Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Werewolf Protection Program » 07 ~
Werewolf Protection Program
07 ~
We gaan voor deze ene keer eens anders gebruik maken van een tijdverdrijver. In plaats van dat we naar het verleden terug keren, spoelen we nu enkele weken vooruit in de toekomst. De marauders en de meiden hadden zichzelf wat meer gesetteld na de eerste week. Zweinstein voelde voor hen allemaal weer terug aan als een echte thuis. De dagen gingen voorbij en alles verliep goed, of dan toch goed op hun manier. Inclusief nachtelijke wandelingen, Secretus pesten, lessen onderbreken/spijbelen, strafwerk avonden en noem maar op. Het plan van Cynthia en Sirius was echter nog altijd niet aanbod gekomen maar daar zou Cynthia sneller dan verwacht verandering in brengen.
Vol trots konden James en Sirius zich ook weer dé charmeurs noemen van de school. Met hun scores van 5 tot 7 meiden per week konden ze zichzelf bovenaan plaatsen in de rang van hartenbrekers en onenightstands. Ook waren ze altijd in voor een avontuurlijke uitstap of mysterieuze verdwijntrucs voor enkele uurtjes.
Genoeg afgedwaald nu, we richten onze blikken terug op het verhaal, dat ondanks deze voorafgaande en zeer korte maar samenvattende en erg interessante, inleidende alinea, nog steeds ononderbroken doorgaat. No matter what.
Het weinige lichtinval dat de bibliotheek kende door de kleine raampjes nam af naarmate dat de avond toe nam. De kleine lampen die boven enkele tafeltjes zweefden werden aan gestoken. Het aantal leerlingen dat aanwezig was nam in aantal af en ging van twintig naar tien en zo weer naar vijf. De klok sloeg 20 uur, wat voor vele aangaf dat het tijd was om te stoppen met hun huiswerk en om terug te keren naar de leerlingenkamer. Dit was echter niet voor alle leerlingen het geval. De bibliotheek was immens groot en als je de moeite deed om eens een blik te werpen in alle gangen zou je zien dat hier en daar nog enkele leerlingen gedreven over hun boeken gebogen zaten. Helemaal achterin op haar vaste plek zat Avis. Het kleine tafeltje lag helemaal bedekt met opengeslagen cursussen en boeken. Propjes verfrommeld perkament lagen her en der verspreid en de veer waarmee Avis zat te schrijven stond geen enkel moment stil. Enkele kleine zweetdruppeltjes hadden zich gevormd op haar voorhoofd. De zon had heel de dag hoog aan de hemel gestaan waardoor de bibliotheek al de warmte had geabsorbeerd met als gevolg dat het er warm en drukkend was. Haar gewaad had ze over de leuning van haar stoel gehangen. Het witte hemd wat afstak tegen haar rood/gele das had ze opgerold aan haar armen. Haar lange lichtbruine haar wat ze meestal in een paardenstaart droeg had ze deze keer opgedraaid tot een dotje. Nog steeds heel geconcentreerd begon ze aan haar tweede alinea over het bestaan van de maanstenen. Maar niet voor lang.
Daar zat ze dus, te schrijven en te schrijven. Niet bewust van het feit dat er twee ogen al de hele tijd naar haar aan het kijken waren. Nerveus wreef hij in zijn ogen, ze werden moe van al dat staren en geniepige gedoe. Zenuwen gierde door zijn lijf, gedachten vulde deze zenuwen aan en zorgde voor een wisselwerking. Hoe meer zenuwen hoe meer gedachten, hoe meer gedachten hoe meer zenuwen. Hij slikte even en hoopte hiermee ook al zijn spanning mee weg te slikken. Tevergeefs. Om zichzelf een beetje tot rust te manen sloot hij zijn ogen en probeerde een beetje helderder na te denken.
Kom op! Je bent voor iets ingedeeld in Griffoendor, nu moet je niet terug krabbelen. Enkele weken terug heb je aan jezelf beloofd dat je niet meer zo een pussy ging zijn. Uitdagingen, die zou je aangaan. Je hebt gisteren toch ook niet voor niks dat briefje gemaakt?
Dat was waar. Gisterenavond toen hij niet kon slapen had hij van de spanning enkele zinnen opgeschreven hoe hij dit gesprek kon beginnen. Of in ieder geval, hoe hij naar haar toe zou kunnen gaan zonder zichzelf belachelijk te maken. Nerveus zocht hij in zijn zakken maar hij kon het briefje nergens vinden. Waarschijnlijk lag het nog op zijn nachtkastje, de plaats waar hij het gisteren had neergelegd.
Kleine zweetdruppeltjes glinsterden op zijn voorhoofd. Met de rug van zijn hand veegde hij deze snel weg. Blies nog eens onopvallend in zijn hand om zijn adem te checken en liep toen achter de muur van boeken door richting Avis. Verweg van de veiligheid waar ze hem niet had gezien.
“Hallo,”¯ de klank van een zachte fluistering kwam Avis tegemoet. De herkenning van de klanken drongen haar hersenen binnen en zorgden voor een aangenaam getintel en gevoel in haar onderbuik. Vertrouwd en veilig. Ze legde haar donkerbruine veer met zwarte strepen neer. Deze veer was afkomstig van de uil van haar opa, de vader van haar vader waar ze een speciale band mee had. Ze keek op naar Remus die voor haar tafeltje in de bibliotheek stond.
“Hoi,”¯ meer zei ze niet. Wat kon ze zeggen? Er was zoveel wat ze hem wou vertellen, wat ze hem wou duidelijk maken, wat ze wou doen, maar daar was het nu niet het gepaste moment voor. Aan de blik van Remus zag Avis dat hij net hetzelfde dacht. Zijn bleke gezicht, wat vandaag precies iets bleker was als anders, kleurde zachtjes rood op zijn wangen. Ook zag ze aan de manier van Remus zijn doen dat hij zenuwachtig was. De altijd zo geconcentreerde rustige Remus frunnikte een beetje onhandig aan het hemd van zijn gewaad. Avis zelf beet op haar lip om niet te lachen. Het was schattig en lief maar ook zo grappig tegelijkertijd. Ze wist dat als ze nu zou lachen, hij zich zo nog onzekerder zou voelen en dat wou ze niet. Op het moment was er maar één klein simpel dingetje dat ze het allerliefste wou. Dat Remus bij haar kwam zitten. Hij zou haar helpen met haar huiswerk, geïnteresseerd zou luisteren naar haar en aan haar liet weten dat hij ervoor haar was. Avis was slim, ze kon aan mensen hun uitdrukking zien hoe hij of zij zich voelde op bepaalde momenten. Ze wist ook dat Remus dat kleine extra duwtje in zijn rug of enkele grote porren, op dit moment wel goed kon gebruiken. Rustig en met een zacht geschraap over de oude mahoniehouten vloer van de bibliotheek, trok ze de stoel naast haar wat meer naar achter.
“Kom je erbij zitten?”¯ haar stem was zacht en er zat iets ondeugend in. “Je kan me helpen?”¯ Bingo! Dat was dus precies wat Remus nodig had. De frons die tussen zijn wenkbrauwen stond verdween net zo snel als de zwiepvissen in het bezweringenlokaal die zich gingen verstoppen voor Soosh. Avis haar kat die nogal de neiging had om het verlaten lokaal in te sluipen en uren met zijn gele kleine oogjes naar de zwiepvissen te staren.
Nog steeds een beetje onwennig kwam hij naast haar zitten. Hij was charmant op zijn eigen manier, alleen zag hij dit zelf niet in. Enkele lokken haar vielen voor zijn ogen die hij nonchalant wegveegde terwijl hij het stuk perkament van Avis naar zich toetrok. Stiekem was hij nieuwsgierig wat Avis zo lang kon bezig houden in de bibliotheek. Nog voordat hij het goed en wel had bekeken wist hij het antwoord al. Remus was niet dom, hij wist dat Avis net als hij braaf haar huiswerk deed van zodra men dit opgaf. Wat zorgde voor een brede glimlach op zijn gezicht toen zijn ogen de woorden op het perkament lazen en zijn gedachten bevestigden.
Zo zaten ze daar gezellig met zijn twee, Remus en Avis. Terwijl zij in een conversatie verwikkeld raakte en de opdracht samen afwerkte ging het er in de leerlingenkamers en op het terrein van Zweinstein er heel anders aan toe.
Over enkele dagen zou het Halloween zijn. Iets wat leidt tot een groot feest hier op Zweinstein. Een feest dat gevierd wordt door alle heksen en tovenaars. En dat feest, moet nu eenmaal goed gevierd worden, wat is een feest nu zonder een beetje alcohol? Awel, zo dachten Sfea en Bellerose er ook over.
De klok sloeg ondertussen negen keer. Iets wat Charlotte heel erg opmerkelijk vond. De slagen van de klok gaven het uur aan, wat niet meer als logisch was, maar Charlotte had nu eenmaal bepaalde interesses voor bijzondere, weliswaar nutteloze of vreemde, dingen. Het was eigenlijk ook toevallig dat deze interesses altijd ontstonden wanneer ze probeerde te werken voor school. Zo kon Charlotte haar ook uren bezighouden met het bestuderen van de hemelbedden in de slaapkamer. De gordijnen sluiten en openen stond als tweede op haar lijstje met ‘alles-interressanter-dan-schoolwerk’. De eerste plaats werd heimelijk ingenomen door niets anders dan dagdromen over Sirius.
Maar goed, Charlotte hield haar zelf dus bezig met het tellen van de slagen van de klok wat haar het perfecte excuus gaf om haar huiswerk voor even te negeren. Cynthia zat net op dat moment in kleermakerszit, leunend met haar rug tegen een van de zetels, wat te krassen met haar veer op een stuk perkament. Die verdomde huistaak voor toverdranken ook. Waarom in merlijnsnaam was ze er niet eerder aan begonnen? In haar ooghoeken keek ze jaloers naar Bellerose en Sfea die luidruchtig verwikkeld zaten in een potje tovenaarsschaak. Ze hief haar hoofd lichtjes op en draaide haar blik een beetje naar links. Deze bleef rusten op Charlotte die net als haar kreunend en zuchtend de afmetingen van haar perkament nam en hoopte dat ze net genoeg had. Diep in haar hoofd wist Cynthia dat het hun eigen fout was. Stiekem was het tijd dat ze eens moesten leren van hun fouten en niet alles moesten uitstellen tot op het laatste moment. De anderen hadden braaf al hun huiswerk rustig kunnen afwerken en hadden vandaag dan een vrije rustige avond zonder veel stress. Gedachten raasde door haar hoofd, en hoe ze het ook draaide of keerde. Elk argument dat ze had om eerder aan haar huiswerk te beginnen kon niet tippen aan haar uitstel argument. Het was waar dat ze nu een drukke avond tot nacht vol adrenaline had. Maar het was er maar één. Hierdoor werd ze niet elke avond opnieuw geconfronteerd met dat verdoemde huiswerk waar ze dan stukje voor stukje aan zou hebben gewerkt. Neen, nu was het gelukkig maar één avond goed doorwerken.
“Argh, genoeg gespeeld. Heb er geen zin meer in.”¯ Deze zin galmde doorheen de leerlingenkamer. Iets waar niemand meer echt van opkeek, ze waren het ondertussen gewoon dat de meiden nu eenmaal een hoog geluidsvolume fabriceerde. De woorden waren afkomstig van niemand minder dan Sfea. Een beetje verveeld duwde ze haar af met haar rechterhand tegen de tafel waardoor haar stoel naar achteren schoof. Samen met Bellerose waren ze al meer dan een half uur vurig aan het vechten door middel van tovenaarsschaak. Het leek er eerst op dat Sfea met een geweldige overwinning het spel kon afsluiten maar het noodlot sloeg toe. Bellerose had blijkbaar een goed beschermengeltje die haar geweldige ingevingen kon influisteren waardoor zij met een paar heldhaftige moves het spel zo voor haar won. Sfea was nu eenmaal Sfea en verliezen was niet zo haar ‘dada’ zoals ze het zelf zou verwoorden. Wat tot een resultaat leidde dat ze een beetje nukkig werd en elk excuus aannam om te stoppen voordat ze fataal verloor. Bellerose zelf grinnikte enkel en liet met trots merken dat ze gewonnen had aan iedereen die het maar wou horen. Waarom ook niet? Ze had gewonnen, dus dan mag je daar toch ook trots op zijn?
“Wat gaan we doen?”¯ Sierlijk en soepel sprong Sfea uit haar zetel en stak haar hand uit naar Bellerose om haar woorden kracht bij te zetten en haar zo recht te helpen uit de zetel. “Ik ben ondertussen wel uitgekeken op de leerlingenkamer. De drang om de school nog eens te onderzoeken heeft stilaan zijn climax bereikt en gaat zo dadelijk nog overlopen als ik niet snel ingrijp. Dus,”¯ haar kleine blauw-groene ogen met oranje stippen, schoten als laserlichtjes doorheen de leerlingenkamer opzoek naar haar vriendinnen.
“Wie gaat ermee op onderzoek uit?”¯
IK GA MEE OP ONDERZOEK!
Dit hoofdstuk is zoals í ltijd EPICNESSAWESUMEEE
I just love this story so damn much! C':
Kusjes