Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » De Hongerspelen » Primrose » Hoofdstuk 13

Primrose

3 juni 2012 - 14:39

811

3

280



Hoofdstuk 13

Terwijl ik daar lag en die voeten mijn richting uit zag komen was Rory de enige aan wie ik kon denken. Hij mocht me niet zien doodgaan op tv, dat mocht niet.
Ik kroop naar voor en greep een mes uit de messenset, draaide me om en haalde uit met het mes. Ik zat in het been van Jondalar, hij had een grote wonden en viel omver. Die tijd nam ik om recht te krabbelen en weg te rennen. Met mijn rugzak, met het mes. Wetend dat hij zou sterven omdat ik hem verwond had. Daar zouden de beroeps wel voor zorgen.
Ik rende zo snel mogelijk in de richting van het bos. In het bos bleef ik niet staan wachten, eenmaal de gevechten daar gedaan waren zouden zij ook deze kant uitkomen en dan kon ik maar beter al weg zijn.
Ik rende verder en dieper het bos in, tot ik niet meer kon. Onderweg had ik mijn benen opengehaald aan doornstruiken, mijn spieren deden pijn van het lopen, en we waren nog maar net begonnen. Ik klom omhoog een boom in. Eenmaal ik veilig zat bekeek ik mezelf. Ik zag het bloed van Jondalar op mijn broek en aan mijn armen.
Knal, knal, knal, knal, knal, knal. Zes kanonschoten, er waren al zes mensen gesneuveld en ik was zeker dat Jondalar één van hen was.
Er rolde een traan over mijn gezicht, en nog één, ze bleven maar komen, geluidloze tranen. Ik zat te wenen en ik wist dat dit niet de eerste keer zou zijn.
Uren gingen er voorbij, of zo leek het toch, en ik wist dat dit een teken van zwakte was, ik moest me vermannen, ik moest verder zien te komen. Ik kon hier niet blijven zitten, anders zouden de spelmakers me wel wegjagen. Dat moest ik proberen voorkomen.
Ik haatte het dat ik niet mocht blijven zitten, dat ik verder moest gaan. Het leek me niet zo slim om naar beneden te klimmen dus ik ging door het bladerdak, van boom tot boom. Het was veel vermoeiender, ging trager en ik moest opletten dat ik niet al te veel geluid maakte, maar op deze manier kon ik ook voorkomen dat men mij makkelijk kon aanvallen, en ik had een zicht op wat er op de grond gebeurde.

De avond naderde en ik kreeg honger, had overal pijn, was moe maar wat ik nog erger vond, ik voelde me eenzaam.
Ik had een goede boom gevonden om in te gaan zitten. Al de hele dag was ik op pad geweest maar ik had eigenlijk nog niet gekeken wat er in mijn rugzak zat, ik hoopte dat het iets bruikbaar was.
Een doosje met kleine ronde dingetjes dat ik vaag herkende als kleine rookbommetjes van in het trainingscenter. Die zouden misschien nog van pas kunnen komen als ik aangevallen werd door beroeps. Verder nog een flesje water, klimtouw en haken, een doosje met besjes en een doosje lucifers. Heel veel kon ik hier dus niet mee doen. Ik besloot zuinig te zijn met het water en de bessen dus ik nam een enkel slokje en at een paar bessen. Het was niet genoeg om mijn honger te stillen maar ik wist niet wanneer ik eten zou hebben en ik wou niet verhongeren.
Met het klimtouw bond ik mezelf aan de boom waar ik nu zat, zo zou ik er niet uit vallen als ik vannacht in slaap zou vallen.

De muziek van het Capitool begon te spelen en het embleem kwam erop. Nu zouden ze aangeven wie er allemaal gestorven is vandaag. De hele dag lang hadden er schoten geklonken en ik was de tel kwijt geraakt bij negen.
De foto’s verschenen, eronder stond het nummer van het district en hun voornaam.
3. Shauny
4. Mathew
5. Robin
6. Lucas
6. Melissa
7. Alvaro
7. Lorena
8. Stephan
9. Torben
9. Elisa
10. Alyss
Het embleem van het Capitool verscheen weer en toen werd de lucht donker. Een zucht van verlichting ontsnapte toen ik zag dat Jondalar nog leefde. Hoe hij het gedaan had wist ik niet, maar ik moest me nu niet schuldig voelen, ik had zijn dood niet veroorzaakt, al dat ik me nu wel kon voorstellen dat hij mij dood wou.
Peeta had de eerste dag ook overleefd en Rue ook. Misschien, als ik hen kon vinden dat ik het nog wel even zou volhouden. Ik weet niet waarom ik aan Rue denk, misschien omdat ze er ook zo kwetsbaar uitziet maar het eigenlijk niet is.
Ik moest lachen als ik terugdacht aan het trainingscenter, hoe die twee jongens begonnen te vechten omdat de ene zijn mes kwijt was. Al die tijd was het Rue geweest die het had, en ze zat veilig bij het plafond van het trainingscenter. Misschien zou dat de reden kunnen zijn dat ik aan haar denk.
Ik lag nog een tijdje na te denken.
Uiteindelijk kon ik de vermoeidheid niet meer te baas en viel ik in een onrustige, oncomfortabele slaap.


Reacties:


Jopie2
Jopie2 zei op 3 juni 2012 - 15:50:
Prim
Is
Blijven
Leven
Pfieuw
houden zo, hoor! dit stuk was weer echt hoog niveau
klasse
snel meer?


Chrissy
Chrissy zei op 3 juni 2012 - 15:31:
DANK U!!!! PRIM LEEFT NOG!!!!!

en toch, kun je de Arena echt niet opblazen?

Kus.


Hermelien
Hermelien zei op 3 juni 2012 - 14:53:
Wauw..
Dit is zo ontzéttend prachtig liefje!
Echt ik voel zo hard mee met Prim!
Rue is mijn favoriet en
ik ben dus dolbenieuwd wat er verder gaat gebeuren!
DOOR DOOR DOOR DUS
Kus