Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Juna » 020
Juna
020
‘… en zo zit dat dus,’ eindigde Jacob zijn hele verhaal. Ik was verbijsterd. Hoe kon zoiets in hemelsnaam mogelijk zijn?! We leefden toch in een normale wereld?
Nou ja, sinds ik vampiers was tegengekomen en nu dus wist dat weerwolven ook bestonden, was ik daar niet meer zo zeker van.
Maar toch… het leek allemaal zo… niet echt. Alsof ik ergens buiten mijn lichaam zweefde en naar mezelf keek terwijl mijn lichaam gewoon bleef rondlopen en nu nog op de bank naast Jacob zat in zijn huis.
‘Wauw,’ zei ik uiteindelijk. Jacob glimlachte bescheiden.
Plotseling bedacht ik me nog iets.
‘Weet mijn moeder dat ik hier zit? Want die gaat flippen,’ meldde ik en tot mijn verbazing begon Jake breed te grijnzen.
‘Maak je daar maar geen zorgen over,’ zei hij.
‘Wat heb je dan gezegd?’ vroeg ik nieuwsgierig. Hij leek even na te denken of hij het wel niet moest zeggen, maar haalde toen zijn schouders op.
‘We hebben haar verteld dat je zwanger bent.’
Mijn mond zakte open. ‘Je hebt… wat?’
‘Grapje, Juna. Ze denkt nu gewoon dat je mij nog iets belangrijks moest vragen en dat je uitgegleden bent. Ik kon je niet meer opvangen en je belandde op je arm, dus die is nu gebroken. Wat? Niet goed?’ vroeg hij toen ik hem sceptisch aankeek.
‘En dat geloofde ze gewoon in één keer?’
‘Blijkbaar wel. Je komt trouwens morgen pas weer naar huis, want je was zo duizelig dat je niet kon lopen.’
Ik trok mijn wenkbrauwen op. ‘En wat heeft dat precies met gebroken armen te maken?’
‘Je viel met je hoofd op de weg,’ zei hij simpel.
‘Da’s ook niet voor de eerste keer,’ grijnsde ik. Hij lachte even en sloeg toen weer zijn armen om me heen.
‘God, wat ben ik blij dat we op tijd waren,’ zei hij zacht met zijn wang op mijn hoofd. ‘Wie weet wat er had kunnen gebeuren als…’ Zijn stem stokte en hij drukte zijn lippen op mijn haar terwijl hij me zachtjes heen en weer wiegde.
‘Was jij…?’
‘Nee. Seth riep opeens dat hij de vampiers had gezien en dat hij jou had geroken. Ik heb nog nooit zo snel gerend. Gelukkig waren we op tijd,’ mompelde hij en drukte me nog steviger tegen zich aan.
‘Jake, rustig… Ik leef toch nog?’ deed ik een nogal zinloze poging opgewekt te zijn. Hij keek me even uitdrukkingloos aan en toen krulde er een voorzichtig glimlachje om zijn lippen.
‘Ja, je leeft nog. En ik wil dat nog graag zo houden. Beloof je me dat je nooit meer achter een weerwolf aan gaat rennen?’
‘Beloofd,’ glimlachte ik en ik legde zijn hoofd op zijn schouder.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.