Hoofdcategorieėn
Home » De Hongerspelen » Blackbird [afgewerkt] » Vertrouwen
Blackbird [afgewerkt]
Vertrouwen
-Trelb Defloren-
Het trainingscentrum was overweldigend en bij iedere vermoeide stap die ik zette moest ik aan mijn zusje denken. Mijn lieve, kleine zusje.
Ik en de overige drieëntwintig tributen werden bij elkaar gedreven in een grote kring. Ik glimlachte bemoedigend naar Hester maar ze staarde kil door me heen. Vergeten, hier was het ieder voor zich. Hester was een sterke meid. Zij had een goede kans de Spelen te winnen. Ze had zich nooit afhankelijk van iemand gevoeld of hoeven voelen en kon prima overleven. Haar lange, lichtkrullende lokken schudde ze over haar rechterschouder. De stoere, ietwat norse blik bleef. Je kon zien dat de tributen van district één en twee geïnteresseerd naar haar keken. Ik voelde een verbond aankomen. Zelf had ik daar nog helemaal niet over nagedacht: strategieën en bondgenootschappen. Mijn mentor had het me wel gevraagd maar een beter antwoord dan: “Daar heb ik nog niet over nagedacht...”¯ kwam er niet uit mijn mond. Nu ik Hester eens goed bestudeerde, leek ze eigenlijk wel een beetje op mijn zusje. Ze hadden hetzelfde haar en dezelfde kleur ogen. Grijsblauw. Alleen was Hester veel gespierder. Ik slikte. Terwijl een persoon van het centrum zijn openingspraatje begon, keek ik eens goed om me heen. De Beroeps zagen er zoals altijd angstaanjagend uit. Het leek alsof ze hoogstpersoonlijk het vlees van mijn botten af wilden scheuren. Ach, dat zou sowieso in de Arena wel gebeuren. De andere tributen waren in vergelijking met mij ook veel sterker, fitter, langer of gemener. Zelfs de afgevaardigden van twaalf leken mij met één vinger te kunnen pletten. De moed zakte me in mijn schoenen. De kansen waren immer in mijn nadeel. De enige waarbij er een mogelijkheid was dat ik zou winnen in een gevecht, was de jongenstribuut van district drie. Het was een mager scharminkeltje. Ik schatte hem ongeveer dertien jaar oud. Twee jaar jonger dan ik… Maar hem doden leek laf. Helaas was er geen plaats voor ethiek in de Arena.
Toen de trainer aan het afronden begon, moest ik van mezelf bedenken wat mijn specialiteiten waren.
Ik was sterk, althans dat was wat men mij thuis noemde. Hier viel ik in het niets tussen deze spierbonken. Ik kon houthakken dus het wapen dat het best bij mij paste zou een bijl zijn. Maar aangezien de Beroeps daar al omheen gingen staan, besloot ik iets anders te kiezen. Wat was ik eigenlijk een lafaard! Er moest toch nog een derde ding zijn waar ik goed in was. Moedeloos sjokte ik maar naar de overlevingstechnieken als vuur maken. Ik zag dat het jongetje uit drie daar ook bij stond. Ik glimlachte naar hem. Hij was de eerste die teruglachte.
Samen waren we algauw goed bezig met kampvuurtjes stoken. Ik was zelfs zo geconcentreerd aan het werk dat me de hele tijd een onderdeel van het Trainingscentrum was ontgaan. Dí¡t was mijn specialiteit. Vlug nam ik afscheid van de vuurtrainer en liep erheen. Dit zou ik aan de Spelmakers laten zien. Vrolijk floot ik een deuntje.
-Charte Defloren-
Mijn knie liet een pijnscheut door mijn hele lichaam gonzen terwijl ik opstond. Au. Maar ik moest opstaan, en Coliss zeker. Op elkaar steunend krabbelden we overeind. De eekhoorn, die plotseling op de hoek van het dak was verschenen, leek ons uit te lachen. Waar kwam die vandaan? Was het een spion? Je werd erg paranoïde van een bezoekje aan de hoofdstad.
Eindelijk stonden we allebei en we knikten naar elkaar. In stilte besloten we om verder te gaan: het dakluik moest open. En het Capitool kennende, zou ons dat niet gemakkelijk worden gemaakt.
Het luik kreeg ik tot onze verbazing in een oogwenk open met mijn koevoet. Te makkelijk… hier zat nog een addertje onder het gras. Coliss was nog steeds een beetje beduusd maar nadat hij me heel vaak zijn dank had geuit, leek hij weer te ontdooien. Hij grijnsde dan ook van oor tot oor toen hij zag wat er onder het luik schuilging: nog een luik.
Krak.
Nog een luik.
Krak.
Nog een luik. Coliss stootte een bulderende lach uit. Ik schrok van dat plotselinge geluid en liet de koevoet van schrik op zijn tenen vallen. De wind verhulde gelukkig zijn harde schreeuw. Lachend opende ik het nieuwe luik. Zijn ogen priemden in mijn rug maar hij kon niet verbergen dat hij ook moest lachen.
Krak.
Eindelijk. Geen luiken meer. Opgelucht kroop ik door het gat. Ik wenkte Coliss.
“Charte!”¯, riep hij, “Kijk uit!”¯ Binnen een paar seconden zat ik weer op het dak terwijl een gigantische wolk pijlen de lucht doorboorden. Hij hijgde nog een beetje na deze plotselinge inspanning. Nu stonden we quitte.
“Het Capitool kunnen we niet vertrouwen”¯ merkte ik droog op.
“Zou je niet zeggen, heh?”¯ grapte Coliss, “na alles wat we hebben meegemaakt!”¯
We besloten het binnendringen eens strategisch aan te pakken. Samen verzamelden we wat zwerfkeien die vogels waarschijnlijk op het platte dak van het Archief hadden laten vallen. Bij ieder nieuw obstakel gooide we een nieuwe kei in het gat. Verschillende werden vermorzeld, verbrand, geëlektrocuteerd terwijl andere weer werden teruggeworpen. Een met mosbedekt blok schoor rakelings langs mijn hoofd. Een zenuwachtig giecheltje ontsnapte me.
Eindelijk bleef het bij het twaalfde obstakel na vijf keien stil. Er gebeurde niets. Het was veilig. Tenminste, zo leek het. Coliss duwde me ongeduldig opzij. “Kom maar, ik ga wel kijken. Jij hebt tenslotte mijn leven gered.”¯
Hij wilde al een stap de diepte inzetten maar ik hield hem tegen.
“Nee Coliss, ik ga. We staan nu gelijk en het is mijn plan.”¯
“Nee!”¯ Coliss protesteerde waarop ik weer fel reageerde. Tierend stampten we daar op het dak.
“Hé Klerk, hoor jij ook kinderstemmen?”¯
De onnozele vredebewakers hadden zich onderaan het dak verzameld. Ik beet op mijn lip en Coliss’ mond was ook meteen gesloten. Zonde.
“Nee Pierra, dat zit gewoon tussen je oren. Laten we verdergaan het wordt hier saai.”¯
En samen reden ze weer weg. Coliss en ik durfden elkaar weer aan te kijken en we barstten in lachen uit. Zenuwen.
“Onze eerste ruzie”¯ lachte ik.
Met een glimlach om zijn mond keek hij naar me. Mijn wenkbrauwen maakten een niet-begrijpend gebaar. hij bleef glimlachen en toen, toen boog hij zich langzaam naar me toe. Voorzichtig raakten zijn zachte, ronde lippen de mijne. Zijn ruwe vingers schuurden langs mijn wang en pakten mijn gezicht vast. Het was een behoedzame kus. Vluchtig. Oppervlakkig. Maar mooi genoeg om me zo van mijn stuk te brengen dat hij genoeg tijd had om het gat in te springen.
Hé!
Coliss!
Wacht!
Reacties:
*ligt helemaal aan je voeten*
TRELB BABE I'M GONNA SAVE YAAAAA
TRELB TRELB TRELB
LALALALALA
De meest hotste knapste stoerste schattigste houthakker
waar ik toevallig smoor op ben :3
Je hebt het voor elkaar hoor jij!
Ik val als een blok voor Trelb én dit verhaal!
Supah proffesional over there!
Kus
Ooooh spannend!!!
Gaan ze betrapt worden?
super snel verder jij!!!
Hele mooie afleiding!
Bij die:
Hé!
Coliss!
Wacht!
Gierde ik het letterlijk uit.
Goed geschreven, en ik vergeef het je helemaal dat je me geen melding had gestuurd. (had ik trouwens ook een keer perongelijk bij jou gedaan, remember?)
xx