Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Symfonic Tales » 12.
Symfonic Tales
12.
Jazz Wagner
Ik grijns breed. Kan het anders, wanneer je knisperend krantenpapier hoort en je de constante geur van chocoladesaus om je heen hebt hangen?
Jozua beweegt zo geluidloos als zijn omvang hem toelaat in het duister van de bijna-ochtend. Ik weet dat hij grijnst wanneer hij zo zachtjes mogelijk de deurklink van Bills kamer naar beneden drukt, een grijns die zelfs in het donker zo aanstekelijk is dat ik ook moet grijnzen. “Jij hebt plakband?”¯ fluistert hij op het moment dat ik de slapende jongen op het bed zie liggen.
Ik knik standvastig en duw hem langzaam iets meer de kamer in om ook binnen te kunnen komen. Ik pak het potje babyolie uit de zak van mijn vest, vond met trillende vingers de spleet tussen het potje en het deksel. Op mijn tenen loop ik richting het bed, waar een op- en neergaand laken een rustige ademhaling verraadt.
Het zachtblauwe licht, een combinatie van de witte gordijnen als filter en de schemerige ochtend, laat vlekjes langzaam op zijn kaaklijn dansen, verdwijnt in zijn zwarte, donsachtige haar dat als een schaduw op zijn spierwitte kussen verspreid ligt. Zijn ogen gesloten, een aanblik van rust, en eigenlijk is hij zo best mooi. En ook een stuk minder irritant nu hij niet praat.
“Gaat het lukken zonder hem wakker te maken?”¯ vraag ik Jozua, op een fluistertoon, en hij knikt vastberaden.
“Natuurlijk wel…”¯ Hij glimlacht, loopt richting het bed en trekt heel voorzichtig het laken omhoog, op het punt van het voeteneind. Meteen beginnen Bills tenen te wiebelen, een half opgemerkte ergernis van slaap.
Ik schroef het deksel van het potje babyolie los en de substantie jeukt alleen al wanneer ik een flinke klodder op mijn vingers neem.
“Ik ga zijn tenen niet aanraken, just so you know…”¯ fluister ik, en Jozua houdt met moeite een grinnik binnen.
Ik laat de babyolie langzaam van mijn vingers lopen, richting Bills tenen, die onmiddellijk kriebelbeweginkjes beginnen te maken. Gespannen kijk ik toe, bang dat hij wakker wordt, maar ik laat opgelucht mijn ingehouden adem ontsnappen wanneer ik zie hoe hij zich omdraait en doorslaapt.
Ik draai het potje weer dicht en stop het terug in mijn zak, loop langzaam achteruit de kamer uit om Bill in de gaten te houden. Hij mag niet wakker worden.
Wanneer we weer op de gang staan sluit Jozua de deur en kan ik eindelijk weer zo goed als normaal met hem praten.
“Nog een keer, ik snap het niet, maar waarom draagt babyolie iets bij aan dit plan?”¯ vraagt hij, en ik glimlach lichtjes.
“Het jeukt, dus hij zal de hele tijd met zijn tenen wiebelen. En als hij opstaat is hij dan zodanig moe dat hij nog minder oplet. Het komt allemaal perfect uit…”¯
Jozua grinnikt lichtjes als ik hem de rol plakband toegooi. Hij opent de kranten en vouwt de papieren open, zodat ze de breedte van de deur bedekken, en plakt ze vast met ruige stukken plakband. Ik grijns breed en gris een emmer tevoorschijn vanuit mijn eigen kamer, pak de fles chocoladesaus over uit Jozua’s handen.
Het gulpende geluid van de mierzoete vloeistof die in de emmer verdwijnt, doet me bijna in lachen uitbarsten, maar ik weet me in te houden. Gelukkig.
Ik zie hoe Jozua inmiddels bijna de hele deuropening in een dubbele laag krantenpapier heeft gehuld.
“Blijft het staan?”¯ vraagt hij nog, wanneer hij de deur van Bills slaapkamer op een kier zet. “Vast wel,”¯ antwoord ik, terwijl ik hem de gevulde emmer aanreik.
Met een brede glimlach plaatst hij de emmer bovenop de geopende deur, heel voorzichtig, precies zo tegen de lijst van de deur aan dat de emmer niet om zal vallen voordat de deur open wordt gegooid. Door Bill, die slaperig zal zijn door het constante bewegen met zijn tenen, en die noch de openstaande deur, noch de emmer chocoladesaus zal zien vanachter het krantenpapier.
Ik grinnik bij voorbaat, het gezicht van een perfect gekamde en opgemaakte Bill onder de chocoladesaus en diep verontwaardigd is nu al geweldig…
Jozua klemt zijn vingers om mijn pols en grijpt in zijn andere hand de emmer chocoladesaus en overgebleven kranten vast. Ik gris nog snel de rol plakband van de grond voor ik achter hem aan richting mijn kamer terugloop.
Zodra de deur achter ons dichtvalt, barst ik uit in een onophoudelijke giechelbui. De jongen naast me grijnst en houdt onmiddellijk zijn handen voor mijn mond om het volume in te perken.
“Stil nou, sukkel, straks hoort hij je en wordt hij wakker, dan weet hij meteen dat er iets aan de hand is…”¯ sist hij, ondeugende pretlichtjes in zijn ogen verraden dat hij het net zo leuk vindt als ik en het liefst ook in lachen uit zou barsten.
Ik hap speels naar zijn vingers en een rare giechel verdwijnt in de donkere lucht, maar hij haalt zijn handen niet voor mijn mond weg. “Denk je dat Bill zo moe is dat hij eerst douchet en dan zonder nadenken zijn kamer uitstapt? Of zou hij meteen het krantenpapier zien? Of zou iemand anders van buitenaf de emmer chocola op de deur zien staan?”¯ mompel ik, half verstikt, en hij haalt zijn schouders op.
“Waar het Bill aangaat weet ik zeker dat het gaat lukken. Hij slaapt zodanig vast dat hij ons niet gehoord heeft, daar ben ik zeker van. En hij zal zo moe zijn dat hij rechtstreeks de douche instapt, en daarna pas naar buiten komt,”¯ antwoordt Jozua, en ik knik. “Maar misschien dat iemand van buitenaf de emmer ziet, ja. Ook al denk ik niet dat ze het erg vinden om te zien hoe hij te grazen genomen wordt. Tenzij het de schoonmaakster is, maar schoonmaaksters zijn zo klein dat ze waarschijnlijk zelf gechocoladesaust worden.”¯
Ik grinnik stilletjes en haal zijn handen voor mijn mond weg terwijl hij naast me neer ploft op het bed.
We zijn allebei nog steeds in pyjama, maar het maakt niet uit. Jozua is zoals een vriend die ik altijd al voorbestemd was mijn leven in te stappen, een beetje als iemand die me op kan vangen. Iemand die ervoor zorgt dat ik Sonya niet zo erg mis als ik verwacht had. Natuurlijk is ze er, in mijn gedachten, telkens. Maar iemand missen en aan iemand denken is iets compleet anders. Het is leeg en stil rondom me heen, en op de momenten dat dat me teveel wordt is er Jozua om de stilte te vullen. Het is een ander soort lawaai dat hij maakt, het lawaai dat mensen tekent en het lawaai dat hem Jozua maakt en niet Sonya…
“En denk je dat David boos wordt, wanneer hij de vlekken in het tapijt ontdekt?”¯ glimlach ik, en Jozua haalt onverschillig zijn schouders op.
“Maakt het zoveel uit? Jij hebt je revanche.”¯
Ik knik instemmend, vervlecht mijn ene hand met die van hem en tik met de andere, haast ongemerkt, tegen zijn open gespreide handpalm. Hij glimlacht, neemt me met opgetrokken wenkbrauwen op, in mijn slaapshirt en te grote vest van AC/DC.
“Zou zelfs Tom ons niet verraden, wanneer hij de eerste is om de emmer te zien?”¯ vraag ik me hardop af, terwijl ik op mijn onderlip bijt.
“Ik weet het niet zeker,”¯ geeft hij toe, “maar ergens denk ik ook dat hij het leuk vindt om Bill ten onder te zien gaan. In chocoladesaus.”¯
Ik grinnik zachtjes, de warmte van zijn hand doet me comfortabel achterover vallen, en ik weet dat hij dat merkt.
Ik zie in zijn ogen dat het kleine vonkje, dat het verschil kan maken tussen vriendschap en iets meer, ontbreekt. Het kleine vonkje dat zegt of je iets voor iemand moet voelen of niet, en Jozua weet dat ik het niet zie. Hij weet dat ik niet meer wil dan vrienden zijn en ik weet dat hij niet meer met mij zou willen. Misschien is dat juist die eeuwige spanning die vriendschap zo leuk kan maken, ik weet het niet, wanneer ik verdwaasd zijn gezicht opneem. Hij grijnst en gooit me een knipoog toe.
Ik glimlach lichtjes, en dan registreer ik geluid in de kamer naast me. Ik zie hoe Jozua’s grijns met de seconde breder wordt en spits mijn oren, scherp gericht op elke vorm van geluid.
Bill is wakker.
Reacties:
En dan net op dit moment stop je? Volgens mij is dit het laatste hoofdstuk wat je hebt gepost maar kun je please please please please please please please het volgende hoofdstuk posten? Ik moet het nu lezen, anders overleef ik het niet..
Die vind ik leuk. Eerst zo'n .. hoeheetdat.. observatie dat hij best mooi is en dan dat droge erachteraan. Aan de ene kant beginnend interesse (als ik het zo mag interpreteren) en aan de andere kant nog steeds de geïrriteerde Jazz die met het verwende rocksterkindje zit opgescheept.
En natuurlijk stop je op dit moment! Dat had ik ook gedaan, zoiets heet spanningsboog opbouwen en nieuwsgierigheid wekken, dat doe je heel goed. x'
De gedachten van Jazz over haar vriendschap met Jozua vond ik trouwens ook heel mooi. Ze verdient een vriend in dat huis, zeker zonder Sonya en mét Bill de superdiva. En je hebt Jozua in de vorige stukken al heel cool neergezet, dus het is ook niet raar dat ze vrienden worden.
En nu ben ik voornamelijk gewoon heel erg benieuwd naar Bills reactie op het chocoladesauzen! ^^
Liebe <3
Oh, en deze nog: Omdat ik het me van Tom wel voor kan stellen dat hij dat stiekem grappig vindt...