepen en ijsbeerde waren Molly en Perkamentus opgetogen dat Bellatrix van Detta dood was. Voldemort die was nog woedender geworden en had ons een uur korter de tijd gegeven. Iets wat ons bezuurde natuurlijk. Wij waren de klos, vandaar dat we samen liepen te ijsberen. Sirius en Marisol waren mijn enige gedachtes. Ik moest er niet aan denken om hen kwijt te raken, ik stelde me voor hoe het zou zijn zonder ze, nou dat kon ik niet. Ik kon het gewoon niet. Ik was blij dat Sirius thuis was en zich niet kon mengen in dit gevecht omdat hij niet eens wist dat dit gevecht aan de gang was, dacht ik tenminste....
pfoei!