Hoofdcategorieėn
Home » A-Team » Gemekker in de dubbeldekker » Gemekker in de dubbeldekker 24
Gemekker in de dubbeldekker
Gemekker in de dubbeldekker 24
Hoofdstuk 24
Het is vaste prik. Op zaterdagavond wordt er gebiljart in The Saloon en Nick is daarbij altijd van de partij. Rond negen uur loopt het zaaltje achter het café vol. De groene tafels worden in gereedheid gebracht en spelers in witte T-shirts, met daarop in bruine boomtakkenletters het logo van de zaak, halen hun keuen uit de kast. De wedstrijd kan beginnen.
Buiten valt de schemering in. Een zwarte auto nadert The Saloon, rijdt stapvoets een rondje over het parkeerterrein en komt met gedoofde lichten tot stilstand op een haven zo’n twintig meter verwijderd van de biljartzaal. Een vrouw in donkere kleding achter het stuur laat zich onderuit zakken en verbergt haar blonde haren onder een even donkere muts. Dunne zwarte stretchhandschoenen omsluiten haar handen als een tweede huid. Ze werpt een blik op de bijrijderstoel waarop in de glimmende lak van een honkbalknuppel de lichtjes van het dashboard weerkaatsten. Ze is niet van plan om de man die ze zoekt kortweg de hersens in te slaan, maar de wetenschap dat ze met zo’n stuk hout overweg kan, geeft haar een veilig gevoel. Nee, ze wil hem flink de stuipen op het lijf jagen en hem een koekje van eigen deeg geven.
“Ook ik heb nog wel een plekje waar ik iemand kan achterlaten,”¯ gniffelt ze stilletjes.
In gedachte ziet ze haar slachtoffer op handen en voeten door modder en mest kruipen, tussen de Schotse Hooglanders door, die aan de andere kant van het dorp in de heuvels lopen, maar ’s nachts naar hun stalletje komen. Vanuit haar geleende auto is de biljarttafel goed zichtbaar en ziet ze de spelers het zaaltje binnendruppelen.
“Waag het niet om die grote bak van je voor mijn neus te zetten!”¯ mompelt ze verontwaardigd tegen een passerende auto.
Ze haalt een kleine verrekijker uit een tas en zet die tegen haar ogen. Lang laat de man die ze zoekt niet op zich wachten. Hij speelt bij de tafel aan het raam en buigt zich reeds over het groene laken. Ze wist het wel: wat er ook gebeurt, hij gaat biljarten. Al zit er een heel leger achter hem aan!
Na zijn speelbeurt neemt hij plaats aan een tafeltje en wenkt iemand bij hem te komen zitten. Een boom van een kerel schuift tegenover hem op een stoel. Ze herkent hem. Het is Bud, de beer van het dorp en de sterbokser van de sportschool. Vergeleken met hem is haar doelwit een mugje.
“Met Bud aan je zijde lukt het je misschien om het A-team de baas te worden, in je eentje zie ik je dat echt nog niet voor elkaar krijgen!”¯ schampert de vrouw in het donker.
Er verschijnt een geringschattend glimlachje om haar mond als ze terugdenkt aan de chaos die zij veroorzaakten bij het ontsnappen uit de fabriek. Daar lag hij met zijn grote mond, samen met die hoge piet van het leger, ondersteboven geblazen met zijn eigen veevoeder!
Lizzy gaapt ongegeneerd. De verlichte wijzerplaat van haar horloge vertelt dat er nog maar een half uur voorbij is sinds ze hier op de parkeerplaats op de uitkijk zit.
“Wanneer is dat biljarten eindelijk eens afgelopen?”¯ zucht ze verveeld.
Zo, onderuit gezakt in de autostoel, moet ze oppassen dat ze niet in slaap valt. Wachten op een volgende kans kan ze zich niet permitteren. Muziek moet haar dan maar wakker houden. Klikkend op de zenderkeuzeknop van de radio lijkt het wel alsof men op dit uur van de dag enkel easy listening draait. Ze voelt een melancholieke bui opkomen. De romantische muziek doet haar denken aan Zachery en dat kan ze nu niet gebruiken.
Een blik over haar stuur doet haar opveren. Binnen stapt Nick de herentoiletruimte in. Na een handgebaar om de deur komt Bud in beweging en ook hij verdwijnt, na een schuwe blik om zich heen, achter de deur met het mannetje. Dit schouwspel maakt Lizzy nieuwsgierig. Snel stapt ze uit de auto. Het geluid van haar hakken op het asfalt doet haar schrikken. In stilte mopperend op haar schoenen, rent ze op haar tenen naar de uitbouw waar de toiletten zich bevinden.
Door de open klepraampjes hoort ze stemmen. Als ze de zacht pratende mannen wil verstaan zal ze dichterbij zien te komen. Gejaagd kijkt ze om zich heen. In het schijnsel van de nooduitganglamp ontdekt ze enkele vierkante lichte vlekken die ze herkent als kratten. Op haar tenen trippelt ze naar het fusthok en grijpt er één van de stapel. Ze schrikt van het gerammel van een paar lege flesjes, maar realiseert zich dat op deze plek zo’n geluid normaal is. De volgende exemplaren zijn wel leeg. Behoedzaam keert ze terug naar de raampjes van de toiletten. Als ze eenmaal bovenop de kratten staat kan ze woordelijk volgen wat er binnen op halffluisterende toon besproken wordt.
“Heb je ze gezien dan?”¯
“Ja, alle vier!
“Het zijn er toch maar drie?”¯
“Dat denkt iedereen, maar dat klopt niet. Een van die gasten is gek verklaard en wordt daarom niet gezocht, maar hij hoort er wel degelijk bij.”¯
“Hoe weet jij dat allemaal?!”¯
Daar doet Nick echter vaag over.
“En aan wie moeten we ze overdragen om dat geld te vangen?”¯
“Kolonel Lynch. Hij blijft net zo lang hier tot hij ze heeft, zei hij. Hij wist te vertellen dat het A-team altijd de klussen afmaakt voor hun klanten. Of de militaire politie hen op de hielen zit of niet.”¯
Buiten maakt Lizzy een triomfantelijk gebaar met haar vuist, haar vermoeden klopt: Nick heeft Bud nodig voor zijn plannen. Opnieuw concentreert ze zich op de twee mannenstemmen.
“Je had het net over lokaas. Wie wil je daarvoor eigenlijk gebruiken?”¯
“Ken jij….”¯
De wc-deur gaat open en dicht, de heren krijgen gezelschap. Meteen breken ze hun gesprek af en verandert Nicks stem.
“Hé, Martin, hoe is het jongen?”¯
“Goed! En met jou?”¯
“Alles onder controle!”¯
Toiletten worden doorgetrokken, voetstappen op tegels en een deur die open en dicht gaat.
Lizzy vraagt zich af of de mannen weer gaan biljarten of hun gesprek elders voortzetten. Ze besluit terug te keren naar haar auto. Nick wacht met de keu in zijn handen tussen zijn teamgenoten op de volgende ronde en Bud heeft zijn plekje aan de bar weer ingenomen. Als het opnieuw Nicks beurt is om de ballen over het groene laken te laten rollen, staat hij met zijn rug naar het raam.
“Oeh! Wat ga ik je straks graag een schop onder die kont van je verkopen, rotvent!”¯ mompelt ze wraaklustig.
Even later verdwijnt hij grotendeels uit zicht. Een saai uur volgt en nog een. Langzaam dut Lizzy in.
Waarvan ze schrikt weet ze niet, maar opeens is ze klaarwakker. Haar horloge vertelt dat ze hooguit een half uur geslapen heeft. In de biljartzaal van het café bergen de spelers hun keuen op en zetten ze de tafels en stoelen weer op hun plek. Met haar ogen op Nick en Bud gevestigd grijpt ze haar jas en de honkbalknuppel. Buiten haar auto zoekt ze op de parkeerplaats naar die van Nick.
“Waarom heb je daar niet eerder aangedacht, stommeling?!”¯ moppert ze op zichzelf. “Nu weet je niet eens of hij hier wel met de auto is!”¯
Net als ze denkt dat hij vandaag te voet is, ontdekt ze dat ze er vlakbij staat. Gejaagd kijkt ze om zich heen. Waar kan ze zich verbergen als hij langs haar auto naar de zijne loopt? Terug instappen en zich zo klein maken? Zich in de struiken verbergen? Plotseling wordt het donkerder om haar heen. Een blik opzij vertelt haar dat de lampen in de biljartzaal zijn gedoofd. Nu zal het niet lang duren voor de oudere spelers naar buiten komen. Lizzy stopt de honkbalknuppel onder haar jas en loopt naar een raam waardoor ze in het café kan kijken. Nick en Bud zitten aan het einde van de bar te praten met elkaar. Op dezelfde plek als waar zij Nick over haar plannen vertelde. De barman zet verse pils naast twee halfvolle glazen. Zo te zien zijn de mannen nog niet van plan huiswaarts te gaan.
De eerste biljarters trekken hun jassen aan en groeten de cafébaas. Lizzy zoekt een donkere hoek van de parkeerplaats op waar vandaan ze hun vertrek gade slaat. Ze vraagt zich af hoe lang Nick en Bud nog binnen blijven. Ze baalt ervan dat hun gesprek in de toiletten werd verstoord. De voedermenger is iets van plan, dat is zeker, maar wat precies? Ze besluit nogmaals langs het raam te lopen. De mannen rekenen af en laten zich van hun barkrukken glijden. Pratend lopen ze naar de uitgang van het café.
Zo hard als haar schoenen toelaten rent Lizzy terug de parkeerplaats op. Na een snelle blik achterom kruipt ze weg achter een groot wiel van de terreinwagen naast de auto van Nick staat. Voorzichtig haalt ze de honkbalknuppel uit haar jas en hurkt ze neer. Knisperende voetstappen echoën tegen de muur van het café en mannenstemmen brommen door het donker. Twee ogen toegeknepen tot spleetjes sperren wijd open als de eigenares zich realiseert dat er niet één maar twee mannen naderen.
“Potverdorie! Da’s niet de bedoeling! Nick moet in z’n eentje komen!”¯ mompelt ze geluidloos.
Klanken worden losse woorden en een paar voetstappen later vangt Lizzy al flarden van zinnen op.
“…klein… donkerblond… altijd een hond bij zich.”¯
Onder de auto door ziet ze vier benen tot stilstand komen. Nu ze het hele gesprek kan volgen hoort ze hoe Nick Catalina beschrijft.
“Snap je wat de bedoeling is?”¯
“Ja, je wilt die griet ontvoeren. En denk je echt dat ze haar gaan zoeken?”¯
O ja! Zeker weten. Die lui hangen graag de held uit, dat heb ik al zo vaak gehoord.”¯
“En dan hoop je dat je van twee kanten kan vangen?!”¯
“Ja, natuurlijk! Eerst van Joe, want die wil z’n vrouwtje terug. En als het A-team haar komt ophalen, staat de kolonel al klaar om hen van me over te nemen en vang ik van defensie ook nog een mooie som geld!.”¯
“En welk percentage is dan voor mij? Voor bewezen diensten?”¯
“Hé, zullen we eerst eens kijken of jij die diensten tot een goed einde brengt? Hè?!”¯
“Zeg, doe ‘ns normaal. Je weet dat zoiets voor mij een fluitje van een cent is, dus delen manneke!”¯
Er valt een korte stilte.
“Wanneer heb je tijd?“
“Maandag.”¯
“Mooi, want het duurt me veel te lang allemaal. Je zult trouwens wel vroeg moeten opstaan, ik heb namelijk geen flauw idee hoe laat die griet ’s morgens wegrijdt met die dubbeldekker van d’r.”¯
“Dubbeldekker?! Rijdt ze in een dubbeldekker?”¯
“Ja, daar vervoeren ze die geiten tegenwoordig mee!”¯ schampert Nick. “Had ik dat nou maar aan Lizzy gevraagd. Maar ja, daar is het nu te laat voor, ze is ‘m gesmeerd. Haar vader zei dat ze bij haar verloofde zit. Helaas heb ik geen flauw idee waar die gast ergens woont of werkt.”¯
Hij zwijgt een moment.
“Zachery vertrok met de noorderzon toen Joe die farm voor zijn neus wegkocht, snap je?”¯
Leunend tegen de terreinwagen luistert Lizzy ademloos naar het gesprek. Hoe meer ze hoort, hoe meer ze zich realiseert dat het slimmer is om Nick vanavond met rust te laten. Je weet maar nooit wat zo’n fanatieke vent van plan is als hij je te pakken krijgt. Ze huivert als ze terugdenkt aan het moment dat hij haar onder de silo vastbond aan een stoel. Onwillekeurig draait ze haar hoofd weg bij de herinnering aan zijn geniepige blik. Zelfs dat gemene lachje van hem klinkt nog na in haar oren.
Nu ze van zijn plannen op de hoogte is, biedt dat nieuwe kansen om wraak op hem te nemen. Ze concentreert zich weer op het gesprek voor nog meer aanknopingspunten.
“Zeg, waar moet ik dat grietje naartoe brengen? Naar die zolder van je?”¯
“Nee! Nee, nee, nee, daar doe ik voorlopig even niets mee. Het A-team is daar geweest, ze kennen het daar. Nee, ik heb een ander mooi plekje voor haar in gedachte. Dat hoor je nog wel.”¯
De mannen groeten elkaar en lopen ieder naar hun eigen auto.
Stram geworden van de koele avondlucht komt Lizzy houterig omhoog uit haar gehurkte houding. Veilig verscholen achter de terreinwagen ziet ze Nick en Bud wegrijden.
“Zo, dus jij hebt mijn vader opgebeld,”¯ mompelt ze tegen Nicks achterlichten. “Ben ik even blij dat pa het adres van Zachery niet heeft!”¯
Met haar blik nog op de uitgang van de parkeerplaats gericht stapt ze in Christine’s auto. Voor ze vertrekt zet ze alles wat ze vanavond opving op een rijtje.
“Nick heeft duidelijk dollartekens in zijn ogen gekregen. Enkel het A-Team inrekenen is niet meer genoeg. Dat hij Joe geld uit zijn zakken wil kloppen vind ik op zich niet zo erg. En dat hij dat wil doen door die eigenwijze trut Catalina te ontvoeren ook niet. Maar dat hij Bud nodig heeft voor dat karweitje, dat had ik niet verwacht van hem.”¯
Ze hoorde Nick bijna watertanden toen hij over het geld sprak zal opstrijken door de arrestatie van het A-team en vraagt zich af of Nick bereid is zijn buit te delen met Bud. Of probeert hij hem een loer draaien?
“Net als jij mij erin wilde luizen bij het A-team? Nou, dan weet je nog niet wat voor vlees je in de kuip hebt, mannetje! Lizzy laat niet met zich sollen,”¯ belooft ze Nick terwijl ze de auto start.
Onderweg naar Christine denkt ze na over hoe ze zijn plannen kan dwarsbomen. Bud afleiden of omkopen? Catalina anoniem waarschuwen of juist bedreigen? Of Joe maar weer eens een dreigbrief sturen?
“Ik moet hem nog bellen trouwens, hij zal wel willen weten waarom ik er gisteren niet was. Of heeft hij, net als Nick, al naar mijn ouders gebeld?”¯ vraagt ze zich hardop af.
Christine zit in haar pyjama op haar vriendin te wachten. Ze had naar bed kunnen gaan, Lizzy heeft per slot van rekening een sleutel gekregen, maar na één van de telefoontjes van vanavond voelt ze zich voor de gek gehouden en daar houdt ze niet van. Als ze eindelijk haar auto hoort, schiet ze snel een jas aan. Met een krachtige beweging trekt ze de voordeur open en vat, met haar handen in de zij, post in de deuropening. Zodra Lizzy haar hoofd buiten de auto steekt, vuurt ze een verontwaardigde begroeting op haar af.
“Leugenaar! Jij bent helemaal niet bij je ouders geweest! Ik wil weten waar je echt mee bezig bent, anders kun je nu vertrekken!”¯
Christine grijpt haar vriendin bij een pols, trekt haar naar binnen en zet haar tegen de voordeur. In het witte licht van de ganglamp monstert ze de vrouw in donkere kleding, strakke handschoenen en slordige haren van top tot teen.
“Als ik je niet zou kennen, zou ik haast denken dat je overvaller bent.”¯
Haar blik valt op de wiebelende bos autosleutels die aan Lizzy’s vinger bungelen. Met één grote stap dichterbij grist ze die uit haar handen en blijft ze vlak voor haar staan.
“Waar ben je echt naartoe geweest met mijn auto? Waarom had je zo’n outfit nodig?”¯
Lizzy staat als aan de grond genageld, zo maakte ze haar vriendin nog nooit mee.
“Wat is er aan de hand? Waarom ben je zo kwaad?”¯ vraagt ze met grote ogen. “Heb ik jou iets misdaan?”¯
“Ik had vanavond je vader aan de telefoon! Hij vroeg of ik wist waar je was! Of ik je ergens kon bereiken! Hij had geen flauw idee waar hij je uithing! En dat terwijl ik dacht, dat je thuis zou zijn!”¯ antwoordt Christine briesend van verontwaardiging.
“Oh…”¯
Het wordt Lizzy duidelijk wat zich achter haar rug heeft afgespeeld. Ze maant haar vriendin tot kalmte en wil doorlopen naar de woonkamer, maar Christine houdt haar tegen.
“Waarom lieg jij ineens tegen iedereen? Zelfs tegen mij! Wat heb je allemaal verzonnen of verzwegen toen je vanmorgen dat verhaal ophing over die boerderij en over die Nick?!”¯
Lizzy kijkt Christine een poosje zwijgend aan, overwegend wat ze zal doen.
“Oké, ik zal je alles vertellen,”¯ antwoordt ze met een zware zucht. “Maar mag ik dan bij de haard gaan zitten? Ik heb het hartstikke koud.”¯
Pas als Christine ervan overtuigd is dat ze de waarheid zal horen, zet ze een stap achteruit en opent ze de woonkamerdeur voor Lizzy. Even later zet ze twee bekers dampende chocomel op de salontafel en nestelt ze zich in een stoel tegenover Lizzy, met een gezicht waarvan duidelijk valt af te lezen dat ze geen enkele smoes of leugen meer accepteert.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.