Hoofdcategorieën
Home » One Direction » One Direction one shots. <3 » Zayn one shot.
One Direction one shots. <3
Zayn one shot.
Ik haat de maand Januari. Het is koud, glad en door de sneeuw kom je nauwelijks vooruit in het verkeer. En hier binnen is het niet veel beter, de verwarming biedt niet al te veel troost.
Ik zit in de kleermakerszit op de bank, met een kop warme chocolademelk in mijn handen. Zo af en toe neem ik een klein slokje en kijk ik naar buiten, naar de sneeuw die naar beneden valt uit het oneindige.
Als ik het opgedronken heb, trek ik mijn jas aan en glip door de voordeur naar buiten. Ik heb nog maar net de deur opengemaakt of een ijskoude windvlaag waait in mijn gezicht en neemt kleine sneeuwvlokjes met zich mee.
Ik verberg mijn gezicht in mijn sjaal en kijk naar mijn grijze Uggs tijdens het lopen. Waar ik heen ga weet ik niet, maar ik kom wel ergens uit. Het centrum ofzo.
Ik wurm mijn oortjes uit mijn broekzak en sluit ze aan op mijn telefoon. Ik zet Starships van Nicki Minaj op, zo’n vrolijk nummer.
Nu heb ik tijd om even over het leven na te denken, over familie en vrienden. Over jongens.
Ik heb allang geen vriendje meer gehad… Misschien komt daar vandaag wel verandering in.
Voordat ik het weet sta ik voor een café. Ik zoek een tafeltje voor twee uit bij het raam en bestel een cappuccino.
Terwijl ik op mijn bestelling wacht, staar ik naar buiten. Ik zak een beetje weg in mijn gedachten als ik een jongen voorbij zie lopen.
Hij heeft dik zwart haar, dat overeind in een kuif is gestyled. Hij draagt een donkerblauwe trenchcoat met een bijpassende, dikke wollen sjaal. Zijn handen zitten diep weggestoken in zijn jaszakken, en zijn sjaal komt net tot onder zijn neus.
Ik moet toegeven, hij is behoorlijk knap. Zou hij hier binnenlopen? Dat is bijna onmogelijk, want als je zoiets wenst gebeurt het nooit.
Maar ik had het mis. Hij duwt de deur open en veegt zijn voeten op de deurmat. Ik zie dat hij grijze Nike Air’s draagt. Dan gebeurt het onmogelijke.
Hij kijkt het café rond, op zoek naar een vrij plekje. Dan kijkt hij mij recht aan, met zijn mokkakleurige ogen. Ik dacht dat ik erin stikte. Ik zie dat zijn ogen omrand worden door lange, zwarte wimpers.
Ik word nerveus als hij naar me toeloopt. Hij lijkt het te merken en glimlacht geruststellend. ‘Vind je het vervelend als ik hier kom zitten?’ Ik ben even van mijn stuk geslagen, maar ik laat het niet merken. ‘Natuurlijk niet, ga je gang!’
Hij doet zijn jas uit en hangt hem over de stoel. Door deze beweging realiseer ik me dat ik ook nog mijn jas aan heb. Ik heb hem net over de stoel gehangen als de serveerster aan komt lopen. ‘Hier is je cappuccino, meid,’ zegt ze en ze knipoogt.
Als ze weer weg is neem ik eens de tijd om de jongen te “onderzoeken”ť. Hij draagt een strakke, witte coltrui. Ik zie dat hij nogal een gespierde borst heeft.
Kom ik aan met mijn onwijs saaie, bruine sweater. Ik weet even niet wat ik tegen hem moet zeggen, ik ben slecht in praten met leuke boys. ‘Hoe heet je eigenlijk?’ vraagt hij met een lage, ietwat hese stem. Aantrekkelijk dus.
‘Ik heet Estelle, jij?’ antwoord ik, terwijl ik langzaam door mijn koffie roer. ‘Zayn, aangenaam,’ zegt hij en hij steekt zijn hand uit.
Ik pak hem stevig aan en schud hem. Zijn hand is veel warmer dan de mijne en voelt krachtig aan. Nu zie ik ook pas dat hij oorbellen heeft. Ik wijs naar mijn oren en vraag: ‘Hoelang heb je je oorbellen al?’ Hij kijkt bedenkelijk. ‘Weet ik niet precies. Wel dat ik ze al lang heb.’ Hij glimlacht. ‘Ze staan je leuk,’ zeg ik. Natuurlijk kan ik nooit complimentjes geven zonder te blozen. ‘Dankje, leuk om te horen.’ Hij heeft niks in de gaten over dat blozen.
Ik ben de tijd helemaal vergeten. ‘Hoe laat is het eigenlijk?’ vraag ik.
Hij stroopt zijn mouw een beetje op om een blik op zijn horloge te kunnen werpen. ’20 over 1 pas, hoezo? Heb je haast?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee hoor, ik vind het wel gezellig zo.’ Hij knikt. ‘Anders ik wel,’ zegt hij en hij geeft me een vette knipoog. Het is nu overduidelijk dat ik vlinders ik mijn buik voel. Dat kan niet anders. ‘Heb je zin om met mij mee naar huis te gaan zometeen?’ vraagt hij dan.
Mijn dag kan ik ieder geval niet meer stuk. ‘Ja hoor!’
We trekken onze jas aan en we lopen de kou weer in. Mijn jaszakken bieden niet echt veel warmte in deze vrieskou. Ik strek mijn armen voor me uit. Ja, mijn handen zijn zelfs een beetje rood aangelopen. Zayn ziet het. ‘Kom hier,’ mompelt hij en hij pakt mijn bevroren handen stevig beet en wrijft ze warm, maar als hij klaar is laat hij mijn hand niet los.
Dus daar lopen we, hand in hand over straat.
Intussen zijn we al bij zijn huis aangekomen. We gaan op de bank zitten en hij zet een film op. Halverwege de film merk ik dat ik moe word.
Ik gaap en zonder erbij na te denken leg ik mijn hoofd op zijn schouder. ‘Is hier iemand moe?’ vraagt hij en ik hoor een glimlach door in zijn stem. Ik knik.
‘Ga dan maar slapen.’ Serieus? ‘Echt? Hier, nu? Maar dat vind ik onbeleefd.’ Hij schudt zijn hoofd, ‘Maakt niks uit, Estelle. Doe je ogen maar dicht.’ Hij aait over mijn haar.
Het heeft een geruststellend effect. Ik zak weg, maar voordat de tentakels van de moeheid me helemaal hebben meegesleurd, voel ik zijn lippen zachtjes op mijn hoofd drukken.
Aahw, zoo lief