Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Scherven » Taken

Scherven

1 juli 2012 - 13:10

1224

7

562



Taken

Thank you for showing me who you are underneath.
Thank you I need another heartless misery.
Who do you think you are?


Joy ging nauwelijks naar school. Ze zakte steeds verder af, bleef steeds opnieuw zitten. Haar moeder had al meerdere boetes gekregen vanwege de leerplicht. Het haalde niets uit. Joy weigerde naar school te gaan. Ze weigerde zich te mengen onder klasgenootjes die de hele dag glimlachten en wisten dat ze na school naar huis konden, naar een vader en een moeder en dat ze dan naar bed konden om te dromen onder hun eigen lakens.
Joy droomde niet. Ze droomde nooit. Ze keek wel uit. Jody was degene die nachtmerries had. Jody was degene die huilde, die hoopte dat haar vader terug zou komen, die diep van binnen altijd hoop had gehad. Joy niet. Ze was roekeloos, leefde voor de avonden en de verdovende middelen en de enkele momenten waarop ze zich levend voelde. Normaal niet. Ze voelde nauwelijks iets. Geen schuld, geen pijn, geen verdriet. Ook geen vreugde, maar daar was ze aan gewend geraakt. Ze slenterde door het leven. Ze slenterde over straat. Vele mensen kenden haar. De meesten gingen haar het liefste uit de weg. Er gingen verhalen de rondte over Joy, verhalen die iedereen versteld deden staan van de onbeschaamdheid van de jeugd. Verhalen die bovendien altijd een kern van waarheid bevatten. Soms werd ze erop aangesproken. Haar moeder had in het begin geprobeerd Joy binnen te houden. Intussen had ze wel in de gaten dat het meisje het toch altijd voor elkaar kreeg. Het meisje. Joy had de leeftijd van een meisje, maar ze gedroeg zich niet als een meisje. Ze paste niet tussen de meiden van haar leeftijd.
Ze weigerde naar school te gaan. Ze weigerde te leren voor een toekomst die ze niet wilde. Haar moeder had een keer naar haar geschreeuwd dat ze haar toekomst vergooide, in een poging haar bang te maken. Joy had haar schouders opgehaald. ‘Misschien ben ik morgen wel dood.’ De pure, oprechte onverschilligheid had rillingen over haar moeders rug doen lopen.
Misschien was ze morgen wel dood. Ze zou het niet eens erg vinden. Iets hield haar tegen zichzelf van het leven te beroven. Het was geen hoop, het was geen angst. Ze wist niet wat het was, het interesseerde haar ook niet. Het gebrek aan emoties, waarschijnlijk. Joy had geen emoties en dus geen reden om weg te willen van de wereld. Ze had ook geen toekomst, iedereen wist dat ze het toch niet lang vol zou houden op aarde. De duivel had waarschijnlijk al een plekje voor haar gereserveerd in de hel. Ze kon niet wachten om hem aan te nemen.
Voorlopig zwierf ze over straat. Het was hartje winter, ijskoud en het waaide. Het was net een paar graden boven nul en er lag geen sneeuw, maar iedereen had zich dik ingepakt in shawls, handschoenen, winterjassen en mutsen.
Joy niet. Geen shawl, geen muts. Wel handschoenen en een winterjas, maar het was een kort model, dus werd een stuk van de huid op haar rug blootgesteld aan de snijdende wind. Ze voelde het niet. De huid verkleurde, eerst paars en toen blauw met oranjeachtige vlekken erdoorheen. Het interesseerde haar niet. De enige reden dat ze naar huis ging, was dat ze zich verveelde. Er was niemand op straat die ze kende, of niemand die ze wilde kennen, die haar wilde kennen. Geen interessante mensen. Geen eten, geen alcohol, niets om voor op straat te blijven. Thuis was er vast nog wel iets. In de wijnkelder, de koelkast, onder haar bed, onder haar moeders bed. Ze wist het altijd wel te vinden, hoe goed het ook verstopt werd. Eigenlijk werd het nauwelijks nog verstopt. De hoop dat de het effectief zou zijn, was lang vervlogen.
Zodra Joy de achterdeur binnenstapte, mikte ze haar jas op de kapstok, liep de keuken in en trok de koelkast open. Er stond niets. Joy wist zeker dat er een halve fles witte wijn had gestaan toen ze ’s morgens de deur uitging. Ze had het ding expres laten staan zodat ze iets zou hebben als ze terugkwam. Het stond er niet. Waarom stond het er niet? Ze hoorde geluiden in de woonkamer maar luisterde er niet naar. Het zou de televisie wel zijn. Niet dat haar moeder normaal gesproken thuis was overdag. Of oma. Oma had de hoop allang opgegeven. Misschien was ze zelf wel vergeten de televisie uit te zetten.
Enigszins geïrriteerd liep ze de keuken uit, de gang in, naar de woonkamer. Op zoek naar de fles die ze niet aan had geraakt. Haar moeder dronk niet overdag. Of toch. De wijn stond op tafel, twee half lege glazen ernaast. Haar moeder en een man op de bank, allebei. Samen.
Ze zag het niet. Het drong niet tot haar door. De man was daar niet. Mama zat niet aan andere mannen, daar was ze te oud voor. Joy realiseerde zich niet dat haar moeder haar shirt niet meer aanhad en de man ook niet en ze realiseerde zich niet dat er iets niet klopte. Moeder hoorde op haar werk te zijn.
Nee.
Joy pakte de fles en zette deze aan haar lippen. Er kwam niets uit. Woede maakte zich langzaam meester van haar. Haar knieën begonnen te trillen, haar handen eveneens. Haar ogen fixeerden zich op het stel op de bank, dat haar aankeek. De man had een blik in zijn ogen die er nagenoeg angstig uitzag. Alsof ze een geest was. Alsof ze niet bestond. De vrouw wier shirt hij zojuist uit had getrokken had geen dochter. Er was geen dochter, geen meisje met een lege fles wijn in haar handen. Geen woede. Geen blinde woede, geen emoties. Nooit emoties. Geen woede.
Heel veel woede en het verblindde haar. Ze wist niet meer wat ze deed, smeet de fles met volle kracht tegen de muur, waar hij uiteen spatte. Scherven, duizenden scherven die de emoties weerspiegelden die ze niet meer kon voelen.
‘Wijn,’ beval Joy, simpel, kort, daadkrachtig. Paranoia. De vrouw op de bank keek haar aan alsof ze gek geworden was. Was ze dat? Misschien was ze dat wel. Het maakte haar niet uit. Ze wilde wijn, of bier, of wodka. Hoe sterker hoe beter. Ze wilde het hebben en ze wilde het nu en ze wilde er veel van. Ze wilde weg. Weg van alles.
Gewoon weg.
Ze kon niet weg, want haar moeder had haar uitgang opgedronken.
Nog meer woede. Joy trilde over haar hele lichaam, elk spiertje vibreerde. De aders op haar slapen klopten vervaarlijk. Ze keek de man recht aan, langs haar moeder heen, alsof de vrouw niet bestond. De vrouw bestond niet. De man was wit weggetrokken, wist niet wat hem overkwam. Hij keek haar aan alsof ze een geest was. Alsof ze niet bestond.
Ze bestond niet.
Ze pakte een glas op, nam een slok, besloot dat de inhoud niet voldeed. Ze glimlachte, liep naar de man toe en keerde het glas recht boven zijn hoofd om. De vloeistof druppelde over zijn gezicht, kabbelend, en waste Joys woede weg. Ze zou ergens anders wel aan haar drank komen. Aan andere dingen. Aan alles wat ze nodig had. Haar moeder had er niets mee te maken en de man al helemaal niet. Als hij haar wijn wilde hebben, kon hij het krijgen. Maar dan ook wel op haar manier.
Ze glimlachte.
Ze wilde weg.
Ze liep weg.
Ze glimlachte.
Weg.
Glimlach.


Reacties:

1 2

neversay
neversay zei op 1 juli 2012 - 19:04:
Like Tesja said. Het gaat nu wel heel slecht met d'r. En. Dit kan niet erger, right? Pleasee. Doe dat arme kind niet nog meer aan. Sadist. Tssk.

Ik vind drama wel cool. Meestal. Nu. Want. It just makes sense. All of it. I guess. Ze wil zooo graag haar vader terug. Like. Really. En ze weet niet eens waarom die weg is, right? Dan snap ik dat ze zo veel woede in zich heeft. Want. Ze verdiend in ieder geval antwoorden. Ik hoop zo erg dat zij haar papa gaat zien en dat alles goed komt en dat ze weer thee en een koekje krijgt. ^^


NaNaa
NaNaa zei op 1 juli 2012 - 13:56:
ohmyohmy. Waar gaat 't allemaal heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeen. Nog zeven fucking hoofdstukken en als het elke keer slechter gaat. Ik zou toch echt zeggen dat je niet dieper kan zinken dan dit. Stop dat kind gewoon in een psychische inrichting en ga dan mannen uitnodigen I mean. En wat doet die oma daar uberhaupt nog, gee, zoek een leven. Het is zo erg hoe één iemand haar zó veel effect op d'r kan hebben. Like. Wat. Maar awesomee.<3