Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Obscurus » -Nuntius-
Obscurus
-Nuntius-
Terwijl ik het slingerende bospaadje op blote voeten volgde, oefende ik op mijn mannenstem. Omdat het nieuwe leer knelde, hield ik Gregs laarzen in mijn hand. Mijn voeten zagen er wel slank, verzorgd en dus vrouwelijk uit, straks trok ik de laarzen wel weer aan. Ik stootte oerkreten uit maar ik kon het niet helpen dat mijn stem telkens oversloeg. God had me als een vrouw gemaakt. Dat moest ik zo accepteren. Maar waarom had God vrouwen geschapen om ze daarna zo’n benarde en achtergestelde positie in de samenleving te geven? Wat was dan het nut?
Ik schrok. Ik had getwijfeld aan de bedoelingen van Hem. Vanbinnen bloosde ik donkerrood en ik schaamde me voor mezelf. Terwijl ik op weg was naar de meest vrome plek van de stad, deed ik aan godslastering. Ik zuchtte eens diep. Dat waren weer vijf Onze Vadertjes meer.
Ik vervolgde mijn stemoefeningen en de eekhoorns in de bomen langs mijn weg keken me vreemd aan. Hun aandacht nam ik voor lief. Mijn stem begon steeds dieper te klinken en dat was waar het nu om ging.
De open plek doemde op in de verte en het plotselinge zonlicht dat door de takken ontsnapte, deed de regenplassen fel flonkeren. Heel even leek het woud op de magische sprookjeswerelden uit de mythes die ik her en der opving. Ik dwaalde altijd graag in mijn fantasie rond maar nog liever dan dat keek ik rond in de fictieve wereld van anderen. De vertellingen uit de Bijbel, het eerste Testament tenminste, kende ik helemaal uit mijn hoofd. Die verhalen konden mij niet meer interesseren omdat ik ze van voor tot achteren kende. Dus zocht ik mijn heil in de onbekende sagen en mythen uit andere culturen. Oude culturen. Verboden culturen.
Misschien trokken de kloosters mij ook daarom aan. De meeste abdijen bezaten namelijk een rijk gevulde bibliotheek en een scriptorium, waar monniken oude handschriften overnamen en versierden. Ik moet toegeven dat die boeken voornamelijk uit kerkelijke geschriften bestonden. Maar tussen die geschriften zaten voor mij ook wel veel nieuws.
“Kerbogha’s leger is verslagen! Kerbogha’s leger is verslagen! Antiochië is van ons! Zeg het voort! Zeg het voort!”¯
Ruw werd ik uit mijn overpeinzingen gerukt toen een woest briesend paard rakelings langs me heen stoof. Gregs laarzen liet ik van schrik in de verse modder vallen.
“Kun je niet uit je doppen kijken, *poisson pourri!”¯
“Sale jacques!”¯ kaatste de boodschapper grof terug.
Een normale jongedame zou nu tot ver achter haar oren rood gekleurd zijn bij het horen van zulke platte taal. Ik, daarentegen, spuugde hem achterna en balde mijn vuist hoog in de lucht. Ik was tenslotte nu even geen jongedame. Ik was een jongeman.
Het voelde goed.
Met een vies gezicht wurmde ik mijn voeten in Gregorio’s laarzen. Het vuil voelde ik tussen mijn tenen kruipen. Jammer dan. Noem het dapper, noem het roekeloos maar daarna stapte ik naar de open plek waar het klooster gevestigd was.
Er bevonden zich al verscheidene groepjes mensen daar. Ze bestonden uitsluitend uit mannen, luid discussiërend over waarschijnlijk wat de boodschapper in het bos had geroepen. Tussen de gezelschappen door strompelde een oude monnik. Ik schatte hem wel ongeveer drieënveertig. Zijn hoofd was in het midden kaal geschoren en hij droeg een lange, grauwe pij. Het was de portier van dit nieuwe klooster.
Hij strompelde plots mijn richting op en de schrik sloeg me om het hart.
Wat ging ik zeggen? Ik wilde het klooster ook zo graag van binnen zien. Mijn kledij zag er nog te goed uit voor een arme bedelaar en ik had geen koopwaar bij me dus kooplid viel ook af. Pelgrim, besloot ik, ik was een pelgrim op pad naar het beloofde land.
“Goedendag, beste knaap, volg me”¯
Zonder ook maar één spiertje in zijn gezicht te vertrekken, bracht de oude monnik me naar de gastenpater, die me naar het gastenverblijf zou brengen. Bezoekers werden in een klooster namelijk altijd ontvangen alsof zij de nieuwe Christus konden zijn. Monniken wasten daarom altijd als teken van nederigheid de voeten van hun gasten.
De gastenpater zag er een stuk jonger uit dan de portier. Hij had een bruine kring haar op zijn kruin en als een van de weinige hier, leek hij de moeite te nemen om te lachen.
“Bonjour beste knul, wat brengt u hier?”¯
“Pelgrim”¯ stootte ik verward uit. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Pelgrim? Serieus, Iudith? Kom op. Dat kon beter.
De gastenpater liet een welgemeende glimlach ontsnappen.
“Ehm... ik bedoel… ik ben een pelgrim.”¯
“Waar ben je dan naar op weg, **mon fils?”¯ lachte de pater terwijl hij mij naar het gastenverblijf leidde.
Mijn hart begon sneller te bonzen. Het beeld van de grove boodschapper schoot als een reddend licht door mijn hoofd.
“Antiochië, vader.”¯
“Oh, dan moet het nieuws, dat Antiochië eindelijk van de kruisvaarders is, je ook bereikt hebben, nietwaar? Kerbogha’s leger is verslagen!”¯ Een triomfantelijke ondertoon kroop in de stem van de opgewekte monnik.
Ik knikte naar hem, hoewel ik eigenlijk bijna niets wist over dat geheimzinnige leger van kruisvaarders. Paus Urbanus II had ridders drie jaar geleden, in 1095, opgeroepen om de Heilige Stad Jeruzalem te gaan beschermen tegen een volk uit het koninkrijk der Perzen. Hij had gezegd dat ze hun ziel goed deden om de oostelijke kerk snel te hulp te schieten. Maar deze oproep kwam niet alleen de ridders ten gehoor, duizenden “gewone”¯ mensen gingen ook op Kruistocht, om hun Stad te verdedigen. Maar Antiochië, ik had werkelijk geen idee waar dat lag en wat het met de kruistochten te maken zou kunnen hebben.
Terwijl ik op een houten bankje plaatsnam, nam ik stiekem de hele omgeving in me op. De ovalen ramen die onderin eindigde als een rechthoek waren sober maar zo veel mooier dan de gaten in de muren van ons huis. Overal om me heen was bedrijvigheid van monniken en lekenbroeders. Ze waren druk aan het werk en ik genoot van deze onverwacht drukke omgeving.
“Ja, vader, dat heb ik gehoord. De boodschapper riep het door het woud heen.”¯
“Dat geloof ik graag”¯ antwoordde de vrolijke monnik. Hij wenkte een paar andere broeders die vol eerbied mijn laarzen uit begonnen te doen. Ik schrok. Ze mochten mijn voeten eigenlijk helemaal niet zien. Mijn voeten zouden me verraden. Ik moest hier weg. Nu. Het klooster had ik van binnen kunnen aanschouwen dus nu was het weer tijd om te vertrekken. De gastenpater zag de angst door mijn ogen schieten en keek me vragend aan. Langzaam viel bij hem het kwartje en als je goed luisterde, kon je hem horen mompelen.
“Ik dacht al, hij had al een te hoge stem om een “hij”¯ te zijn.”¯
Mijn adem stokte in mijn keel en mijn hart sloeg een tel over voordat hij verder ging met kloppen. Hij had me door. In al die jaren van bij kloosters naar binnen glippen was ik nog nooit betrapt. Voor alles was een eerste keer.
De gastenpater jaagde de andere monniken weer weg, voordat ze mijn laarzen hadden kunnen uittrekken. Ze keken hem heel even vreemd aan maar hun zwijgplicht legde hen… tsja… het zwijgen op.
Nu waren we nog maar met zijn tweeën en hij keek me streng aan. Ik slikte.
“Verdwijn, jongedame, verdwijn uit mijn ogen voordat je door de bliksem getroffen zult worden.”¯
Beleefd knikte ik en om een nederige houding te suggereren liep ik met mijn hoofd naar beneden naar buiten. De groepen daar op het binnenplein besteedden gelukkig geen aandacht aan mij. Ik was de gastenpater erg dankbaar. Het had heel anders met me kunnen aflopen.
Heel anders.
Ik huiverde bij het zien van de verschrikkelijke beelden die doorkwamen in mijn hoofd.
Heel erg anders.
Toen ik door de porterie verdween, keek ik nog een keer achterom naar het klooster. Het was een prachtig gebouw. Maar ik zou me er nooit meer kunnen vertonen.
Ik zette het op een rennen, hopend dat ik niet door de bliksem zou worden getroffen voordat ik alles aan Gregorio had kunnen vertellen. Ik vloekte eens zwaar toen een van zijn laarzen in de oude modderplassen bleef steken. Een zonde meer of minder maakte vandaag toch niets meer uit. Mijn ziel was toch al bedorven.
Misschien was zo’n kruistocht wel een goed idee voor mij…
*rotte vis
**mijn zoon
Reacties:
God had me als een vrouw gemaakt. Dat moest ik zo accepteren. Maar waarom had God vrouwen geschapen om ze daarna zo’n benarde en achtergestelde positie in de samenleving te geven? Wat was dan het nut?Hihi, dat vond ik leuk. Luchtig en klagend en helemaal niet vervelend en gewoon luchtig, fijn opvulsel-gedachte-spul. ^-^
Dat waren weer vijf Onze Vadertjes meer.Ja, en dan dit. Dat vind ik ook zo leuk!
Die verhalen konden mij niet meer interesseren omdat ik ze van voor tot achteren kende. Dus zocht ik mijn heil in de onbekende sagen en mythen uit andere culturen. Oude culturen. Verboden culturen.Dat laatste vind ik echt goed gedaan. Gewoon de evolutie van: "Ik hou van andere verhalen." over "Ik heb alles al gelezen, dus ik wil meer." en "Ik zoek naar andere verhalen." tot "Maar die zijn niet deel van de Bijbel en verboden." <3 ...of ik zie hier weer meer in dan er eigenlijk staat. ^^"
Een normale jongedame zou nu tot ver achter haar oren rood gekleurd zijn bij het horen van zulke platte taal. Ik, daarentegen, spuugde hem achterna en balde mijn vuist hoog in de lucht. Ik was tenslotte nu even geen jongedame. Ik was een jongeman.Haaa. <3 Ik ben officieel stikjaloers op jouw schrijfstijl. *kruist armen en gaat mokken in een hoekje*
Het voelde goed.
Ik zette het op een rennen, hopend dat ik niet door de bliksem zou worden getroffen voordat ik alles aan Gregorio had kunnen vertellen. Ik vloekte eens zwaar toen een van zijn laarzen in de oude modderplassen bleef steken. Een zonde meer of minder maakte vandaag toch niets meer uit. Mijn ziel was toch al bedorven.Jouw karakterisering! Haar naïeve geloof in al die dingen waar vroeger iedereen in geloofde! I LOVE IT.
Misschien was zo’n kruistocht wel een goed idee voor mij…
Je schrijft echt heel fijn! Luchtig en correct en goed en vlotjes - het leest echt heel lekker weg. <3
Sorry dat het zo lang duurde voordat ik weer las! Update je gauw?
Amazing! Brengt me helemaal terug in de tijd, alsof ik vanaf een hoekje sta toe te kijken. Ik BELEEF het helemaal,en dat krijg jij voor elkaar omdat je een geweldige schrijfster bent! Honestly ik meen het.
Normaal gesproken ben ik niet zo van verhalen van vroeger, maar deze vind ik wel echt leukk
xxxx Nadine
Heel even leek het woud op de magische sprookjeswerelden uit de mythes die ik her en der opving. Ik dwaalde altijd graag in mijn fantasie rond maar nog liever dan dat keek ik rond in de fictieve wereld van anderen.
Heel erg mooi stukje!
Ik moet bekennen dat ik echt vind dat je schrijfstijl er op vooruit gaat. Het is echt heel erg goed geschreven. De details komen ook mooi naar voren en je schrijft heel erg goed in de ik-vorm. Misschien wel eens een uitdaging om in de hij/zij-vorm te schrijven? Anyway, je doet het prachtig!
Eerlijk gezegd is het thema niet echt mijn ding. Maar je kan het altijd wel boeiender maken Chapeau!
Mihihiiii!
I LUF IT!
Ik sluit me 100% aan bij de mensen hieronder!
HEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEL Erg snel verder!
X
WHAAAAA snel verder lezen x