Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Ranch Therapy » [8]
Ranch Therapy
[8]
Als door een bij gestoken, draai ik me om en kijk recht in de koplampen van een grote 4x4 auto. De auto remt net voor mij en als ik door het raam naar binnen kijk, zie ik een geamuseerde Macy terugkijken. Mijn kijken wordt staren, dat merk ik pas als ze me wenkt om naast haar te komen zitten. Struikelend loop ik naar het portier, trek dit open en ga zuchtend zitten. Met een knal klap ik de deur dicht en doe mijn gordel om. Met dit startsein geeft Macy gas en verlaten we het vliegveld.
Duizenden miles verder rijdt Macy een zandpad op en geeft weer gas. Langzaamaan zie ik een hek steeds dichterbij komen. Voor dit hek stopt ze, stapt uit en gooit de deur dicht. Mijn ogen volgen elke beweging die ze maakt, te bang om iets te missen.
Ze maakt een slot open en geeft het hek een zetje. Piepend kraakt deze open en ze kijkt mij aan. Ze wenkt met haar hoofd naar het stuur en ik kijk haar aan of ze gek is geworden. ‘Doe nou’ vormen haar lippen. Ik zucht even, klik mijn gordel los, ga achter het stuur zitten en klik de andere gordel weer vast. Voorzichtig geef ik een beetje gas en laat de auto vooruit komen. Als ik Macy een teken zie geven, stop ik de auto en wacht tot ze het hek dicht heeft gedaan en naar de auto komt lopen.
‘Was dat nou zo moeilijk?’ vraagt ze als ik de deur open zwaai.
‘Ja,’ zeg ik kortaf en zet me af om weer op de bijrijderstoel te gaan zitten.
‘Nee, blijf zitten, rij dit kleine stukje maar!’ zegt ze, gooit glimlachend de deur dicht en stap aan de andere kant in. Ik mompel iets van een ‘oké’ en start de auto weer.
Twee minuten later rijd ik naar een vlakte waar meerdere auto’s staan en parkeer hem. Ik laat de motor stoppen met draaien, haal de sleutel uit het contact en overhandig deze aan Macy. Voorzichtig open ik mijn portier om eventuele schade te voorkomen en stap veilig uit de auto.
‘Nou welkom,’ zegt Macy en gebaart naar het huis en de gebouwen er omheen.
‘Dank je?!?’ zeg ik aarzelend en kijk haar aan. Even lijkt ze niks te denken, tot ze weet wie er naast haar staat en waar ze is.
‘O, sorry ik zal je een rondleiding geven!’ zegt ze vrolijk, maakt een sprongetje, pakt mijn arm en sleurt mij mee naar de voordeur van het huis.
‘Ik had ze toch echt hier ergens gelaten...’
‘Wat zoek je?’
‘O, niks belangrijks!’
Samen staan we een paar minuten zwijgend naar de deur te staren tot ik haar hoor rommelen in haar broekzak.
‘Oooooohh!!’ roept ze en houdt trots een bos met sleutels in de lucht.
‘Huh?!’
‘Gevonden!’ zegt ze en steekt de sleutel in het slot. De deur zwaait open en geeft daardoor mijn ogen toegang tot de hal.
Oh wat is macy een plaaggeest! Wel grappig dat gus zelf moest rijden