Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » De Magische Ringen » In Aslans naam!
De Magische Ringen
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
13 maart 2009 - 19:19
Aantal woorden:
841
Aantal reacties:
1
Aantal keer gelezen:
410
In Aslans naam!
'Koning Caspian de eerste was de veroveraar van Narnia' ging hij verder. 'En, die Caspian de negende, werd die geen vader' zei ik chagrijnig. 'Ja, maar hij bleef maar flirten. Zijn zoon is een goede jongen, hij helemaal niet' antwoordde Trompoen. 'Is die zoon knap?' vroeg Ellen blozend. 'Daar oordeel ik niet over' zei Trompoen verward. En Edmund keek Ellen een beetje boos aan.. We besloten de zwaarden aan te nemen en verder te gaan. De bende had jusit een bootje veroverd, er zaten ridders in die Trompoen in het water wilden gooien! Al goed vermeden Peter en Susan dat. We vaarden verder en verder.. En toen legden we het bootje neer aan een kant van een rivier. We gingen allemaal verder tot we aan een rots kwamen. We waren de weg kwijt en Peter stelde voor terug te gaan 'Aslan! Ik zag Aslan! Daar! Hij staat er nog steeds!' riep Lucy opeens. 'Ik zie hem ook!' riep Ellen opgelaten. Maar ik en de rest zagen hem niet. 'Ach Lucy, je hoopt waarschijnlijk dat je hem ziet en Ellen doe asjeblieft niet mee' zei Peter verstandig. 'Ik zag hem!' riep Ellen boos. 'Ja, sla niet zo'n grote-mensen-toon aan, daar kan ik niet tegen' antwoordde Lucy boos op Peters reactie. 'Weetje, de vorige keer dat ik Lucy niet geloofde had ik daar erna enorm spijt van, en nu Ellen hem ook gezien heeft, tja dat is het ultieme bewijs' twijfelde Edmund. 'Neen, ik weet het niet hoor' zei Susan. 'Toe nou' smeekte Edmund. 'Ik denk dat we moeten gaan, ik bedoel Lucy zou dat niet uit haar duim zuigen, en als Ellen hem ziet, ze gaat echt niet liegen hoor' zei ik. 'Ja, exact!' zei Edmund, hij vervolgde 'En ik zag Telmarijnen gaan langs de kant waar Trompoen heen wou'. 'Dat is minder' zei Trompoen. Dus ging Lucy tevreden bij de afgrond van de rots staan. En pardoes, ze viel op de grond! 'Lucy?!? Gaat het?' riep Susan ongerust. Snel gingen we kijken. Ze was door een stukje grond gezakt maar algoed niet helemaal naar beneden. Zachtjes daalden we de rots af en helpten we Lucy weer recht te komen. Ze bedankte ons. 'Ik denk dat we de rivier over moeten, daar zag ik hem' zei Ellen. We volgden haar voorstel op en gingen over de rotsen en stenen die in de rivier lagen om niet nat te worden. Lucy struikelde bijna maar Trompoen hielp haar recht 'Dankjewel LV'tje' bedankte ze hem. Trompoen ging terug naar achter. 'Lieve vriendje' fluisterde ik in zijn oor en hij begreep het meteen. 'En dat is helemaal niet neerbuigend?' vroeg hij spottend, en na een lange tijd begon iedereen nog eens te lachen. Na de lachbui waren we zo ongeveer de rivier overgestoken en werd het donker. Het kampvuur dat we gemaakt hadden viel na een tijdje uit en iedereen sliep als een roosje. Toen ik opstond waren Ellen en Lucy weg! Ik zag voetstappen in de zachte grond en volgde ze. Ze zaten in een struik te kijken naar een minotaur. 'Ik en Lucy hebben gedroomd dat we met Aslan praatten' zei Ellen stil. En toen trok een hand ons weg. 'Zijn jullie gek?' vroeg Peter. Hij keek het beest ook raar aan. 'Ik vertrouw hem niet, die wezens staan aan de kant van de witte heks' zei hij. 'De witte heks is dood' zei Lucy sarcastisch. En zonder toestemming kroop ze de struik uit. En dan kwam Peter dichter bij. Hij kreeg een kleine steek van een zwaard..van een jongen met hemels bruine ogen( oké , hemels klopt niet echt bij bruin maar ik weet geen andere woorden' en lang bruin haar. Ze begonnen te vechten en slingerden verwijten naar elkaar. Na een tijd had de jongen het zwaard van Peter vast en keek er vol verbazing naar. Ondertussen kwamen Trompoen en Susan er bij. 'Bent u de hoge koning Peter?' zei de jongen en knielde. 'Ja, hoe heet u?' vroeg Peter dan maar verward. 'Ik ben Prince Caspian de 10de, zoon van Caspian de negende.' zei hij trots. En dan vroeg hij om onze namen, ik stelde me als laatste voor 'Hertogin Dorien van Narnia'. 'Dorien? M'n vader kende jou!' zei hij. 'Ik kende hem ook even' zei Ellen 'Zijn broer was een sul' voegde ze er aan toe. 'Oom Miraz? Dat is wel een gluiperd ja, het is hij die er voor heeft gezorgd dat ik hier zit. Hij kreeg een zoon dus wou hij me vermoorden' zei Caspian verdrietig. 'Hoe erg!' zei ik vol medelijden. Ik liep de hele tijd naast hem om te horen wat er nog gebeurd was. Hij vertelde dat hij alles over Narnia te weten kwam omdat zijn leermeester dat zei. Dat hij de honden in het kasteel wou leren praten, dat hij elke week les over de steren kreeg en ga zo maar door. Achter ons waren Ellen en Edmund al de hele tijd aan het fluisteren. En een keer hoorde ik wat Edmund zei 'Die 2 worden nog een setje'. Toen keek ik blozend naar achter.
Caspian + Dorien = ruzie met Ramandoe's dochter