Hoofdcategorieėn
Home » De Hongerspelen » Blackbird [afgewerkt] » Two little blackbirds, sitting in a tree...
Blackbird [afgewerkt]
Two little blackbirds, sitting in a tree...
Ik werd wakker door mannenvoeten die me wakker stampten. Bam. Bam. Bam.
Er zat een bepaald ritme in. Een vertrouwd ritme. Vier jaar geleden kon je ook mijn vaders voeten daartussen horen stampen. Op de een of andere manier volgden zij een ander ritme. Bam. Bambam. Bam. Er zat een soort huppeltje in.
En als ik dan dat loopje hoorde, telde ik tot tien. Mijn moeder zette namelijk iedere dag, iedere morgen stipt om zes uur de televisie aan, tien seconden nadat mijn vaders voeten waren gepasseerd. Iedere morgen. Ze keek dan naar het voorgekauwde journaal van het Capitool met gecensureerd nieuws en interviews met vredebewakers die weer eens “heldhaftig”¯ daden van rebellie in de districten hadden onderdrukt. Ik snapte nooit waarom ze ernaar keek. Ze haatte hen. En bovendien: ze lieten ons toch nooit de waarheid zien. De waarheid waar het Capitool zo bang voor was. Dat dat jaar in de districten het “wonderjaar”¯ werd genoemd. Overal, zelfs in district één en twee. Iedereen was ervan overtuigd dat we Panem zouden bevrijden van de barbaarse tirannie des Capitools. Alleen niemand deed iets. Niemand durfde iets te doen. Ze wilden wel vrijheid maar konden er niet voor vechten.
Op mijn ouders na.
Onze corrupte burgemeester houdt met de adem van Snow in zijn nek hijgend nog steeds vol dat ze tijdens een picknick zijn getroffen door een omvallende boom. Allebei op slag dood, zo luidde het piepkleine berichtje op de een na laatste pagina van de krant. Meer woorden wilden die hufters er niet aan kwijt maken.
Maar ik geloof hem en al helemaal de president niet. Ze wisten dat mijn ouders in het verzet zaten. Alleen bewijzen hadden ze niet. Hun dood zou dus moeten lijken op een ongeluk, want mijn vader en moeder moesten ze kwijtraken. Stel je eens voor dat de rest hun “schadelijke”¯ ideeën overnam. Maar eerlijk gezegd had het volk van Panem daar mijn ouders niet voor nodig. Want zoals mijn vader had gezegd, vlak voordat hij met mijn moeder ging “picknicken”¯ : “Een volk dat niets te verliezen heeft komt in opstand, en daar zal het Capitool nog wel achter komen. Maar dan is het al te laat…”¯ Hij gaf me een kus op mijn voorhoofd hetgeen hij altijd deed als hij lichtelijk overstuur was en mijn moeder omhelsde me. Het leek alsof ze wisten dat dit de laatste keer was dat we elkaar zouden zien. Trelb kreeg dezelfde behandeling. We namen niet meer de moeite om ze uit te zwaaien. Ze waren straks toch wel weer terug. Hoe een kind toch ooit zo fout kon zitten…
Deze ochtend stampten alle mannenvoeten dus gewoon gelijk. En tien seconden later hoorde ik ook niet de begintune van het journaal. Ik hoorde alleen maar twee merels in een dennenboom zitten. Toen ik opkeek, zag ik ze naar elkaar toe buigen en ze zongen. Het was weer eens zo’n dag als alle andere.
*
Ik stond op en maakte het ontbijt klaar. Een grof stuk oud brood scheurde ik doormidden. Een deel voor Trelb, een deel voor mij. Ik gooide wat water op mijn gezicht en terwijl ik daar bij de oude pomp stond, merkte ik dat Trelb al weg was. Vandaar dat het brood zo veel minder leek dan gisteravond. Hoewel, het brood leek altijd minder groot dan je verwachtte. Ik tuurde in de verte en kon net de wijzers van de grote klok onderscheiden van elkaar. Shit, het was al half zeven. Ik was weer veel te lang in bed blijven piekeren. Het was hoog tijd voor school.
Love it Heel leuk en mooi geschreven! Snel verder?
Xx