Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Werewolf Protection Program » 04 ~
Werewolf Protection Program
04 ~
Professor Yui was in aantocht over het terrein, het was niet echt van zijn gewoonte om iets later te zijn, alhoewel dit voor sommige goed uitkwam vandaag. De meeste leerlingen van Griffoendor en Zwadderich stonden zich al een beetje te vervelen aan de Kassen. Cynthia was de meiden na een heel kort bezoekje aan de grote zaal, lees: Snel een toast met confituur en een toast met ei in haar mond proppen en er weer vandoor gaan, tegen gekomen op het terrein en had zich daarna bij hen gevoegd. Nieuwsgierig als Bellerose was, had ze haarzelf een missie opgelegd. Er achter komen waar Cynthia had uitgehangen, wat uiteindelijk haar plan bleek te zijn en wat er zich precies had afgespeeld tussen haar en Sirius. Een lach ontkrulde zich op Cynthia haar lippen. Ze hielde ervan om Bellerose een beetje in spanning te laten en mysterieus over te komen.
“Daar kom je nog wel achter lief. En wat Sirius betreft, ik ben voor hem weggegaan, heb geen idee waar hij nu uithangt.”¯ Ze hield er misschien wel van om niet al haar geheimen prijs te geven maar als ze iets zei was ze wel volkomen eerlijk. Dit wist Bellerose maar ze gaf niet op. Ze moest en zou erachter komen wat er nu werkelijk gaande was tussen die twee en natuurlijk was ze ook wel nieuwsgierig naar het plan, alhoewel dit stiekem maar bijzaak was.
Met haar rug naar de kassen en haar blik op het terrein gericht volgde Sfea met haar ogen de gestalte van enkele zwadderaars die aan kwamen gewandeld. Zelf zonder haar lenzen had ze zo geweten wie deze drie waren. Het blonde haar was opvallend, typisch en zo herkenbaar. De andere jongen die erbij was, was kleiner dan hem. Zijn zwarte haren hingen sluik voor zijn gezicht. Er was vandaag iets anders aan hem. Ze kon het niet echt plaatsen maar hij leek, netter? Zou het kunnen dat hij zijn haren eens gewassen had? Haar ogen gleden over de vettige pieken waarin het haar aan elkaar geklokt zat. Neen dat was het niet, maar wat was het dan? Erg veel tijd om erover na te denken kreeg ze niet want haar aandacht werd afgeleid naar de derde persoon die bij hen liep. Tara Sinclaire. Net als Sneep waren haar haren zwart en steil, ze glansde in het zonlicht en leken uiterst zacht in vergelijking met Sneep.
Vol walging keek ze naar het drietal. Je kon hen al van ver horen afkomen, het was gewoon belachelijk dat zij daadwerkelijk geloofde dat ze beter waren als alle andere omdat ze volbloeden waren. Het was zo erg dat het zelf frustrerend werd. Met de gedachten in haar hoofd dat ze het niet waard waren om je tijd aan te verspillen draaide ze zich om. Alhoewel dit makkelijker gezegd was dan gedaan. Sfea moest bekennen dat ze nog steeds ziedend was over het feit dat ze zo gemeen waren geweest. Misschien was het tijd voor wraak. Soms vond ze dat het geen kwaad kon om je eens tot dat niveau te verlagen. Als je hén eens goed liggen kon hebben was dat het wel waard.
Avis zag dat Sfea het er moeilijk mee had waar ze volledig in kon komen. Ze waren ook ontzettend gemeen geweest vorig jaar, tegen haar en dan vooral naar haar jonger zusje toe. Rustig nam ze de hand van Sfea vast en knikte haar bemoedigend toe. Ze stond er niet alleen voor.
De meiden hadden zo hun eigen dingen die in hun gedachten aanbod kwamen en de Marauders dus ook. James, nog steeds een beetje geïrriteerd over het feit dat Sirius hem niets verteld had waar hij nu uithing, stond een beetje met zijn toverstok te spelen. De koele bries die de bladeren aan de bomen liet ritselen streek langs zijn gezicht wat goed deed na zo een warme zomerdag. De zon stond nog steeds hoog aan de hemel en zorgde voor dat extra tikkeltje magie op Zweinstein. Toevallig viel zijn blik ook op het drietal dat aan gewandeld kwam, maar bij James verkreeg dit net het tegenovergestelde effect als bij Sfea. Langzaam aan ontstond er een grote glimlach op zijn gezicht. James had nu eenmaal een ander soort gedachten pad, Sneep werd daarom direct gelinkt aan fun. Het klinkt raar, de woorden Sneep en fun in één zin. Maar als je weet in welke vorm de fun tot uiting komt dan zal je het zeker beamen. Dat was dus het punt niet, het punt was het feit dat James zo vrolijk werd van Zwadderaars. Remus zag dit gebeuren en schudde bedenkelijk zijn hoofd, hij wist al wat er komen ging en om eerlijk te zijn had hij er nu niet echt veel zin in. Net als Remus kenden Peter James al vier jaar en kon hij dus ook voorspellen wat er het komende kwartier ging plaatsvinden. Nerveus maakte hij een sprongetje bij de gedachten aan een gevecht. Spanning gierde door zijn lichaam. Twijfelend of hij het nu zou aanmoedigen of zich zou gaan verstoppen achter de mensenmassa, zag hij dat James zich even luchtig uitstrekte en hun een uitdagende, haast vriendelijke blik toewierp.
Bellerose had het ook gemerkt en stootte Sfea aan met haar elleboog. Verwijtend keek ze naar Bellerose en wreef met haar rechterhand op de plaats waar ze haar geraakt had. Hierna keek ze op, toch wel nieuwsgierig naar waar Bellerose wees. James die de zwadjes ging uitdaging. Perfect timing, perfect place, finally some action. Diep vanbinnen was Sfea vergeten dat het eigenlijk nog maar de tweede dag van het nieuwe schooljaar was en dat dit het eerste moment was voor mogelijkheid tot actie. Ze keek nog eens naar James, zijn haren wapperde in de wind. Op zijn gezicht stond een klein lachje. Hoe hij het deed wist ze niet maar hij was gewoon zo mooi. Nee Sfea, focus.
“Dat is lang geleden,”¯ Arrogant en zelfverzekerd liep James het drietal tegemoet. “Sneep, je ziet er nog altijd even, ... Sneep-achtig uit.”¯ Na deze woorden wende hij zijn blik tot de andere twee. “Petje af, hoe jullie bij hem in de buurt kunnen blijven en zijn stank kunnen verdragen is een mysterie. Jullie moeten hem wel graag zien dan.”¯ James begon te lachen, zelf had hij niet door dat zijn woorden eigenlijk niet zo grappig waren als hij dacht maar ah. Zo was James nu eenmaal. Zelfzeker en af en toe een tikkeltje té zelfingenomen.
Een vuile blik was het enige wat hij terug kreeg als reactie op zijn woorden, deze was afkomstig van Tara. Haar grijze kille ogen doorboorde James en hooghartig liep ze hem zomaar voorbij zonder één woord aan hem vuil te maken, op zoek naar haar vriendinnen. Sneep was het niet waard om voor op te komen. Hij en Lucius waren net gewoon handig geweest voor haar, anders moest ze alleen naar de Kassen wandelen en dat was niet goed voor haar reputatie. Niet dat Sneep als haar gezelschap haar reputatie goed tot uiting kwam. Gelukkig was Lucius er nog bij om het iets of wat in evenwicht te brengen.
James zijn ogen volgde Tara die gewoon wegliep en Severus en Lucius achter liet. Dit zorgde ervoor dat hij nog meer moest lachen. Hij besefte ergens ook wel dat Tara hem niet interessant genoeg vond om een conversatie met hem aan te gaan. Niet dat dat hem iets kon schelen. Hij richtte zich weer naar de overige zwadjes en dan vooral naar Severus die er nog steeds stil maar woedend bij stond. Lucius had zijn armen over elkaar gekruist. Zijn geduld raakte op wanneer zou Potter nu eindelijk eens iets zinnig weten uit te brengen?
“Ik wacht?”¯ Vroeg hij dus maar, om aan te geven dat het hem totaal koud liet.
“Goed, ik was eigenlijk op jou aan het wachten Sneep. In de vakantie heb ik ergens iets gelezen over een spreuk. Het leek me wil interessant om deze eens uit te testen.”¯ Nog steeds enthousiast, ondanks de koude houding van Lucius liet James zijn toverstok nog eens door zijn vingers draaien. Nam deze stevig in zijn rechterhand vast, gaf er een kleine zwaai mee en niet veel later hing Severus ondersteboven in de lucht. Een beetje verbaasd dat de spreuk zo goed werkte zette hij een stap achteruit. Het drong langzaam tot hem door dat Sneep werkelijk ondersteboven in de lucht hing. Een lach, die van diep kwam ontstond er op zijn lippen. De rest van de leerlingen van Griffoendor en een deel van Zwadderich, inclusief Lucius begon ook te lachen. Het was nu eenmaal een feit, Sneep was lachwekkend, en zeker toen hij daar zo ondersteboven in de lucht hing.
Waar was Sirius nu? Bedacht James zich. Ah, dat gaf hem een reden te meer om deze spreuk later nog eens uit te testen. Net wanneer hij Sneep zachtjes heen en weer liet wiegen met zijn stok werd hij bruusk gestoord in zin concentratie door iets of iemand.
“Stop!”¯ Deze gil galmde over het uitgestrekte domein. James had het niet zien aankomen waardoor Sneep met een dof geluid op het gras terechtkwam. Boos krabbelde hij overeind en spuwde naar James.
“Ik, .. Ik krijg je nog wel! Vuile Potter!”¯ Beschaamd dat Lucius ook aan het lachen was en rood van woede draaide hij zich na deze woorden om en liep weg, richting het kasteel. Nog steeds aan het lachen keek James de steeds kleiner wordende Sneep aan. Het was gewoon té grappig.
“Waar was dat nu voor nodig?”¯ Alle ogen keken naar Evilin, van wie deze woorden afkomstig waren. Erg lang was ze nog niet aangekomen bij de Kassen. Helaas wel lang genoeg om te zien hoe James Sneep in de lucht liet zweven. “Ik vroeg je wat?”¯ Boos keek Evilin naar James. Als er iets was waar ze niet tegen kon dan was het wel tegen mensen die andere pesten. Rustig liep Lucius naar Evilin toe en legde zijn hand op haar schouder.
“Ah Evilin, laat het. Het was Severus maar.”¯ Dit was een van de weinige dingen die Lucius gemeen had met de Marauders. Severus Sneep was, is en bleef gewoon perfect om mee te lachen. Ook al zat Lucius dan bij Severus in de klas en keek Severus naar hem op, Lucius was een ras echte zwadderaar. Misbruikte andere mensen wanneer het hem goed uit kwam en interesseerde zich meestal alleen in zichzelf. Als Severus hem niets kon bieden, buiten wat bewondering, liet hij hem maar wat aanmodderen. Zoals eerder vermeld, was hij nu niet echt een pronkstuk voor je reputatie. Evilin schudde de hand van Lucius weg en zond hem een kwade blik waardoor hij zijn hoofd schudde en wegliep, naar Tara en de andere leerlingen van Zwadderich. Maar voordat hij dit deed wierp hij een korte blik naar Cynthia, haar gezicht stond nog steeds in een lach. Net als al de andere meiden had ze het ook grappig gevonden. Severus zijn verdiende loon, had hij niet zo grof moeten zijn tegen Sfea.
“Euhm,”¯ James had niet echt een antwoord gegeven op Evilin haar vraag, deels omdat hij te verbaasd was door haar vraag en deels omdat hij ook niet echt wist wat te antwoorden. “Het is Severus.”¯ Zei hij tenslotte maar. “Dat hoort gewoon zo, trouwens hij lokte het uit. Moet hij ook niet altijd zo lelijk kijken.”¯ Hier hield Evilin het niet bij. Ze beet op haar lip en was nog steeds boos op James dat hij zo smerig had gereageerd tegen Severus. Net wanneer ze terug in de aanval wou gaan arriveerde, gelukkig voor James, Professor Yui net bij de Kassen. Waardoor Evilin haar zelf moest verplichten om aan iets anders te denken. Het was toch een rare eerste week, in de ochtend hadden ze allemaal vrij. Toen leerde ze Charlotte kennen, een vrolijke enthousiaste hyperende meid van Griffoendor waar het goed mee klikte. Hierna hing Severus ineens onderste boven en was ze uitgevlogen tegen niemand minder dan James Potter. De hormonen en spanningen gierde nog steeds door haar lijf. Wat zou het jaar nog voor hen allemaal in petto hebben? Want Evilin was zeker niet de enige waarbij de hormonen op hol sloegen, ze zaten nu eenmaal allemaal in hun vijfde jaar. Een belangrijk jaar vol belangrijke wendingen.
Oke, nu had ik zin om deze james te slaan.
In zijn hotte en gewéldige gezicht.
Toch blijft hij cute.
Maar pesten is gewoon iets STOMS
Go evilin. Fail, ik moedig mezelf aan.
lol.
En ik wil nu wel gaan quoten, alleen gaat dit niet.
Dan zou ik het hele hoofdstuk moeten quoten.
Zo goed is het
Snel verder, en hak ze in de pan EVILIN!
muwhaha
xx