Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » Ultionem [ Afgewerkt ] » 06 Lorelei Garza
Ultionem [ Afgewerkt ]
06 Lorelei Garza
Mijn pijl schuifelde door de opkomende hitte, een laatste koele bries blies mijn donkerbruine krullen in de war. Een haas viel dood op de grond en ik sloop erheen. Ik slikte de gal in mijn keel weg en bond het dier aan mijn riem. Geconcentreerd schoot ik nog een ganzant neer en besloot dat ik genoeg vlees had om er enkele dagen mee rond te komen. Onzeker verzamelde ik nog wat bessen en probeerde goed te kijken welke giftig waren en welke iemands dood konden betekenen. Tevreden koos ik een boom uit, midden in een smalle gang. Verwilderd maar een prima schuilplaats.
Ik knielde neer op de grond en begon de dieren te villen, nog steeds bewapend want ik had geen idee waar mijn vijanden zich bevonden.
Nog zeventien spelers waren overgebleven, zeventien kansen om nog gedood te worden. Ik moest mezelf dwingen verder te doen, want ik had vrij veel zin om zo ver mogelijk van deze dode dieren vandaan te rennen.
‘Het is eten Loor, zonder dit sterf je.’ Murmelde ik. Een vuur aanleggen was gevaarlijk en ik zou wachten tot de zon hoog genoeg stond. Dan zou iedereen gefocust zijn op de waterpoelen, niet op een nog warmere bron als vuur. Ik klom omhoog en keek naar het labyrint. Het leek een vredige voormiddag, maar alles kon in enkele seconden veranderen. Ik dacht aan Love, Aveline, Margaretha, Myeline, Verena en Charm… we waren allemaal alleen.
Ik wist dat er iemand als eerste zou moeten sterven, maar het was een ondenkbaar gruwelijk gevoel. Wie weet was ik zelfs de eerste die ging sneuvelen. Niemand had een zeker gevoel, wij alle zeventien niet.
De zon schitterde, liet onze huiden glimmen door zweetparels.
Ik haatte de broeierige hitte, het paste niet bij de omgeving.
Alsof ik in een eindeloze savanne was vrijgelaten.
Ik had zorgvuldig takken bijeengesprokkeld, takken die het minst zouden roken. Een steek van angst vloeide door me heen toen het vuur begon te smeulen, ik liet het vlees bakken en voelde de honger verder knagen. Straks zou ik mijn eerste maaltijd binnenwerken, keurig dronk ik kleine slokjes van het gezuiverde water.
Niet genoeg om de dorst te lessen, maar genoeg om niet uit de drogen. Meteen als het vlees gebakken was doofde ik het vuur, scande mijn omgeving uit. Niemand. Mijn mes boorde zich door het vlees, sneed het in verfijnde repen. Opgelucht en tevreden begon ik te eten, kauwde zorgvuldig en traag. Het was verdacht rustig, zou het nog lang duren totdat de rebellen ons zouden opjagen ? Als voornemen pakte ik alles in, legde een nieuwe pijl aan en klom in de boom. Ogen tot spleten genepen, ik vertrouwde hier niets. Een van de eigenschappen die ik hier perfect kon toepassen, mijn wantrouwen voor iedereen en alles.
‘Rennen !’ Ik werd uit mijn rusteloze toestand gesleurd en tot de werkelijkheid gebracht.
‘Rennen !’ De stem kwam me akelig bekend voor. Josephine.
Ik sprong van tak naar tak en belande op de koele bosgrond.
De temperatuur begon te zakken, in een waas van seconden vonden onze blikken elkaar. Josephine en Marceline sprintte de gang uit.
‘Rennen Lorelei !’ Gilde Marceline’ s stem.
‘Waarvoor ?’ Schreeuwde ik maar begon inmiddels ook te rennen.
Mijn voeten dreunden over de koele bosgrond, ik had geen koud meer door de adrenaline die zich door mijn lichaam baande.
‘Twee jongens !’ Aveline stormde uit een andere gang en greep mijn hand.
‘We lopen tot het veld !’ Aveline knikte naar me. Als prooien renden we weg, de bittere wind trok aan mijn haren. Mijn ademhaling was onregelmatig. Ik wierp een gehaaste blik achterom, daar waren ze inderdaad.
‘Naar rechts ! Links was er nog een jongen !’ Gilde Aveline. Het labyrint voelde zo akelig, dicht opeengepakt en duister.
‘Niet verder gaan !’ Schreeuwde Aveline, maar het was te laat Josephine kon nog snel genoeg in een boom klimmen. Ik en Aveline zaten naast elkaar verscholen in de verwilderde struiken. De jongens stormden het veld op, mijn hart bonsde als een razende. Ik richtte mijn pijl op de eerste, het schuifelde als een raket op mijn doel. Een zwaar geschreeuw volgde, de jongen zijn kreet werd gesmoord door bloed. Recht in zijn keel. Ik richtte me op de andere, Aveline prevelde in zichzelf en bad dat Marceline op tijd zou wegkomen.
Net toen mijn pijl de boog verliet en naar de vijand werd gevuurd raakte zijn speer Marceline’ s tengere lichaam.
Woedend stormde ik de struiken uit, Aveline bleef geschokt zitten.
Buiten zinnen rende ik naar de jongen. Josephine knielde schreeuwend bij Marceline neer. Ik proefde intense haat voor deze onbekende, hij keek me angstig aan.
‘A.. alsjeblieft !’ Piepte hij. Ik fronste, heel even van slag maar een nieuwe pijl doorboorde zijn hart.
‘Let op meisje !’ Een andere jongen kwam het veld opgelopen. Ik liet een nieuwe pijl door het luchtruim suizen, het raakte zijn been. De jongen die me geroepen had sneed hem de keel door.
‘Ga je mij nu doden ?’ Vroeg ik en zijn blik werd verward.
‘Neen.’ Was zijn enige antwoord. Herkende ik hem ? Hij liep samen met mij naar Marceline, ze lag kreunend op de grond.
‘Marceline, concentreer je het komt allemaal goed !’ Riep ik en griste de EHBO doos uit mijn rugzak. Haar hand hield die van Josephine stevig vast, ik voelde aan haar pols. Haar hart werd steeds zwakker,
‘Verdomme.’ Siste ik, er zat niets handig in de doos. Ik keek achterom, Aveline kwam naast me zitten. We keken allemaal naar Marceline.
Tranen brandde in mijn ooghoeken, ik voelde hoe de camera’ s ons opgewonden volgden.
‘Marceline !’ Snikte Josephine en liet de eerste tranen vloeien.
‘Ik hou van jullie…’ Zei zachtjes.
‘Wij ook van jou !’ Bracht ik uit. Haar borstkas ging minder snel omhoog, amper zichtbaar.
‘Onder de wilg, diep in het weiland. Is het gras je kussen, je warme ledikant. Vlei je hoofd neer en doe je ogen maar dicht. Als je ze opent, is alles weer licht. Hier is het veilig, hier is het zacht. Hier houden de madeliefjes de wacht. Hier komen je zoete dromen uit met de morgendauw. Hier is de plek waar ik van je hou.’ Zong Josephine zacht.
‘Hier komen je zoete dromen uit met de morgendauw. Hier is de plek waar ik van je hou…’ Fluisterde ik met haar mee en liet tranen stromen. Marceline’ s ogen sloten zich, een verdrietige glimlach trok haar mondhoeken omhoog.
‘Zorg dat één van jullie wint.’ Waren haar laatste woorden. Aveline drukte een kus op haar voorhoofd en rende met een trillende onderlip weg. Ik keek of de jongen die me geroepen had er nog steeds was. Hij was er niet meer, misschien keek hij nog steeds…
‘Ik haat dit spel.’ Fluisterde Josephine en keek me aan. Ik liet al mijn emoties vrij, voor één keer hoefde ik niet dapper te zijn. Ik streelde Marceline’ s golvende haar uit het porseleinen gezichtje.
‘Je was zo dapper… ik hou van je.’ Ik drukte een kus op haar wang wierp een laatste blik op Josephine. Ze knikte,
‘Ga maar…’ Zei ze stilletjes. Ik verdween in de gangen, voelde mijn hartslag bedaren. Tranen bleven stromen terwijl ik mezelf in een boom slingerde. Ik gespte mezelf dicht, en luisterde hoe de schoten van daarnet weerklonken. Mijn oogleden werden zwaar, de bittere kilte omarmde mijn verdrietige lichaam. Ik wist dat ze de jongens gedwongen hadden om ons uit te moorden en vervolgens zichzelf, ik vertrouwde de rebellen niet. Waar was Katniss Everdeen, haar mentor Haymitch en iedereen die bij haar hoorde te zijn ? Wat was er met hen gebeurd ?
http://www.youtube.com/watch?v=kyY_k1uZV0s
Josephine Shaw
Tranen stroomden onophoudelijk over mijn wangen.
Ik plukte de klaprozen uit de struiken en knielde bij haar neer.
Huilend vlocht ik de bloemen in haar golvende haren.
Mijn laatste gebaar voor respect. De rebellen bleven ons op grote schermen projecteren, dat hadden ze bij de echte Hongerspelen nooit gedaan.
Ik schraapte mijn keel en begon hetzelfde deuntje te neuriën.
Toen de laatste klaproos in haar haren was gevlochten vouwde ik haar vingers in elkaar, sloot haar ogen en drukte een kus op haar voorhoofd.
‘Je betekende zoveel voor mij, ik heb spijt dat we elkaar nooit eerder gekend hebben… Rust in vrede schat, in een wereld die hopelijk vrediger is dan deze.’ Ik veegde de tranen weg en verdween doelloos in het labyrint.
Alleen zonder Marceline.
Reacties:
Oh my gowhs. Ik vind het zo jammer dat je de dood als die van Rue beschrijft, Rue is mijn fafo personage. Het is duidelijk grschreven met gevoel. Verder heel jammer van hoe het kunnen zijn.
Eigenlijk is het een beetje jammer hoe je rue's dood hier in hebt gebruikt. Het lijkt nu minder jou verhaal te zijn! Verder huil ik nog NET niet!
Omg why? Why? Waarom moest ze dood?!
Nee...
Alweer laat je me huilen!
Ik had gewoon een flashback aan rue...
Arme marceline en josephine.
___
tuurlijk weer helemaal mooi geschreven!
Zielig, maar mooi.
Omg ik ben benieuwd waar de rest is enz.
Ok en ook stiekem naar verena, omdat zij een van mijn besties is. XD
Xxjes!
weeeeeeeeeeh
ik moest huilen bij mijn eigen dood. erg he
maar ik wil niet dood, maar ik moet toegeven ik ging wel echt super mooi dood
schrijf snel verder
Ik moest indd ook denken aan Rue, maar nog steeds schitterend