Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Loenatik [pauze] » De hoogste tijd voor een ontsnappingsplan
Loenatik [pauze]
De hoogste tijd voor een ontsnappingsplan
Margo:
Ik keek in de ogen van de man voor me en ik wist dat ik geen keus had.
Ik moest een ontsnappingsplan bedenken. Dit ging niet alleen maar om mij. Nu had ik ook de verantwoordelijkheid om Boris te helpen. Eerst moest ik er voor zorgen dat we konden ontsnappen en daarna moest ik hem helpen zijn familiefortuin terug te krijgen.
Langzaam begon er zich een plan in mijn hoofd te rijpen. Maar eerst...
"Boris, er is een ding dat ik nog niet begrijp. Hoe komt het dat jij niet in een cel zit en het belangrijkste, hoe komt het dat jij je toverstok nog steeds hebt?"
Voor het eerst sinds ik Boris ontmoet had, gleed er een grote glimlach over zijn gezicht. Zijn norse trekken verdwenen en het leek alsof de zon plotseling was begonnen met schijnen.
"Ja," begon hij. "Dat is een van de weinige goede dingen die er in mijn leven gebeurd zijn.
Haar naam was Alice."
"Was?"
Boris' dromerige glimlach verdween en op zijn gezicht was weer al het verdriet te lezen dat ik al eerder had opgemerkt.
"Voordat ik naar Azkaban werd vervoerd moest ik wachten in de kelders van het stadhuis, totdat het zogenaamde papierwerk was afgewerkt.
Voor zover de burgemeester wist, die overig een gewone Dreuzel was, was ik gewoon een man met een woedeprobleem die naar een militaire academie werd gestuurd."
De enige met wie ik contact had was het nichtje van de burgemeester die, zoals ik later ontdekte, een heks was, van de burgemeester."
"Was dat Alice?" onderbrak ik hem.
"Voor het eerst sinds onze ontmoeting zag ik Boris een beetje boos worden.
"Ja, dat klopt. Maar dat had ik zelf wel verteld, daarna."
"Sorry, het spijt me."
Beschaamd liet ik mijn hoofd hangen. Mmmm, mijn nagellak zou bijgewerkt moeten worden.
"Het maakt niet uit meissie. Maar probeer in het vervolg iets minder ongeduldig te zijn.
Maar goed, waar waren we? Oh, ja. Bij Alice.
Ach, Alice. Wat moet ik daar nou over zeggen. Ze was mijn zon. Haar haren waren van goud. Haar wangen als rozen. Haar ogen schitterde als miljoenen sterren. En ze was bereid een paar vriendelijke woorden te richten tot een arme bultenaar.
Dankzij haar was mijn verblijf in de kelders van het gemeentehuis geen hel. Ze zorgde dat ik goed te eten kreeg, en kwam soms echt om een praatje te maken. Ze maakte mijn leven dragelijk.
Als ik geluk had gehad, was ik niet naar Azkaban overgeplaatst en zou ik altijd bij haar kunnen blijven.
Maar ja, de augurei had voor mij gezongen en dat was de voorbode van een leven zonder geluk, die vaak eindigde met een pijnlijke dood."
Ik wou mijn mond openen om te zeggen dat hij technisch gezien nog niet echt dood was, maar op een een of andere manier leek het me beter om maar niks te zeggen.
"Alice en ik werden goede vrienden en de burgemeester had niks in de gaten. Alice beloofde mij een toverstok te bezorgen en me te helpen ontsnappen, zodat ik niet naar Azkaban hoefde.
En terwijl de maanden verstreken, groeide er tussen Alice en mij een band die verder ging dan alleen vriendschap.
En ik zal maar eerlijk zijn, ja, ik was verliefd op haar.
Maar goed, verder met het verhaal.
Na 15 maanden hadden Alice en ik eindelijk een plan klaar om mij te laten ontsnappen.
"15 maanden!" riep ik verschrikt uit.
"Ja, dat klopt hoezo, wat is daarmee?" vroeg Boris verbaasd.
Ik slikte even.
"Nou ja, 15 en...natuurlijk...en dan... het is gewoon...15 maanden is gewoon, eh, best wel lang."
Boris moest even lachen.
"Ja, dat klopt, meissie. Dat klopt."
Boris mocht het dan een beetje overdreven vinden, ik was echt geschrokken. Ik zat nu natuurlijk wel in Azkaban, maar als ik echt eerlijk tegen mezelf was, dan verwachte ik eigenlijk wel dat ik snel weer naar huis zou kunnen. Dat er iets zou gebeuren waardoor alles weer normaal werd en dat ik terug kon naar zweinstein. Waar dat gevoel vandaan kwam zou ik niet kunnen zeggen. Maar dat gevoel had ik gewoon.
Ik voelde dat ik begon te hyperventileren.
Rustig ademen hield ik mezelf voor.
Adem in, adem uit. Adem in, adem uit. In, uit, uit, in... uh ik bedoel in, uit.
Boris stond me aandachtig op te nemen.
"Gaat het meissie?"
"Ja, hoor. Maar het is gewoon, ik moet iets doen." gooide ik eruit.
"Dat ik de zon nooit meer zie, oke. Kan ik mee leven. Zelfs het feit dat ik hier altijd moet blijven en zelfs het feit dat mijn familie en vrienden nooit meer zie maakt me niet uit. Ik wil gewoon iets doen, ik bedoel, Kathelijn blijkt iemand te hebben vermoord, ik heb waarschijnlijk iemand vermoord, iedereen haat me en ik moet mijn hele leven hier blijven.
Ik ben wel toe aan iets Loenerigs."
Boris' ogen glinsterden verdacht toen hij antwoordde.
"Nou, dan moeten we daar maar iets aan doen, hé meissie."
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.