Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » De weddenschap [3-shot] » Jared Leto
De weddenschap [3-shot]
Jared Leto
Met knikkende knieën loop ik het vertrek binnen. Dit is mijn laatste kans. Het is bloedheet en dat doet mijn zenuwen geen goed. Het is wit. Alles is wit en dat reflecteert het zonlicht zo sterk dat ik mijn ogen toe moet knijpen om nog iets te kunnen zien. Ik ben niet de enige in het vertrek. Er staan twee mannen met camera’s en een vrouw met een microfoon. Ze zien me niet, of ze doen alsof ze me niet zien. Ik zie hen ook niet. Alleen een beetje. Schimmen in een wereld van met zonlicht overgoten wit. Wat doe ik hier?
Ik hoor zijn stem door mijn hersenen dreunen. Mijn beste vriend. Een echte weddenschap. Een echte uidaging. Zijn overredingskunsten zijn ongeëvenaard. Ik weet het, al jaren, maar ik heb me er nooit tegen kunnen verzetten. Altijd zei ik na afloop tegen mezelf dat ik er klaar mee was. Nooit kwam ik die woorden na. De volgende dag kreeg hij me weer net zo ver. Verder. Te ver.
Ik besef me dat het hier heel anders is dan thuis. Nou ja, bij ons. Wij doen nooit interviews. Geen cameramannen. Af en toe fans, die speciale kaartjes gewonnen hebben. We hebben nooit signeersessies verkocht. Hooguit verloot. Mijn laatste interview kan ik me niet eens herinneren. Mijn laatste weddenschap wel. Daarom ben ik hier. Ik weiger me gewonnen te geven, al weet ik dat ik eigenlijk al verloren heb. Er is nog hoop. Een beetje. Een klein beetje. Eigenlijk niet.
Twee jaar heeft voor mij de doorslag gegeven. Dat is lang. Genoeg tijd om de missie te volbrengen. Of te vergeten. Uiteindelijk is het geen van beiden geworden. Ik heb nog een week. Eén week. Zeven dagen. Hoeveel uur is dat? Veel. Veel uur, maar weinig tijd. Na vandaag geef ik me over. Hij heeft toch al gewonnen, eigenlijk, officieel. Anderhalf jaar geleden. Zijn triomf hangt boven mijn bed. Zijn idee, niet het mijne. Alles was zijn idee. De weddenschap, de slachtoffers, de foto’s. Alles. En ik ging erin mee. Ik wist wel dat ik nooit zou winnen, eigenlijk, diep van binnen. Maar ik hoopte gewoon dat we allebei zouden verliezen. Daar ging ik vanuit. Ik wilde hem gewoon laten zien dat hij ook niet alles kon doen wat hij dacht te kunnen doen, zei te kunnen doen, wilde doen. Tot hij het wel voor elkaar kreeg, zo’n zes maanden na dato. Ik was het alweer bijna vergeten, zat thuis met een biertje, popcorn en een film. Eerst snapte ik hem niet toen hij sms’te dat hij gewonnen had. We hadden al weken geen weddenschappen meer gesloten. Ik dacht dat dit kwam omdat hij er niet mee geconfronteerd wilde worden dat het hem niet gelukt was. In werkelijkheid was het dus omdat hij een plan aan het uitstippelen was. En het werkte, dat was nog wel het ergste. Het werkte. Hij won. Ik verdedigde mezelf door te zeggen dat ik het vergeten was, waarop hij me eraan herinnerde dat ik nog achttien maanden de tijd had. Dat we het op gelijk spel zouden houden als ik het in die tijd voor elkaar kreeg. Dus ging ik aan de slag.
De deur gaat open en een man met een beveiligingspin op zijn zwarte jas betreedt het vertrek. Zijn gezicht staat strak, streng, alsof hij ons elk moment met de grond gelijk kan maken. Mijn ervaring leert me, dat dit negen van de tien keer slechts schijn is. Als je er maar angstaanjagend genoeg uitziet, is optreden meestal niet eens nodig. Wat ik ook weet, is dat ze nooit zomaar verschijnen. Waarschijnlijk komt hij zo. De filmploeg mag eerst. Zij hebben een kwartier de tijd. Dan kom ik en ik krijg vijf minuten. Hooguit, want als het interview uitloopt, gaat dat van mijn tijd af. Terwijl ik sta te wachten beloof ik mezelf meer tijd aan mijn eigen fans te gaan besteden. Vanaf morgen. Vandaag heb ik geen tijd. Zou hij me herkennen? Ik heb hem regelmatig ontmoet, ben met hem op de foto geweest. Net als alle anderen. Ik vraag me af hoeveel mensen stiekem hopen dat ik hen herken. Me hen herinner. Ik besef me dat ik bijna geen enkele fan herken. Me hen niet herinner. Nooit heb gedaan. Dus hij kent mij waarschijnlijk ook niet. Ik heb verloren. Ik heb nog een week, maar ik heb nu al verloren. De deur gaat opnieuw open, maar er komt niemand doorheen. De stilte die erachter vandaan komt verbaast me. De gapende leegte neemt het hele vertrek over. We verstommen allemaal. Dat houdt in: de cameraploeg die in gesprek was. De verwachting is hoog en haast voelbaar in de stille lucht. De ademhaling van de vijf mensen in het vertrek drukt zwaar op mijn borst. Hun ademhaling, mijn ademhaling. Zijn ademhaling. De deur gaat open, doodstil maar toch luidruchtig. Hij komt het vertrek binnen, indrukwekkend zoals alleen hij kan zijn. Zijn bandleden zijn er niet, die hebben andere afspraken in andere vertrekken. Dat is efficiënter. De journaliste begint onmiddellijk te kwetteren alsof haar leven er vanaf hangt. Hij kijkt haar aan, laat haar praten geeft af en toe antwoord als ze daarom vraagt. Zijn stem is betoverend, zo mooi en zo zuiver. Ik wil gaan zitten, moet gaan zitten voor mijn knieën het begeven, maar er is geen beschikbare stoel in de buurt. Ik blijf staan en poog zo rustig mogelijk over te komen. Hij merkt me niet op. Ik ben slechts een schim in een zee vol zonlicht. Hij is de ster, hij zuigt al het licht in zich op en domineert het overheersende wit. Wij niet. Wij zijn schimmen, slechts stoorzenders in de perfecte kleurharmonie van wit met wit. Wit en hij. Dat is alles. Wij zijn er niet. Ik let niet op de tijd, heb geen idee of het interview wel of niet uitloopt. Het zonlicht zuigt alle tijd op en hij voedt zich met het zonlicht en neemt de tijd tot zich.
Dan is het afgelopen, zomaar ineens en de cameraploeg verlaat het vertrek en hij stapt op mij af. Hij zegt iets en ik hoor zijn stem, een zacht honingzoet gebrom in een zee van licht. Ik versta hem niet. Mijn mond is droog en mijn tong weigert te bewegen, dus ik stop hem de envelop toe zonder er iets bij te zeggen. Hij pakt hem aan, bekijkt hem, zegt iets en verlaat dan de ruimte. Ik heb verloren. Wat doe ik hier?
*wordt achtergelaten met miljoenen vragen*
*gaat brein erover breken*
Okay. Dus.
Like I said - het is echt awesome hoe je mensen
of in elk geval mij. Ik ben nu wel meervoud oké?met vragen achterlaat.Ikkehm.
Ik wil verder lezen. Echt heel, heel graag.
*puppyeyes*
I love this okay.^^