Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Concert <-- afgerond » 7
Concert <-- afgerond
7
Na een warme douche loop ik weer de woonkamer in waar Heide nog steeds in haar nachtjapon zit. Ik pak een appeltje uit de fruitschaal en pak de reserve sleutels van het appartement.
“ga je doen?”¯ vraagt Heide als ik richting de deur loop.
“een stukje rijden. Ik wil vandaag Venetië even zelf verkennen.”¯ Heide haalt haar schouders op.
“verdwaal niet hè! Ik ga vandaag toch een beautydagje houden. Morgen wordt het tijd om de boys in Venetië te gaan verblinden met mijn pracht en praal.”¯ Ze steekt haar tong naar me uit als ik met mijn ogen rol en mijn weg vervolg naar de deur.
“later!”¯ roep ik nog waarna ik aan de steile trappen van het appartement begin.
De binnenstad van Venetië is bijna niet door te komen met de auto. Ik heb zeker anderhalf uur er over gedaan om eruit te komen om me te begeven op grotere, begaanbare wegen. Het is inmiddels rond het middaguur en ik besterf het van de honger. Een appel als ontbijt alleen vult geen lege maag. Ik ben dus op zoek naar een plaats waar ik kan eten zonder dat mijn auto volledig uit het zich is. Ik ben als de dood dat als ik ook maar even weg ben bij mijn mustang hij gelijk gestolen word door die gure kooplui die overal in Venetië zijn te vinden. Voor geen goud zal ik dus uit gaan stappen om naar een eetkraampje toe te lopen. Helaas zorgt mijn koppigheid wel voor een zeer luid protesterende maag. Plots bedenk ik me dat er een klein wegcafeetje was toen Heide en ik gisteren terug reden van het concert. Het zou vlak bij moeten zijn waar ik nu rij. Ik zou op het parkeerterrein van het concertgebouw kunnen parkeren en dan wat gaan eten. Dan heb ik perfect zicht op mijn auto en is mijn maagje tevreden. Puik plan!
Het parkeerterrein kan ik gewoon oprijden. Ik stap uit en controleer zeker drie keer of de auto wel echt op slot zit en dat ik mijn sleutels bij me heb. Normaal wist ik dat ik mijn sleutels bij me had door het geklingel van de sleutels tegen mijn sleutelhanger. Nu moet ik dat maar missen. Ik loop op rustig tempo naar het wegcafeetje en stap naar binnen terwijl de airco me een koude luchtstroom toewuift. Een seconde langer blijft ik staan om van de welkome koelte te genieten. Drieëndertig graden is gerust wel lekker hoor, alleen moet je er zo erg aan wennen als je uit een koud kikkerland komt.
ik loop door het cafeetje en graai ondertussen in mijn zakken naar mijn pinpas.
“een ice tea en een salade alstublieft.”¯ De oudere man achter de toonbank kijkt naar mijn pinpas in mijn hand en begint een heel verhaal te lullen in het Italiaans.
“pardon? Ik versta het niet.”¯ Zeg ik tegen hem. Er komt een collega aan die me glimlachend aan kijkt.
“u kunt niet pinnen hier als u dat van plan was mevrouw, ons pinapparaat komt pas over een paar dagen binnen.”¯ Verbluft kijk ik hem aan. Hebben ze hier nog geen pinapparaat? Dat is lekker dan! Eerst wil ik tegen de medewerker uitvallen, maar bedenk dan dat pinnen pas een jaar of vijf a zes mogelijk is. Ja ja, zo zie je maar wat gewenning met je doet.
“eh, ik heb dan waarschijnlijk niet genoeg bij me.”¯ Mompel ik verontschuldigend. Ik graai in mijn zakken naar mijn portemonnee en kom tot de ontdekking dat er nog twee euro in zit. Zal ik dan gaan voor een sandwich of het drinken…
Ik besluit te gaan voor het drinken aangezien ik liever niet onwel word door vocht tekort. Daarbij zullen de suikers in de ice tea mijn maagje wel eventjes tevreden houden. Mezelf vervloekend dat ik niet meer cash geld op zak heb loop ik het wegcafeetje uit. Bij mijn Mustang blijf ik staan. Ik gooi de portieren open om de ergste warmte uit de auto te jagen en ga zelf tegen de auto geleund staan terwijl ik nip van mijn drinken. Zin om naar Heide te gaan heb ik nog lang niet. Die is waarschijnlijk naar een meer of iets dergelijks gevlucht om bij te bruinen. Niet dat dat voor haar nodig is, maar ja, alles voor een prachtig uiterlijk toch? Zelf ben ik ook al een beetje bruiner geworden. Iets dat me niet erg aanstaat. Ik hou van mijn witte huidskleur!
ik sta nu al een kwartiertje in het zonnetje. Eigenlijk sta ik ook wel lekker. Hier is niemand die me komt irriteren met teveel geklets, of met geflirt zoals die enge neef van Heide, me komt overvallen met vragen enzovoort. Eventjes lekker rusten!
Toch kom ik niet tot rust door een paar figuren die alsmaar langs lopen. Weliswaar lopen ze niet echt ‘langs’ me, maar rond het concertgebouw. Helaas lopen ze nu al voor een zevende keer langs en ik krijg het idee dat ze me aanstaren. Het zullen toch geen mustangliefhebbers zijn? Straks gaan ze allerlei ingewikkelde vragen over mijn wagentje stellen of erger, proberen ze me te overvallen om mijn auto af te nemen en te verpatsen voor een paar euro’s! ik sla mijn armen over elkaar en kijk nors voor me uit. Mijn zonnebril duw ik verder op mijn neus. Zo kan ik de gasten toch in de gaten houden zonder dat zij hoeven te zien dat ik ook naar hen kijk.
ik zie dat ze elkaar beetje plagerig duwen en uiteindelijk komt er een van de jongens mijn kant op. Ik zet mezelf op scherp om aan te kunnen vallen indien hij ook maar iets proberen wilt. Ik ben dan misschien een kippenkracht, maar als ik iemand pijn wil doen lukt me dat geheid!
De jongen is nu vlak bij mijn auto en ik zie een verlegen blik de mijne kruizen. Ik ga niet wachten op hem dus steek ik gelijk van wal.
“wat moet je?”¯ de jongen kijkt me nog verlegener aan na mijn barse toon. Hij ziet er nou niet bepaald uit als iemand die in staat is mijn auto van me af te pakken.
“eh… begint uw naam met een R?”¯ ik trek een wenkbrauw op en knik dan. Waar gaat dit heen?
“ik heb opdracht gekregen u te vergezellen naar binnen voor uw sleutelhanger.”¯ Hij knikt richting de concerthal. Ik moet even nadenken waar dit over gaat. Blijkbaar ziet de jongen mijn twijfel.
“u bent toch de vriendin van ene Heide? Degene die de sleutelhanger kwijt is geraakt gister? U bent als het goed is gecontacteerd.”¯ het kwartje valt. Ik had niet eens meer gedacht aan dat telefoontje! Ik kon vandaag mijn sleutelhanger halen als ik hem echt nog terug wilde! Stom stom! Ik wist wel dat ik niet alleen voor eten hierheen gereden was, onderbewust heeft mijn brein me verteld over mijn sleutelhanger.
“ja, ik was het bijna vergeten. Heeft u hem?”¯ ik laat mijn tirade dat Heide alles behalve een vriendin is achterwegen.
“als u me even kunt volgen naar binnen?”¯ ik kijk vertwijfeld van mijn auto naar de jongen. Als ik mijn blik richt naar de andere jongeren in de verte zie ik dat ze zich weghaasten tussen twee bussen door naar een zij ingang.
“ik laat liever mijn auto niet achter.”¯ De jongen knikt en haalt een mobiel tevoorschijn. Ik draai me om om mijn auto af te sluiten en zie een grote man op me af komen lopen.
“Pedro, bewaak jij even de auto van de dame?”¯ de jongen achter me roept naar de kleerkast die alleen maar knikt.
“hij is een beveiliger hier op het terrein. Dus wees gerust. Je auto is veilig. Komt u nu alstublieft mee?”¯ de toon van de jongen is bijna smekend. Ik zucht en loop achter hem aan. Nog een blik richt ik op mijn mustang van over mijn schouder. De kleerkast staat wijdbeens met zijn armen over elkaar naast mijn mustang. Die zal wel veilig zijn hoop ik.
Ik volg de jongen naar de hoofdingang van het concertgebouw. Zo zonder al die drukte ziet het er hier een stuk ruimer uit. De jongen brengt me naar een lange hal met deuren. Bij een deur die op een kier staat houden we halt. Ik hoor gestommel en zacht gepraat vanuit de kamer dat plots verstomd wanneer de jongen op de deurpost klopt. Ik hoor gekuch en een zachte ‘kom binnen!’ waarna de jongen de deur voor me opent en me met een zacht duwtje de kamer binnen duwt.
Kidding me… zit ik in een slechte soap of zoiets?
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.