Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Scherven » Stand up
Scherven
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
5 aug 2012 - 12:16
Aantal woorden:
1165
Aantal reacties:
4
Aantal keer gelezen:
419
Stand up
I know your heart’s been broken, but don’t you give up.
I’ll be there, yeah, I know it, to fix you with love.
It hurts me to think that you’ve ever cried.
I’ll be there, yeah, I know it, to fix you with love.
It hurts me to think that you’ve ever cried.
Toen ze wakker werd hoorde ze een regelmatig gepiep, zachtjes, in de verte, maar wel heel doordringend. Een hels licht werd door haar oogleden heen naar haar netvlies gezonden. Ze kneep haar ogen stevig dicht om de daardoor veroorzaakte pijn te verdrijven. Het werkte niet. Langzaam probeerde ze haar ogen te openen, maar het felle daglicht sneed dwars door haar netvlies heen, wat haar ze snel weer deed sluiten. Hoe laat was het? Ze wist het niet. Ze wist eigenlijk niet eens waar ze was. De knallende hoofdpijn had al haar herinneringen aan de afgelopen nacht aan flarden gescheurd. Heel even, een fractie van een seconde, dacht ze dat ze dood was. Heel even. Toen realiseerde zich dat het licht te fel was, het vertrek waarin ze zich bevond te licht en de temperatuur te laag om het hellevuur te representeren. Ze leefde nog.
Dit vermoeden werd bevestigd toen ze hoorde hoe stemmen begonnen te praten, hoe het geluid langzaam haar oren binnendrong. Het waren verschillende stemmen en ze spraken gedempt, maar doordringend. ‘Joy?’ hoorde ze als eerste, een jongensstem, of een mannenstem, een stem die ze kende. Een naam die ze kende. Joy. Nog een keer. ‘Joy?’ Dezelfde stem. Nog een keer de naam, een andere stem. Een meisjesstem met een duidelijk hoorbare ondertoon van angst, maar ook één van hoop. ‘Joy?’ vroeg ze. En dan was er een derde stem, een vrouwenstem, die uitgeput klonk. De stem zei iets anders dan de andere twee stemmen: ‘Jody?’
Ze probeerde opnieuw haar ogen te openen en slaagde erin. Slechts enkele millimeters, maar ze slaagde erin. Ze zag de omtrekken van de eigenaren van de stemmen. Ze wist wie ze waren. Ze snapte alleen niet wat ze aan haar bed deden. Ze snapte waar ze was, de combinatie van wit en gepiep en de mensen om haar bed vertelde haar dat ze in het ziekenhuis lag. Ze wist niet waarom. Ze snapte het niet. ‘Wat doen jullie hier?’ vroeg ze, met een stem die zwak klonk en schor. Hoelang lag ze hier al? Hoe laat was het? Ze herinnerde zich Paul, vaag en zijn armen om haar middel en de witte substantie in haar drankje. Dat verklaarde hoe ze in het ziekenhuis terechtgekomen was. Ze glimlachte.
Het verklaarde echter niet hoe haar moeder en Joan er vanaf wisten. Hoe die hier gekomen waren. Joan legde het uit: ‘Je hebt een naam opgebouwd, dat weet je zelf ook. Ik hoorde wat er gebeurd was en het heeft even geduurd, maar ik heb weten achterhalen in welk ziekenhuis je lag. Toen ben ik langs je huis gegaan, heb je moeder meegenomen en ben hierheen gekomen. Ik wist niet of je wilde dat ze er ook was, maar ze blijft je moeder, dus ik dacht -’
‘Ja,’ fluisterde Jody, niet in staat harder geluid uit te brengen. Ze wist hoe erg Joan het hebben van een moeder miste. Ze wist hoeveel het meisje over had voor een familie, een gezin dat haar herkende, haar zag staan. Jody wilde niet dat het meisje haar schuldgevoelens aanpraatte. Ze vroeg zich af hoe haar moeder gereageerd had toen ze erachter kwam dat haar dochter zich Joy noemde, in plaats van Jody.
Ondertussen had ze haar ogen al een stukje verder open en kon ze de mensen om haar bed beter onderscheiden. Paul, lelijk als altijd, maar toch naast haar bed omdat hij niet wilde dat ze alleen wakker zou worden. Ze realiseerde zich plotseling waarom hij de avond tevoren cola had besteld en het was alsof ze een klap in haar maag kreeg, alsof haar hart een stukje naar beneden zakte. Schuld. Emotie. Ze hapte naar adem.
‘Jody?’ hoorde ze haar moeder opnieuw vragen. ‘Jody, er is iemand voor je, en hij wil met je praten. Alleen met jou. Ik - hij komt er zo aan.’ Joy knikte en vroeg zich af wie het kon zijn. Waren er meer herinneringen aan gisternacht, die ze niet meer bezat, maar die nog een man bevatten? De barman zou het wel niet zijn, die was natuurlijk als de dood opgepakt te worden voor drugshandel. Wie was het dan? Ze wist niet wie het kon zijn. Ze wist oprecht niet wie het kon zijn.
Haar moeder stond op, wreef even over haar hand en verliet toen het vertrek. Joan en Paul volgden haar voorbeeld, onder de woorden ‘tot zo’. Joy lag daar, in bed, wachtend op de persoon die met haar wilde spreken. De mysterieuze persoon die het belangrijk vond dat haar bezoek de kamer verliet. De voetstappen weerklonken, zwaar, enigszins slepend. Ze staarde naar haar plafond, bang voor wat ze naast zich zou zien staan.
‘Jody,’ sprak een stem, diep, brommend. ‘Jody, het spijt me.’
De woorden verjoegen Joy, krachtig als ze waren. Ze brachten emoties terug, heviger dan ooit. Emoties die jarenlang gevochten hadden om een weg naar buiten, emoties die jarenlang tegen het ondoordringbare schild van Joy opgebotst waren, teruggekaatst, versterkt. Alles kwam naar buiten, in één keer. Jody wist niet wat haar overkwam. Ze snapte het niet, ze begreep het niet. Ze wist wiens stem het was, maar het kon niet. Hij was er niet. Papa kwam niet meer thuis. Hij stond zomaar naast haar bed. Zonder thee en zonder koekje en zonder glimlach. Ze keek hem niet aan, maar ze wist dat hij niet glimlachte. Ze hoorde het aan de manier waarop hij sprak.
De emoties verstikten haar, ze was niet in staat adem te halen. ‘Ik wilde terugkomen,’ sprak hij. ‘Ik wilde het echt.’
Jody reageerde niet.
‘Jody, vergeef me, alsjeblieft.’
Het meisje schoot in de lach. Een honende, harde lach. Zonder vreugde. Angstaanjagend. De tranen rolden uit haar ogen, over haar wangen, spatten aan stukken op haar ziekenhuislaken. ‘Vergeef me?’ herhaalde ze, nog altijd schor. ‘Vergeef me?’
‘Jody, het spijt me zo,’ fluisterde de man. Ze bleef naar het plafond staren, wetend dat een blik op hem werpen fataal zou zijn. Ze focuste haar ogen op het ononderbroken wit, probeerde er houvast te zoeken maar vond het niet. De man stond daar, naast haar bed, kijkend naar de tranen die over haar wangen stroomden. Tranen die al jaren oud waren, die al jarenlang in de verroeste traanbuizen vast hadden gezeten. Zout, heel zout. Nat, uiteraard. Ze lieten sporen achter op haar wangen, rondom haar ogen, haar neus. In het laken en op haar kussen. De man zei niets meer. Jody zei niets meer. Het was volkomen stil in de kamer terwijl Jody daar lag, huilend. Er leek geen eind aan te komen. Het duurde minstens een kwartier voor ze enigszins gekalmeerd was. Enigszins.
Ze keek opzij, zag de man, zag zijn baard, zijn ogen, zijn gezicht, zijn neus. Ze opende haar lippen, wist dat ze niet in staat zou zijn haar stem vast te laten blijven.
Hij keek haar aan.
Zij keek hem aan.
‘Ik heb grote mensen tanden,’ fluisterde ze.
Reacties:
neversay zei op 6 aug 2012 - 13:12:
JA HIJ IS ER, HIJ IS ER. OH MY GOD HIJ IS ER. <3
Haar papa kwam zooo onverwacht. Maar. Dat is awesome. ^^
Ik vind het zo awesome hoe je dit terug haalde. Srsly. <3
En en Paul was er. En Joan. En mama. En PAPAA. Ik heb zo'n gevoel dat alles goed komt. Maar ook weer niet. En. Ugh. In het volgende hoofdstuk wordt dat duidelijk. Want. Laatste hoofdstuk. *cry*
JA HIJ IS ER, HIJ IS ER. OH MY GOD HIJ IS ER. <3
Haar papa kwam zooo onverwacht. Maar. Dat is awesome. ^^
‘Ik heb grote mensen tanden,’ fluisterde ze.
Ik vind het zo awesome hoe je dit terug haalde. Srsly. <3
En en Paul was er. En Joan. En mama. En PAPAA. Ik heb zo'n gevoel dat alles goed komt. Maar ook weer niet. En. Ugh. In het volgende hoofdstuk wordt dat duidelijk. Want. Laatste hoofdstuk. *cry*
xjeszell zei op 5 aug 2012 - 12:28:
Holy fuck ik zit naar mijn scherm te kijken like "hoe the fuck ga ik hier goed op reageren?"
Want ik ben er nogal stil van.
Ik dacht na een aantal chapters dat ie misschien dood was of zo en echr niet meer terug zou komen MAAR VJSVUAI.
Oh my God.
Enenen
Just. Fivisjfaig.
And I still really like Joan.
(and oh when I saw le notification I was like "YESSSSS". hahaha)
Okay I can't wait for the next (and last D: ) chapterr.
Holy fuck ik zit naar mijn scherm te kijken like "hoe the fuck ga ik hier goed op reageren?"
Want ik ben er nogal stil van.
Ik dacht na een aantal chapters dat ie misschien dood was of zo en echr niet meer terug zou komen MAAR VJSVUAI.
Oh my God.
Enenen
'Ik heb grote mensen tanden,' fluisterde ze.
Just. Fivisjfaig.
And I still really like Joan.
(and oh when I saw le notification I was like "YESSSSS". hahaha)
Okay I can't wait for the next (and last D: ) chapterr.
Yeah! Ik zag hem aankomen!! Hij is er, eindelijk! En dat van die grote mensentanden is echtcheel schattig! xx