Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Verdoemd Tot De Dood (Trilogie) [Tijdelijk gepauzeerd] [of toch niet zo tijdelijk] » Een Nieuw Begin
Verdoemd Tot De Dood (Trilogie) [Tijdelijk gepauzeerd] [of toch niet zo tijdelijk]
Een Nieuw Begin
'Heb je alles, lieverd?' vroeg mijn moeder voor de honderdste keer.
'Ja mam!' Ik wasveel te blij om geïrriteerd te raken.
'Let goed op jezelf en maak maar veel nieuwe vrienden!'
'Oké mam!'
Ik omhelsde haar voor de laatste keer en stapte toen de oude stoomtrein in. Mijn allereerste jaar op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus zou gaan beginnen! Ik zocht een niet al te volle coupé. Ze waren eigenlijk allemaal bezet dus op een gegeven moment gaf ik het op.
'Zou ik hier bij mogen zitten?' vroeg ik met een glimlach.
'Tuurlijk!' zei het enige meisje. Ze had lang, bruinig haar met een slag erin. Verder zaten er nog twee jongens: eentje met zwart haar en een bril en een met rood haar. Ik legde mijn koffer in het rek en nam plaats op de bank.
'Ben jij niet dat ene nieuwe meisje?' vroeg de jongen met het rode haar. 'Die ene die instroomt in het zesde jaar?'
'Ja, dat klopt. Dat ben ik.'
'Leuk je te ontmoeten, ik ben Ron Wemel.'
'Ik ben Melody.'
'Ik ben Harry,' zei de andere jongen.
'Hoi!'
'En ik ben Hermelien,' zei het meisje.
'Leuk jullie te ontmoeten. In welke afdeling zitten jullie?'
'Griffoendor,' zeiden ze tegelijk.
'Mijn ouders zeiden inderdaad dat ik moest zorgen dat ik in die afdeling terecht kom. Dat schijnt de beste te zijn, niet?'
Precies nadat ik dat had gezegd ging de coupédeur open en stonden er drie jongens voor ons. De voorste was heel knap, maar de andere twee juist helemaal niet. ik lachte naar ze en besloot mezelf voor te stellen, maar de knappe jongen begon al eerder met praten.
'Zozo,' zei hij tegen de anderen. 'Hebben jullie haar ook al om jullie vingers gewonden? Luister niet naar hen, Melody.'
'Hoe weet je hoe ik heet?' vroeg ik verbaasd.
'Wie weet niet hoe je heet? Iedereen heeft het over je. Nu snap ik waarom.' Een lieve glimlac sierde zijn gezicht.
'Hoe heet jij dan?'
'Ik ben Draco Malfidus, Zwadderich.'
Oké, dat laatste maakte nu even niks uit. ik schudde zijn uitgestoken hand en lachte.
'Aangenaam kennis te maken.'
'Kom bij ons in de coupé zitten, dan hoef je niet met deze mensen te praten.'
Ik keek de anderen aan en haalde mijn schouders op. Tsja, ik mocht kiezen! Ik pakte mijn koffer en zei: 'Ik zie jullie later wel!'
Ik liep met de jongens mee naar hun coupé die al halfvol zat met Zwadderaars. Eigenlijk was er al geen plek meer voor mij.
'Jongens, dit is nou Melody,' stelde Draco me voor.
'Hoi,' zei iedereen tegelijk. De jongens keken me bewonderend aan en het meisje vriendelijk.
'Ga daar maar zitten,' zei Draco, en wees naar de plek in de hoek tegenover het meisje. Ik legde mijn koffer weg en plofte neer op de bank.
'Maar nu is er geen plaats meer voor jullie,' zei ik.
'Dat geeft niet,' zei Draco. 'Korzel gaat wel ergens anders zitten.'
'Nee, dat is sneu. Ik weet al wel iets.'
Ik stond op en wrong me tussen het meisje en een jongen in op de bank.
'Vinden jullie dit erg?' vroeg ik, maar vooral de jongen schudde overduidelijk van nee. Daarvoor kreeg hij een klap van Draco.
'Laat haar nou,' zei hij, lichtelijk geïrriteerd. Maar ik voelde me best wel gevleid. de rest nam plaats op de bank tegenover ons.
De reis verliep gezellig. We praatten heel veel, iedereen had zich voorgesteld en we aten een hoop snoepjes die ik nog nooit had gezien.
'Ik snap echt niet hoe jullie kunnen overleven zonder koffie,' zei ik op een gegeven moment. 'Ik drink iedere dag koffie.'
'Dan kun je proberen een koffiezetapparaat in de keuken van Zweinstein te krijgen,' zei Patty, het meisje. 'Nu wil ik het ook wel eens proeven.'
Even later waren we aangekomen op school. Ik moest mee met de eerstejaars om ingedeeld te worden. Ik was wel een beetje nerveus. Aan de ene kant wilde ik wel in Zwadderich, maar ik wilde ook dolgraag in Griffoendor. We zouden zien. Ik moest als laatste op het krukje gaan zitten en professor Anderling zette de Sorteerhoed op mijn hoofd.
'Hmmm,' begon de Hoed. 'Een apart geval.'
Wauw. Dat helpt.
'Wat?'
Leest dat ding gedachten of zo?
'Ja, eigenlijk wel.'
Shit.
'Je twijfelt. Tussen Griffoendor... en Zwadderich.'
Ja, dat klopt.
'Waarom zou je voor Zwadderich gaan?'
Ik kon het echt niet helpen om aan Draco te denken.
'Je vind hem leuk?'
'Niet zo hard!'
'Sorry, meisje, maar jij bent de eerste waarbij ik niet kan kiezen.'
Ik keek naar Draco die een brede grijns om zijn mond had en me een knipoog gaf toen hij me zag kijken. Ik kreeg een knalrood hoofd en keek naar mijn schoenen.
'Ik kan je niet indelen.'
De zaal maakte gezamenlijk een geschokt geluid, maar het kon mij niet zo veel schelen. Dan kon ik met iedereen tegelijk vrienden blijven! Professor Anderling haalde de Hoed van mijn hoofd af en ik liep naar de tafel van Griffoendor, aangezien ik me nog steeds schaamde voor dat Dracoding.
'Wat was dí¡t?' vroeg Ron ontzet.
'Weetje,' zei ik. 'Ik heb geen idee. Maar ik vind het niet erg.'
'Hoe moet dat dan met je lessen?' vroeg Hermelien. 'Je moet vast een aangepast rooster volgen ofzo.'
'Ik weet het ook niet.'
Professor Anderling kwam onder het eten naar me toe om me een aantal dingen uit te leggen.
'Pond,' begon ze. 'We gaan een aangepast rooster voor je samenstellen waardoor je les krijgt met alle afdelingen. Zo hopen we wat duidelijkheid naar boven te brengen. Zo lang als we het nog niet hebben volg je het rooster van Griffoendor. Begrepen?'
'Ja professor!'
Ze liep weer naar de lerarentafel, maar bleef de hele tijd bezorgde blikken op me werpen.
Toen we klaar waren met eten liet Hermelien me de leerlingenkamer en de slaapzaal zien. Ik vond het heel aardig, maar eigenlijk was ik gewoon heel moe. Toen ik dat zei, bleek dat er helemaal geen bed voor mij was. "Omdat ik officieel niet in Griffoendor zit". Wat een onzin!
'Waar moet ik dan slapen?' vroeg ik verontwaardigd.
'Eh...' Hermelien wist het ook niet zo goed. 'Op de bank?'
Zo kwam het dat ik even later op de bank lag weg te dommelen onder een warme deken. Het was echt heel comfortabel om zo te liggen. Net toen ik half in slaap was gevallan, hoorde ik een stem bij mijn hoofd. Het duurde even voordat ik weer wakker was en kon zien wie daar stond.
'Melody?'
Ik had mijn ogen half open.
'Draco?'
'Ja, ik ben het.'
'Hoe ben je binnen gekomen?'
'Wachtwoord afgeluisterd.'
'Wat kom je doen?'
'Als je wilt is er nog een plekje vrij in de leerlingenkamer van Zwadderich.'
'Hebben jullie ook zo'n lekkere bank?'
Hij lachte. 'Ja.'
Ik stond iets te snel op waardoor ik mijn evenwicht verloor en Draco me moest opvangen. Wauw. Net wat ik nodig had na dat Sorteerhoed-incident. Hij lachte erom en hielp me mijn spullen te dragen.
De leerlingenkamer van Zwadderich was tien keer minder knus dan die van Griffoendor, dat was zeker. Maar dat maakte niks uit: ik was ten slotte bij Draco.
'Dit is het dan,' zei hij. 'Ik hoop dat je hier kunt overleven.'
'Ja hoor,' antwoordde ik stoer. 'Dat moet lukken.'
Hij zette mijn koffer neer en legde de deken over me heen toen ik had plaatsgenomen op de bank.
'Weetje, Draco,' begon ik.
'Hmmm?'
'Ik verwacht nu wel dat jij hier op die andere bank blijft slapen.'
Hij lachte en zei: 'Als dat is wat jou gelukkig maakt...'
Hij pakte ook een deken en een kussen en legde ze op de andere bank. Maar eerst kwam hij nog even naar mij toe.
'Melody?'
'Ja?'
'Wat is je favoriete Disney prinses?'
Wat was dat voor coolevraag? Ik ben dol op Disney!
'Hoe weet je dat ik van Disney hou?'
'Intuïtie.'
'Hmmm.... Sneeuwwitje.'
'Welterusten dan, Sneeuwwitje.'
Hij lachte en nam plaats op de andere bank.
'Welterusten, prins Draco.'
Daar moest hij om lachen.
'Slaap lekker.'
De volgende ochtend werd ik wakker van rare geluiden. Toen ik het voor elkaar had gekregen om mijn ogen open te doen, zag ik dat Draco al wakker was en bezig met zich aan te kleden. Ik rekte me uit en hij draaide zich om.
'Goeiemorgen, Sneeuwwitje,' grijnsde hij.
Oké. Normaal gesproken was ik echt niet zo. Maar Draco is echt een lekker ding. En als hij dan opeens zo voor je staat. Zonder shirt. Ja, dames en heren, hij had GEEN shirt aan. En hij had een stel spieren waar veel jongens jaloers op zouden zijn. En hij was niet vergeten dat Sneeuwwitje mijn lievelingsprinses was. Bezink-moment.
'Goeiemorgen, prins Draco,' glimlachte ik slaperig.
Hij trok zijn shirt aan en hielp me overeind
'Lekker geslapen?' vroeg hij.
'Ja hoor, prima. Jij? Nog gedroomd over prinsessen en witte paarden?'
'Nee, jammer genoeg niet,' lachte hij.
Ik besloot een opfrissende douche te nemen. Toen ik dat had gedaan, trok ik wat leuke kleding aan en liep naar de Grote Zaal voor het ontbijt. Ik ging aan tafel zitten met de Zwadderaars, omdat ik de Griffoendors de hele dag wel zou zien. Ik ging tussen Draco en Patty in zitten en kwam zo automatisch tegenover Benno te zitten. Dat was de jongen waar ik op de heenweg naast had gezeten. Ik wist niet zo goed wat ik van hem moest denken. Aparte gast.
'Stilte, alstublieft,' zei Perkamentus, en het werd gelijk stil. 'Ik heb een aantal mededelingen betreft het nieuwe jaar. Allereerst is er een leerlingenraad samengesteld die evenementen organiseert voor de leerlingen. Zo zijn er bijvoorbeeld al plannen om meerdere scholfeesten te houden per jaar.'
Er klonken blije geluiden uit de zaal. Ik vond het oké, maar had het eigenlijk niet zo op grote dansfeesten.
'Ten tweede wil ik graag een nieuwe leerkracht verwelkomen. Professor Slakhoorn zal Toverdranken gaan geven. Het vak Verweer Tegen De Zwarte Kunsten zal voortaan gegeven worden door professor Sneep. Tot slot wil ik nog zeggen dat er dit jaar meerdere bezoeken aan Zweinsveld toegestaan zijn. Nu mag je, met toestemming, ieder weekend een bezoekje brengen. Maar voor nu zou ik zeggen: eet smakelijk.'
Het eten verscheen op tafel en natuurlijk viel ik meteen aan.
'Heeft Sneeuwwitje honger?'
Ik had net een stuk toast met ei in mijn mond gestopt en draaide mijn hoofd om. Ik slikt de grote hap door.
'Sneeuwwitje moet vandaag lang naar school.'
Ik stortte me weer op mijn ontbijt. Er was zoveel dat ik wilde. Toast, ei, kaas, stokbrood, bagels, aardbeienjam, geconfijte ananas, suikerdonuts... dit kreeg ik thuis niet iedere dag!
'Kijk,' begon ik tegen Patty. 'De meeste mensen zouden nu een kopje koffie drinken. Maar ik weet niet eens of jullie dat wel willen, dat zijn echt Dreuzeldingen.'
'Melody?' vroeg Draco ernstig. 'Zijn jouw ouders tovenaars?'
'Dan wil ik eerst weten of dat wat uitmaakt.'
Het bleef even akelig stil.
'Nou, zeg het nou maar gewoon.'
Maar ik zei niks. Patty keek me achterdochtig aan en Benno had dezelfde blik als Draco in zijn ogen.
'Maakt het wat uit, Draco?' vroeg ik nog een keer.
'Nou, ja, eigenlijk wel.'
Ik keek hem boos aan.
'Dus jullie beoordelen mensen op het feit of ze volbloed tovenaars zijn of niet?'
'Ja...'
'Nou weet je, dat is ziek. En vraag me nooit meer naar mijn ouders.'
Er sprongen tranen in mijn ogen van woede, maar ook van verdriet. Hoe kon ik hier nou weer verzeild geraakt zijn? Ik liet mijn ontbijt staan en rende naar de leerlingenkamer om mijn spullen te pakken. Maar al halverwege de eerste trap haalde Draco me in.
'Melody, wacht.'
Ik stopte met rennen. Draco kwam naast me staan en pakte mijn linkerhand vast.
'Ik wilde je niet kwetsen.'
'Draco.'
Ik kreeg de zin nauwelijks over mijn lippen.
'Ik heb mijn ouders nooit gekend. Ze waren al weg toen ik één jaar oud was.'
'Hoezo?'
'Dat weet ik nog steeds niet. Ik ben opgevoed door mijn adoptieouders. Dat waren Dreuzels. Ik weet niet of mijn ouders tovenaars zijn of niet, maar ik denk dat het niks uitmaakt. En als je het niet erg vind, ga ik nu mijn koffer pakken.'
Ik wilde weglopen, maar hij had nog steeds mijn hand vast.
'Wat wil je nou eigenlijk van me?' schreeuwde ik boos.
'Je hebt gelijk. Ik denk dat het inderdaad niet uitmaakt ofje volbloed tovenaar bent of niet.'
Ik bleef staan.
'Draco?' Nu was het mijn beurt om ernstig te kijken.
'Wat?'
'Beloof je eerst om niet boos te worden?'
'Beloofd.'
'Is jou vader... nou ja... een Dooddoener?'
'Waarom denk je dat?' Zijn gezicht stond strak.
'Gewoon, nieuwsgierig.'
'Ja, Melody, mijn vader is een Dooddoener. Al heel erg lang. Nu hebben ze zelfs vergaderingen in ons huis.'
'Is dat niet akelig?'
'Heel.'
Ik pakte zijn hand met allebei mijn handen en kneep er zachtjes in. Toen liet ik hem los en liep naar boven. Bijna te laat voor de les!
'Waarom heb je geen schooluniform aan?' vroeg Ron.
Ik was net bezig met een Mandragora verpotten, dus ik gaf pas antwoord toen ik hem weer had bedolven onder het zand.
'Ik zit nog niet in een afdeling,' schreeuwde ik boven het gekrijs van de planten uit. 'Ik hoef geen uniform aan voordat ik ben ingedeeld.'
'Oké, ik snap het.'
Ik besloot dat ik Kruidenkunde geen leuk vak vond. We hadden het met Huffelpuf, maar dat waren een beetje saaie kinderen. Ik had meer zin in Toverdranken, vooral nu we het niet van Sneep hadden. Hij scheen een hele slechte leraar te zijn.
Even later liepen we door de gangen naar Toverdranken. We moesten een brouwsel van de Levende Dood maken, en degene die het lukte kreeg een flesje Vloeibaar Geluk. Ik kan me de officiële naam niet meer herinneren. Deze keer hadden we les met Zwadderich, dus ik ging aan een tafel zitten met Draco, Patty en Benno.
Ik opende mijn boek en las de instructies door. Het leek best gemakkelijk, maar toen ik het ging proberen mislukte het zo dramatisch dat mijn drankje groen werd in plaats van zwart. Het begon ook nog te roken. Op een gegeven moment ademde ik het gas in, werd duizelig en viel flauw.
'Melody?'
Ergens in de verte hoorde ik mijn naam.
'Melody?'
Ik rende over het zandweggetje, maar alles leek in slowmotion te gaan.
'Draco!'
Ik rende steeds sneller. Hij kwam steeds dichterbij, maar veel te langzaam. Opeens hoorde ik vlak naast mijn hoofd nog een keer zijn stem.
'Melody, word wakker!'
Ik sprong recht overeind in mijn bed en was meteen klaarwakker.
'Wat?' vroeg ik verward.
'Oh, je bent er nog!'
'Waarom zou ik er niet meer zijn dan?'
Ik kreeg geen antwoord, maar wel een iets te stevige omhelzing van Draco.
'Ik ben zo blij!'
'Draco... geen... lucht...'
'Sorry, sorry!' Hij liet me onmiddelijk los.
'Is alles oké?'
'Beetje warrig. Hoe lang ben ik weggeweest?'
'Eerlijk?'
'Ja...'
'Drie dagen.'
'Drie dagen? Dat is langer dan ik je ken!'
'Ik weet het.'
Hij streek met zijn duim over de rug van mijn hand. Eigenlijk had ik toen pas door dat hij hem had vastgepakt. Hij pakte hem met beide handen vast. Ik glimlachte. Wat was er toch aan hem dat Harry, Ron en Hermelien zo haatten?
Professor Perkamenus en professor Anderling kwamen de ziekenzaal binnen. Ze keken ernstig.
'Mevrouw Pond,' begon professor Anderling. 'Bent u in staat om even met ons te praten?'
'Natuurlijk, professor.'
'Meneer Malfidus, komt u even mee?'
Draco hielp me uit bed en met lopen. Door mijn val had ik ook mijn enkel gekneusd.
Op de gang wilden de professoren iets belangrijks met ons bespreken.
'Draco,' begon Perkamentus, die iedereen altijd met hun voornaam aansprak. 'We hebben een eigenaardige brief gekregen van je ouders. In de brief verzoeken ze jullie om onmiddelijk naar Villa Malfidus te komen. Het is een kwestie van leven en dood.'
Ik keek Draco angstig aan, maar hij keek emotieloos naar de grond.
'Wat heeft dit te betekenen?'
Draco keek eerst naar mij en toen naar Perkamentus.
'Dat kan ik u niet zeggen, professor.'
Ik snapte er echt helemaal niks van. Wat was er in hemelsnaam aan de hand?
'Is het echt nodig dat jullie per direct daarheen Bijverschijnselen?'
Draco knikte.
'Jullie krijgen tien minuten.'
De leraren liepen weg en Draco keek me aan. Zijn gezicht stond strak, maar in zijn ogen kon ik het verdriet en de pijn lezen.
'Melody,' begon hij. 'Het spijt me vreselijk dat dit zo moet gaan.'
'Wat is er allemaal aan de hand?' vroeg ik verward.
Draco pakte de mouw van zijn linkerarm en duwde hem omhoog.
Mijn wereld stond even stil.
De bekende tatoeage van een schedel met een slangentong sierde zijn onderarm. Ik kon nergens anders meer naar kijken, ook niet toen hij begon uit te leggen.
'Ik moest wel ja zeggen. Anders had hij mij vermoord.'
Ik wist mijn blik af te wenden en keek hem in zijn ogen. Hij was bang. Ik pakte zijn gezicht met beide handen vast.
'Ik begrijp het,' zei ik.
Hij keek me aan en er rolde een traan over zijn wang. Ik veegde hem weg en omhelsde hem stevig.
'Je bent niet alleen, dat weet je.'
Ongeveer tien minuten later stonden we voor een grote, oude voordeur.
'Aan u de eer,' zei Draco met een glimlach.
Ik pakte de zware klopper en klopte er twee keer mee. Niet lang daarna kwam Draco's vader opendoen.
'Hallo meneer,' zei ik vrolijk. 'Ik ben Melody Pond.'
Hij leek een beetje van de wijs gebracht door mijn vrolijkheid.
'Melody weet zeker niet waar dit over gaat, Draco?' vroeg hij.
Draco schudde zijn hoofd.
'Pond, bereid je maar voor op het ergste moment van je hele leven.'
Ik besloot mijn humeur daar niet door te laten beïnvloeden. We liepen achter zijn vader aan een paar gangen door en een paar trappen op. Uiteindelijk kwamen we bij een deur. Draco pakte mijn hand en kneep er even in. Het voelde alsof hij me nooit meer los ging laten.
De deur zwaaide open. We kwamen in een redelijk grote kamer met een open haard en een lange, donkere tafel met een hele hoop mensen er omheen. Al het andere meubilair was weggeschoven. De mensen rond de tafel hadden allemaal een zwart gewaad aan en een bepaalde blik in hun ogen. Ik ging de tafel af om te kijken of ik mensen zag die ik kende. Bellatrix van Detta, Fenrir Vaalhaar, en zo kon ik nog wel een tijdje doorgaan. Maar aan het hoofd van de tafel zat de persoon die ik had gehoopt nooit te hoeven zien in mijn leven. Half mens, half slang. Krijtwitte huid. Ogen waar je niet in zou durven kijken.
Het was hem echt. Voldemort was hier in de kamer.
Ik kreeg een ijskoud gevoel in mijn maag en een brok in mijn keel. Ik was doodsbang dat hij opeens iemand zou vermoorden. Ik kneep harder in Draco's hand.
'Zozo,' begon Voldemort. 'Als we daar de jeugd niet hebben.'
Sommige mensen om de tafel grinnikten kort.
'Een van hen heeft zich al bij ons aangesloten. Maar de ander...'
Hij keek me recht in mijn ogen. Ik wilde wegkijken, maar kon het niet. Zijn blik hypnotiseerde me op een bepaalde manier. Hij was uiteindelijk degene die het contact verbrak.
'Kijk nou, ze houden handjes vast.'
Nu lachten er meer mensen. Maar we lieten niet los. En toen zag ik ineens Sneep zitten. Hij was een van de Dooddoeners rond de tafel. Dat verbaasde me echt heel erg. Misschien was hij niet zo aardig, maar dit had ik echt niet van hem verwacht. Hij zag dat ik keek. Ik keek snel de andere kant op en kreeg een rood hoofd.
'Melody Pond.'
Ik keek weer naar Voldemort, die met zijn toverstok zat te spelen.
'Zestien jaar oud.'
Ik merkte dat Draco dichter tegen meaan ging staan. Ik deed hetzelfde.
'Zij-instromer op Zweinstein. De eerste die de Sorteerhoed niet kon indelen.'
Wat eng hoeveel hij over me wist.
'Ze zeggen dat je erg intelligent bent. Dat zouden we hier wel kunnen gebruiken.'
Het bleef een hele tijd akelig stil.
'Wie stemt er voor?'
Ik had geen idee wat dat betekende, maar heel veel mensen staken hun hand op. Draco en zijn vader ook.
'Wie tegen?'
Er waren maar vier mensen die tegen stemden, en zoals ik al had verwacht, werden die vermoord. Een traan van nervositeit rolde over mijn wang.
'Kom hier, meisje.'
Ik liet Draco los en liep met knikkende knieën naar Voldemort toe. Hij pakte mijn linkerarm en zette zijn toverstok op mijn huid. Er ging een krankzinnige pijn door mijn onderarm, maar het enige wat ik deed was even mijn ogen dichtdoen.
'Je zult een opdracht moeten volbrengen.'
Oh nee. Moest ik iemand vermoorden?
'Ik wil dat je die vieze Anderling uit de weg ruimt.'
Oh nee! Waarom ik? Dat kon ik nooit! En bovendien zou het technisch helemaal niet kunnen. Hoe moet ik nou weten hoe de Avada Kedavravloek gaat? En met dat brouwsel ging het ook niet helemaal goed...
Ik knikte kort en ging weer naast Draco staan. Hij pakte weer mijn hand vast en had er zo te zien heel veel moeite mee dat dit mijn opdracht was. Arme Draco. Wat zou zijn opdracht zijn?
Toen de vergadering was afgelopen liep ik met Draco mee naar zijn slaapkmer. Het was een erg ruime kamer met witte en zwarte meubels. Het allereerste dat me opviel was de muur die bedekt was met CD kasten en muziekpoters. Hij had zo te zien net als ik een grote passie voor muziek. Ik zag ook nog een akoestische gitaar staan. Nog beter.
Ik ging naast hem op het grote bed zitten en pakte zijn hand.
'Melody?' vroeg hij.
'Ja?'
'Het spijt me enorm.'
'Het is toch niet jouw schuld?'
'Jawel. Als je mij niet had ontmoet was dit nooit gebeurd.'
'Als ik jou niet had ontmoet was ik in Griffoendor ingedeeld en was ik er nu misschien wel vandoor gegaan met Harry Potter.'
'Ieks.' Hij rilde bij het idee.
'Draco?' Nu was het mijn beurt om iets te vragen.
'Wat is jouw opdracht?'
Hij bleef heel lang stil. Te lang.
'Ik moet Perkamentus vermoorden.'
Mijn mond viel open.
'Nee!'
'Jawel.'
'Wat erg.'
Hij staarde voor zich uit. na een lange tijd verbrak ik de stilte.
'Ik moet je iets vertellen,' zei ik. Hij keek me verrast aan.
'Vertel.'
'Je bent echt een hele goede vriend. En ik weet dat we elkaar pas een weekje kennen. Maar... ik vind je leuk. Leuker dan, nou ja, gewoon leuk. Snap je?'
Hij kreeg een glimlach op zijn gezicht.
'Ja, ik snap het.'
'Vind jij mij ook leuk?'
Hij boog zich dicht naar me toe en zei: 'Jazeker, Sneeuwwitje.'
Toen zoende hij me.
verder verder verder verder verder verder verder