Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Ranch Therapy » [7]
Ranch Therapy
[7]
Ik ben er weer!! Ik heb een paar hoofdstukken nog op mijn computer staan, maar ik ga ze even allemaal na. Ik heb zin om te schrijven en dat is wat ik ga doen! Veel plezier met lezen en mocht je tijd hebben, een reactie is altijd leuk!
Na een paar uur vliegen, hoor ik van de stewardess dat we gaan landen en klik ik mijn gordel weer vast.
Na een veilige landing, pak ik mijn handbagage en loop het vliegtuig uit. De stewardess wenst me een prettig verblijf in Amerika en zwaait me nog even uit.
Ik stap door de slurf heen en kom aan in de aankomsthal. Ik pak mijn koffer van de band en kijk dan om me heen. Ik zie een paar mensen elkaar bij een andere gate in de armen vallen, huilen en blij zijn elkaar weer te zien. Met mijn ogen zoek ik de hal af naar Macy, maar ik kan haar nergens vinden. Nergens zie ik haar. De moed zakt me in mijn schoenen en met de minuut wordt duidelijker dat ik hier niet zou moeten zijn.
Ik loop met mijn koffer naar een punt toe, leg ze neer en ga er bovenop zitten. Vol interesse kijk ik naar alle mensen die hartelijk worden ontvangen en meegenomen naar huis, denk ik toch.
Ik spreek met mezelf af dat ik tot een uur of vijf blijf wachten en als Macy er dan nog steeds niet is, ga ik op zoek naar een hotel.
Minuten tikken weg alsof het uren zijn en ik voel me steeds verder wegzakken.
Twee handen die zich om mijn gezicht vouwen, zorgen ervoor dat ik mijn ogen open. Blijkbaar ben ik in slaap gevallen. Benieuwd naar degene die mij wakker maakte, open ik mijn ogen. Daar staat ze, met een glimlach op haar gezicht, haar stralende ogen en haar handen die ze heeft laten zakken van mijn gezicht.
‘Hoi,’ brabbel ik en staar haar aan.
‘Hoi,’ zegt ze met nog steeds die glimlach op haar gezicht.
Voor mijn gevoel kruipen de uren voorbij, maar na een paar minuten vraagt ze ‘Blijven we hier zitten of ga je mee?’
‘Sorry, ik ga mee!’ zeg ik, spring op, grijp mijn spullen en loop samen met haar naar de uitgang van het vliegveld.
De wieltjes van mijn koffer rollen piepend over het stenen pad als we de luchthaven uit zijn en met veel kracht trek ik hem verder.
'Gaat het?' vraagt ze en kijkt me aan. Ik stop even met lopen en zet de koffers neer.
'Nee,' zeg ik en kijk haar even hopeloos aan.
'Dan gaan we wisselen!' zegt ze en geeft mij de tas die ze vast heeft. Ze pakt mijn koffer en trekt deze mee. Even sta ik haar sprakeloos en met open mond aan te staren, maar ik herstel me en wandel snel naar haar toe tot ik weer naast haar loop.
'Is 'ie niet te zwaar?'
'Neeuh,' zegt ze en loopt in een sterk tempo door.
Na een paar minuten kriskras over de parkeerplaats te hebben gelopen - wat trouwens gewoon een zandvlakte is waar je je auto kunt parkeren - stopt ze en kijkt een beetje rond. Ik merk niet dat ze stopt en loop tegen haar aan.
Duizelend leg ik mijn hand op mijn voorhoofd, sluit mijn ogen even en adem dan diep uit.
'Aaahh!!' hoor ik haar zeggen. Ik open mijn ogen en zie haar niet meer. Angstig kijk ik om mij heen en hoor dat er een auto word gestart.
O.O wat gebeurd er hier nou!???