Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » One-Shots » Haar dagboek.

One-Shots

25 maart 2012 - 21:35

1308

0

316



Haar dagboek.

Van het liedje ‘Haar dagboek’ van ‘INB’. Het liedje raakt me echt heel erg, dat ik besloot er een One-Shot over te maken. Klopt niet 100%, maar het is het idee. (:

Mijn vingers glijden over het papier en een traan vindt een weg over mijn wang naar het papier. Het komt op de inkt terecht, waardoor het onleesbaar word. Niet dat het me kan schelen, het is slechts een blaadje. Bij het lezen van zijn naam, rollen vele tranen naar beneden. Ik sluit mijn ogen en gooi het dagboek weg. Wat moet ik nu? Hem bellen, dat kan. Met trillerige vingers toets ik zijn nummer in en druk na lang twijfelen op het groene hoorntje.
Hij gaat maar één keer over. ‘Met Sven,’ klinkt een bezorgde stem aan de andere kant. Een lieve, begripvolle stem. De jongen van wie ik zielsveel houd.
Ik bijt op mijn lip, weet niet waar ik moet beginnen. Hij weet wel dat ik het ben, anders had hij niet zo snel opgenomen en niet zo bezorgd gereageerd. ‘Ik, eh, mijn ouders,’ probeer ik, maar barst dan in huilen uit.
‘Rustig maar, schat, ik kom eraan!’ belooft hij.
Na een korte stilte drukt hij me weg. Zonder in zijn hoofd te kunnen kijken, weet ik dat hij zijn jas en schoenen nu aantrekt en daarna op zijn fiets stapt, zo snel hij kan. Tranen rollen weer over mijn wangen. Enkele seconden zit ik als verdoofd op mijn bed, maar dan trek ik mijn sneakers aan en spring uit het raam. Ik kom op een schuin dak terecht. Ik voel de dakpannen onder mijn voeten schuiven, maar trek me er niks van aan en laat mezelf via een pijp naar beneden zakken. Een paar meter van mijn huis verwijdert staat een muurtje en daar plof ik neer, mijn ogen waterig en mijn mascara inmiddels op mijn wangen.
Nog geen minuut later stopt een fiets voor mijn neus. Ik druk mezelf tegen Sven aan en maak zijn jas nat van de tranen. ‘Lieverd, wat scheelt er?’ vraagt hij terwijl hij mijn haar streelt.
Ik hef mijn hoofd, kijk in zijn helderblauwe ogen en glimlach. Maar het is geen vrolijke glimlach, eerder een trieste. ‘Mijn ouders willen niet dat ik met je omga, ze vinden dat ik beter kan krijgen,’ snik ik trillerig.
Sven drukt een kus op mijn wang en daarna op mijn mond. Ik sluit mijn ogen, kus terug en laat de tranen over mijn wangen rollen, hopend dat mijn ouders ons niet zullen betrappen. Ik sla mijn armen om zijn middel en Sven legt zijn handen op mijn rug. Hij glimlacht naar me, drukt een kus op mijn voorhoofd. ‘Rustig maar, Luna, het komt wel goed. Wij zullen voor altijd bij elkaar zijn, niks kan ons uit elkaar halen, geloof me,’ fluistert hij in mijn oor.
Een tijdje staan we daar, ik sta de hele tijd tegen hem aangedrukt. Soms zoenen we, maar meestal fluistert hij lieve woordjes in mijn oor en druk ik mijn hoofd tegen zijn schouder aan. Ik hou zielsveel van hem. Op een gegeven moment hoor ik achter me een deur, raak ik paniek, druk een kus op Svens wang en duw hem weg. ‘We bellen,’ fluister ik half huilend.

Het gaat niet meer. Ik mis hem te erg. We kunnen nu echt niet vaak afspreken, mijn ouders controleren me de hele dag. Soms spijbel ik van school en spreek dan met hem af. Maar het gaat zo niet meer, ik hou het niet vol. Vanaf vandaag moet het anders. Ik loop weg, zorg dat ik voor eeuwig met Sven ben.
Tranen rollen over mijn wangen als ik mijn pen laat vallen. Ik lees de regels vaak over, elke keer met tranen. Ik sluit mijn ogen, trek mijn knieën op, sla mijn armen eromheen en wieg mezelf langzaam heen en weer.
Vanavond hem ik met Sven afgesproken. Ik heb het hem gezegd. Het word me allemaal teveel, ik kan het niet meer aan. Ik bijt op mijn lip. Na vanavond kom ik niet meer thuis. Ik pak een tas, prop er kleren in, toiletspullen en foto’s. Veel foto’s, van mijn ouders, familie, vrienden. Ik vraag me af of ik ze ooit nog terug zal zien.
Ik kijk in de spiegel, een meisje met vochtige, rode ogen en natte wangen kijkt terug. Ze ziet er triest uit, ongelukkig. Om haar lippen hangt een glimlach, een verdrietige, trieste glimlach. Dit heeft me doen beseffen dat het niet langer zo kan. Zonder hem kan ik het niet meer. Ik ben nog maar achttien, maar weet dat dit mijn droomjongen is. Met hem wil ik verder, ik wil oud worden met hem. Bij de gedachte aan Sven lopen mijn ogen vol. Ik pak een zakdoek en veeg mijn gezicht schoon. Ik moet nog avondeten met mijn ouders.

Het avondeten was vreselijk. Mijn moeder had lekker gekookt, maar ik at nauwelijks. Ik kon het gewoon niet door mijn keel krijgen. Mijn ouders wierpen elkaar ik-weet-niet-wat-ze-heeft-weet-jij-het? - blikken toe. De sfeer was gespannen en meteen na het eten vluchtte ik naar mijn kamer. Nu ben ik onderweg, naar de plek waar het begon. De plek van ons eerste afspraakje. Bij een boom, met kaarsjes en een geweldige avond picknick. Vanaf toen was ik al stapel op Sven.
Hij zit er al. Ik omhels hem meteen, druk mezelf dicht tegen hem aan. ‘Ik wil voor altijd bij je zijn,’ fluistert hij in mijn oor, kust me en knielt dan. ‘Lieve Luna, je bent heel belangrijk voor me, en dat weet je, dus wil je alsjeblieft met me trouwen?’ Zijn helderblauwe ogen boren zich in de mijne en kijken me hoopvol aan.
Ik knik enthousiast. ‘Natuurlijk!’ roep ik blij en druk mijn lippen tegen die van hem aan. Vanaf nu kan echt helemaal niks ons meer tegenhouden. We zullen trouwen, een baan vinden, een huisje kopen en dan een gelukkig gezinnetje krijgen. Samen zullen we een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Een betere, leukere toekomst.
Hij pakt mijn hand en drukt er een kus op. Daarna schuift hij er een simpele, zilveren ring omheen, maar ik ben dolblij. Samen zakken we onderuit en kijken naar de sterren, dit is waar ik van heb gedroomd. Maar toch ook niet, we zijn onze ouders, vrienden en familie kwijt. Het is een hele groot prijs die we beide hebben moeten betalen. Ze zullen naar ons op zoek gaan en ons misschien zelfs ooit vinden, maar wij laten niemand meer tussen ons in komen, zelfs onze ouders niet.

Hand in hand met Sven loop ik over de weg, naar heel ver weg. We hopen te kunnen liften zodat we op een betere plek uitkomen. Ik kijk in zijn mooie ogen en smelt. Hij kijkt terug en drukt een kus op mijn mond. Hoewel ik veel op heb moeten geven, ben ik nu met de man van mijn dromen en zodra we genoeg geld hebben, gaan we trouwen. Alleen, met z’n tweetjes, geen pottenkijkers. Ik weet dat hij nu hetzelfde denkt als ik.
Diep in gedachten verzonken, zonder een woord te zeggen, lopen we langs een weg met snel voorbijrazende auto’s. We letten niet op, hebben alleen aandacht voor elkaar. We praten met elkaar via onze gedachtes.
Het volgende moment gebeurd snel. Een harde knal, nog een knal.
Paniekerig kijk ik om me heen, waar is Sven?
Plotseling zie ik zijn lichaam. Hij beweegt niet. Huilend laat ik me naast hem zakken, schud hem door elkaar. Het werkt niet. Uit zijn hoofd drupt bloed. Of eigenlijk stroomt het. Mijn tranen stromen ook, over mijn wangen, op Svens levenloze lichaam.
Ik laat mezelf huilend op hem vallen. Om me heen klinken stemmen.
Het is genoeg, zonder Sven wil ik niet leven. Paniekerig kijk ik om me heen, tot ik een treinspoor zie en ik glimlach. Dit is mijn enige mogelijk om samen met Sven te zijn. Ik ren erheen, gooi me zonder twijfelen op het treinspoor en wacht.
Mensen kijken toe, fluisteren, mompelen. Sirenes van politie, ambulance, misschien zelfs wel brandweer. Dan komt de trein aan. Ik bijt op mijn lip en gooi me ervoor.

Dit is het einde. Nu ben ik voor altijd bij Sven. Echte liefde is onmogelijke liefde.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.