Hoofdcategorieėn
Home » De Hongerspelen » Blackbird [afgewerkt] » Arbor
Blackbird [afgewerkt]
Arbor
De zuurste docente van allemaal sloeg op een belletje. De lessen gingen beginnen. Ik dacht chagrijnig over welk vak ik als eerste had. Naaien.
Je zou denken dat als een school het vak Naaien aanbood, die school dan ook voldoende naaimachines tot zijn beschikking had. In tegendeel, er was er precies één te vinden. Een oud krakkemikkig gevalletje waarbij je blij was als hij niet na een steek al in elkaar donderde van ellende. En aangezien onze school Capitoolgezind was, net als de rest van het district op de oorspronkelijke inwoners na, viel het me altijd op dat de dochters van de boekhouders veel vaker aan de beurt kwamen dan de dochters van eenvoudigere vaders. Of een dochter zonder vader…
Terwijl ik dus op het achterste krukje prutste met naald en draad en af en toe een afkeurende blik in ontvangst nam, staarde ik naar buiten. De school was te arm voor glazen ruiten en dit was dus niet erg moeilijk. Een paar meisjes stonden buiten onder begeleiding van onze conciërge, de enige man die hier te vinden was, hout te hakken. Dat waren “de speciale gevallen”¯. Onze hoofdjuf noemde hen zo, met een gezicht alsof “speciaal”¯ iets negatiefs was. Ik wilde dolgraag bij hen horen. Zij waren degene die na school namelijk geen marktverkoopster, naaister of schooljuf werd maar houthakster. De burgemeester had hen geselecteerd. Het waren de meisjes die de meeste onrust in de klas veroorzaakten en dus “gestraft”¯ werden met een mannenberoep. Maar houthakken was geen straf. Het was leuk en in het bos was je veilig. Dat was de mening van zowat alle meisjes. Alleen had de burgemeester dat nog niet door. Er was ook niemand die het in z’n hoofd haalde om hem dat te gaan zeggen. We keken wel uit.
Ik werd uit mijn overpeinzingen gerukt doordat de naaijuf pinnig in haar handen klapte. “Meisjes, meisjes”¯ Zo begon ze alle mededelingen. “Vandaag de dag groeit ons Capitool waar we allemaal zo trots op zijn steeds groter. Haar behoeftes worden zodoende ook groter.”¯ Een meisje in onze klas gniffelde om die laatste woorden. Ik mocht haar wel. “Wij, de nederige districten van Panem zijn ervoor om haar in die behoeftes te voorzien. Jarenlang is de wens Hout geweest. Maar het Capitool word welvarender en wil pronken met mooie dingen. Vanaf vandaag wordt er dus een nieuw beroep in District 7 opgericht: houtbewerken. En aangezien de mannen hun handen al vol hebben aan houthakken, wordt dit beroep toegevoegd bij de meisjes. Vanaf vandaag krijgen jullie dus les in Houtbewerken. Mag ik jullie onverdeelde aandacht voor jullie leraar: Arbor!”¯
De eerste gedachte die ik had was: “Er is een ontsnapping mogelijk. Een beroep waarbij ik veel te maken heb met hout en dus bos.”¯ Maar toen ik een dikke, pijprokende, vieze man ons lokaal zag binnenstappen, spatte die gedachte uiteen als een zeepbubbel op een warme zondag.
*
Toen Trelb die avond thuiskwam, was ik in een rotstemming. Onhandig omhelsde hij me. Zijn geruite blouse rook naar kruidig zweet maar vooral: dennenappels en schors. Hij rook naar vader. Ik werd er iets rustiger van. We waren niet echt een familie die over zijn of haar problemen praatte en dus vertelde ik hem niet hoe mijn dag op school was geweest. Ik vertelde hem niet dat Arbor een inleiding van het vak Houtbewerken had gegeven, dat me dat een heel leuk vak leek maar omdat Arbor er vies uitzag en met consumptie praatte hij waarschijnlijk dit beroep aan de meisjes met de grootste borsten zou geven. Nee, dat deed ik niet. Ik kroop tegen Trelb aan en samen aten we de bramen en aalbesjes die hij tijdens zijn werk had verzameld. Mijn broer lustte helemaal geen aalbesjes maar hij wist dat ik er zo van hield en hij nam ze dan ook zo vaak mogelijk mee. Er stond mij dan misschien geen leuke toekomst te wachten, ik had wel een lieve broer.
Omygaaawd ik vind Trelb zo leuk >.<
Echt een schatje!
En die geuren, mwhaha je beschrijft het zo goed
Dat je gewoon helemaal wegdroomt!
GREAT!
Kus