Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » De 73 jaarlijkse Honger Spelen. » De Boete.
De 73 jaarlijkse Honger Spelen.
De Boete.
De zon brandde in mijn gesloten ogen. Langzaam draaide ik me om en opende mijn ogen. Gelijk schoot er een misselijk gevoel door me heen. Vandaag was de dag van de Boete. De kansen waren immer niet echt in mijn voordeel, zoals Effie het altijd zei. Zij trok de namen , en was een van de begeleidsters van de tributen die de arena in moesten. Het was het vierde jaar dat mijn naam in de glazen bollen lag. Dat betekende dus dat mijn naam er 13 keer in zat, zonder de bonnen mee te tellen. Dat was nog zo’n valse actie van het Capitool. Hier, in District 12, hebben veel mensen niet genoeg te eten. Wat nog zwak is uitgedrukt. De meeste mensen gaan dood doordat ze uitgehongerd zijn. Als dat het geval is kan je jezelf inschrijven voor bonnen. Dan krijg je een karig beetje voedsel voor een persoon, waar je, volgens hun, een maand mee kan doen. Dat kan ook, als je er heel erg zuinig mee doet. Of als je een erg kleine maag hebt. Wat bij de meeste niet het geval is. Als je jezelf inschrijft gaat je naam een keer in de glazen bol, zodat je meer kans hebt om getrokken te worden tijdens de Boete. Vanaf mijn twaalfde heb ik me ingeschreven voor bonnen, tot nu toe 10. Dus mijn naam zat er in totaal 23 keer in. Op 23 briefjes stond:
ELSE OVERWHILL
Al heeft dat eten mijn leven gered, is het toch oneerlijk. De rijke kinderen hoeven zich daar geen zorgen over te maken. Ja, tuurlijk, hun naam kan ook getrokken worden. Maar in verhouding met ons, armen, is die kans veel kleiner. Die hadden genoeg geld om voor eten te zorgen. Wij niet. Mijn moeder had geen baan, ze kon niks vinden. Mijn vader was, met vele andere, omgekomen bij het mijnongeluk 4 jaar geleden. Net als Katniss’ en Gale’s vader. Hun zaten in hetzelfde schuitje als ik. Ze waren mijn beste vrienden. Al was het voor Gale nog erger. Hij had drie broertjes en zijn moeder waar hij voor moest zorgen. Katniss en ik “alleen”ť onze moeder en zusjes. ‘Else?’ klonk Winnow’s stem slaperig naast me. Glimlachend keek ik haar aan en haalde haar haar voorzichtig uit haar gezicht. ‘Goedemorgen, wat ben je vroeg.’ Fluisterde ik bijna. ‘Ik was zenuwachtig.’ Zei ze zachtjes en pakte mijn hand vast terwijl ze tegen me aan kroop. ‘Waarvoor?’ Het was een domme vraag, natuurlijk. Maar Winnow was pas elf. Ze hoefde volgend jaar pas aan de boete mee te doen. ‘Ik ben zo bang dat je wordt getrokken.’ Haar stem beefde en stierf weg aan het einde van haar zin. Ik aaide over haar haar. ‘Maak je geen zorgen,’ fluisterde ik. ‘Dat gebeurt niet.’ Natuurlijk, de kans was op zich best groot dat ik getrokken zou worden. Maar ik wilde er niet aan denken, en ook niet aan het verdriet dat het Winnow zou doen. Ze was zo klein, zo kwetsbaar. Ik wilde haar geen pijn doen. Een van de redenen dat ik er niet aan wilde denken was ook dat er dan niemand voor eten zou zorgen. En hoe moesten ze dan overleven? Gale en Katniss hadden al amper genoeg voor hun eigen familie, laat staan die van mij erbij. We hadden het elkaar wel beloofd, als er iemand aan de Spelen mee moest doen dan zouden we voor elkaars familie zorgen. De Honger spelen was bedacht door het Capitool, de “leiders”ť van Panem. Ik heb op school geleerd dat Panem op de plek ligt waar vroeger Noord-Amerika lag. Panem heeft 12 districten, met elk hun eigen middelen om te leven. Ik woon in District 12, tevens het armste district. Wij leven van de kolenmijnen. Zo heeft District 11 landbouw, District 4 vissen etc. Ooit waren er 13 Districten. Totdat ze in opstand kwamen tegen het Capitool, en ze 13 met de grond gelijk hebben gemaakt. Om te laten zien hoe machtig ze wel niet zijn, en dat er niet met hun te dollen valt, organiseren ze elk jaar de Honger Spelen. Van elk District moet er een jongen en een meisje aan de Spelen mee doen. Dat houdt in dat er 24 tributen zijn, die samen in een grote arena worden gegooid en elkaar tot de dood moeten bevechten tot er 1 overblijft. Dat is dan de winnaar. Die zal de rest van zijn leven stinkend rijk zijn en hoeven nooit meer iets te doen voor de rest van hun leven. Wat zou zo’n leven mij lekker lijken. Geen zorgen meer hoeven te maken over of je genoeg eten hebt, of je het eind van de week zal halen. Maar om daar nou voor aan de Honger Spelen te moeten doen. Om mensen te moeten vermoorden, zelf de kans lopen om vermoord te worden. Dat zou mijn grootste nachtmerrie zijn. Maar wat zijn 23 briefjes nou in een bol waar er een paar duizend in zitten? Zo groot was de kans niet dat ik getrokken werd. Gale zat er 39 keer in. En ik hoop met heel mijn hart dat hij niet getrokken zou worden. Winnow haalde me uit mijn gedachten. ‘Het komt wel goed.’ Ik zou degene moeten zijn die haar bemoedigende woorden toe zegt. Ondanks haar jonge uiterlijk, en leeftijd, kon ze soms zo volwassen zijn. ‘Dat weet ik. Ga nog maar even slapen, je ziet er nog moe uit.’ Ze knikte kort en trok de deken weer over haar heen terwijl ik uit het bed stapte. ‘Waar ga je heen?’ reageerde ze schokkerig. ‘Ik ga even langs Katniss. Ik ben rond een uur weer terug, oké?’ Ik kuste haar voorhoofd. Eigenlijk was ik van plan om te gaan jagen, maar ik vond het geen fijn idee als Winnow dat wist. Het was wel algemeen bekend dat ik jaagde, en eigenlijk zou ik ook al lang dood moeten zijn als iedereen de regels handhaafde. Maar de vredebewakers kochten net als de anderen ook ons wild. Ook zij hielden van de smaak van vers vlees, en geef ze eens ongelijk. Mijn vader had me leren jagen, toen ik nog kleiner was. Hij leerde me bessen herkennen, planten, en met wapens omgaan. Zo konden we samen eten verzamelen voor het gezin. Toen hij nog leefde hadden we het ook al slecht. Hij maakte samen met de vader van Katniss bogen. Daardoor waren Katniss en ik goed in boog schieten. Ik heb mezelf met een mes leren werken. Maar pijl en boog bleef mijn favoriet. Daarmee was ik echt op mijn plek, en mezelf. Zachtjes probeerde ik naar beneden te gaan, wat moeilijk ging door de krakende en piepende vloer. Het was een wonder dat hij het nog niet begeven had. ‘Ik ga het bos in met Katniss.’ Bracht ik mijn moeder op de hoogte en vertok. Katniss was 15 jaar oud. Ze had bruin lang haar, meestal had ze het gevlochten. Ze was dun, net als bijna iedereen hier, en middelgroot. Ik vond haar persoonlijk een mooi meisje. Ze was erg gesloten, praatte niet veel, en lachte al helemaal niet veel. Niet dat er veel te lachen valt hier. Ik ben ook gesloten. Maar als we samen zijn, kunnen we elkaar de oren van het hoofd praten. Ik wil niet dat ik me aan teveel mensen ga hechten. Die kunnen de volgende dag nog dood zijn, uitgehongerd of wat dan ook. Gale en Katniss zijn mijn enige echte vrienden. Waar ik alles bij uit eruit kan gooien, zelfs mijn haat jegens het Capitool. Die overigens iedereen met ons deelt, maar niemand durft het hardop te zeggen. Ik ook niet, alleen in het bos. Waar ik zeker weet dat niemand ons hoort. Ik wil niet mijn tong daarvoor riskeren. Dat doen ze bij verraders. Ze snijden gewoon hun tong eraf, zodat ze nooit meer een woord kunnen zeggen. Avox, zo heten ze. Vaak bedienen ze de tributen. Gale lijkt op Katniss. Alleen is hij groot, sterk en lijkt hij in plaats van 17 wel 20. Het is een knappe jongen, zeker, daarom valt ook bijna ieder meisje op school op hem. Ik zie het nut er niet van in. Van liefde. Diegene kan zo dood gaan. En hoe kan je hier nou gelukkig worden? In deze wereld? Daar kan geen man verandering in brengen. Als ik bij Katniss ben doet Prim de deur open. Ik zie al gelijk dat ze zenuwachtig is. Prim is het zusje van Katniss. Ze lijkt een beetje op Winnow. Beide klein van postuur, blond haar, 11 jaar. Ik vond haar altijd een erg leuk meisje. Heel positief, wat ik kan bewonderen. Echt, als je in dit troosteloze gebied nog positief kan blijven, heb ik respect voor je. ‘Hee Else.’ Ze keek me met een wrange glimlach aan. ‘Hee Prim.’ Op een dag als deze vroeg ik maar niet hoe het met haar ging. Ze maakte zich, net als Winnow, zorgen om haar zus. Ze gebaarde dat ik binnen moest komen. ‘Oh, hoi!’ Klonk Katniss. Ze maakte haar vlecht af en stond toen op. ‘Laten we gaan.’ Ze wilde net zo graag naar het bos als ik. Ze liep voor me de deur uit toen Prim me tegen hield. ‘Succes.’ Zei ze zachtjes. Ik glimlachte en kuste haar voorhoofd. ‘Bedankt.’ Daarna liep ik achter Katniss aan. Na een tijdje zwijgend naar de rand van de stad te zijn gelopen kropen we zonder enige moeite onder het hek door. De stroom stond er nooit op. ‘Waar gaan we voor vandaag?’ ‘Ik zeg twee eekhoorns en een konijn. Per persoon.’ Antwoordde ik terwijl ik mijn boog uit een holle boom haalde. We hadden ze overal in het bos verstopt. Je mocht niet op straat worden gevonden met wapen, dus we lieten ze altijd goed beschut achter. ‘Twee eekhoorns maar liefst?’ ‘Eentje voor Orchid en Raff.’
Orchid kwam ik twee jaar geleden tegen. Ik kwam net terug van het bos, waar ik twee konijnen had geschoten en een paar aardbeien geplukt. Het was warm buiten, toch regende het. Ik had de konijnen in mijn tas verstopt toen ik terug kwam van de Burgemeester om de aardbeien voor geld te ruilen. Toen zag ik haar. Een tien jarig meisje. Ze zat onder het afdakje bij de bakker. Haar wangen waren ingevallen, haar gezichtje lijk bleek. Ze zag er zo kwetsbaar uit. Haar blonde wilde haren tegen haar gezicht geplakt. Ze was tot op het bot verkleumt en rilde van de kou toen de vrouw van de bakker naar buiten kwam. Ik hoorde haar schreeuwen tegen het meisje. ‘Ga weg! Het is hier geen hotel! Ga naar huis!’ Ik snapte niet, en nog steeds niet, hoe de bakkers vrouw zo harteloos kon zijn tegen dat kleine meisje. Wankelend kwam ze overeind en sjokte weg. Nog geen 10 meter verder zakte ze al door haar knieën. Zonder te twijfelen liep ik op haar af en haalde een konijn uit de tas. ‘Hier.’ Zei ik zachtjes en wachtte haar reactie af. Ze keek me ongelovig aan, alsof ze niet begreep dat ik mijn eten aan haar gaf. ‘Neem maar, het is oké.’ Twijfelend stak ze toen haar hand uit, maar pakte hem niet aan. ‘Echt, ik heb nog een andere. Neem maar.’ Uiteindelijk pakte ze hem aan. ‘Bedankt.’ Haar stem klonk schor. Ik ging naast haar zitten en deed mijn jas om haar heen. Zelf had ik het daardoor wel koud, maar ik kon me thuis nog opwarmen. ‘Waarom zit je hier?’ vroeg ik een tijdje later. ‘Ik zocht eten bij de bakker.’ ‘Maar de heks was er.’ Vulde ik haar aan. Ze lachte zachtjes en knikte. ‘En thuis?’ Toen vertelde ze me dat haar vader ook tijdens het mijnongeluk was omgekomen. Zij en haar broertje waren toen nog te jong om de zorg op zich te nemen, zoals bij mij. Haar moeder deed het ook niet. Die was een korte tijd daarna gestorven van de honger. Zo bleven zij en haar 8-jarige broertje, Raff, alleen over. Van alle restjes op de straat, in vuilnisbakken en soms aalmoezen, waren ze in leven gebleven. Toen ik vroeg waar ze woonde antwoordde ze: ‘In het schuurtje, bij de As.’ De As was een soort van zwarte markt, waar je goederen kon krijgen, je eten ruilen, etc. Daarnaast stond een klein schuurtje, die zo te zien niet lang meer overeind zou blijven staan. Haar verhaal vond ik zo erg, dat ik haar heb beloofd dat ik na elke jacht iets van mijn eten aan haar zou geven. Ze wilde het eerst niet, omdat ik zelf ook een gezin moest onderhouden. Maar na veel doorzeuren stemde ze uiteindelijk in. Vanaf die tijd heb ik voor haar eten gezorgd. Ik raakte erg gehecht aan haar. Nu, twee jaar later, leeft ze nog steeds. Ik schiet meestal een extra dier voor haar, en die villen we dan samen. Ze voelde als mijn zusje, alleen dan iets anders. En ik zou ook echt niet willen dat haar iets zou overkomen, evenals Raff. Dus nu schiet ik ook wat voor haar. Dat ze nog een “feestmaal”ť kan houden na de Boete. Dat doet iedereen. Tenminste, iedereen waarvan hun kinderen niet zijn uitgekozen om mee te doen aan de Spelen en als ze tenminste genoeg eten hebben. Katniss gooit een pijlenkoker naar me toe. Zonder enige moeite vang ik hem op en slinger hem om mijn rechterarm. ‘Hoe zit het met Gale?’ vraag ik terwijl ik een pijl aanleg. ‘Die komt naar het plekje.’ Ik hoor dat ze een pijl weg schiet. ‘En dat is 1.’ Zei ze en houdt glimlachend een konijn omhoog. We geven elkaar een high-five. ‘Als het in zo’n tempo gaat zijn we binnen no-time klaar.’ Merk ik op. En dat zijn we ook. Binnen een uur hebben we drie konijnen, vijf eekhoorns en een kip. Terwijl we onze wapens weer verstoppen, gaan we naar de afgesproken plek waar Gale op ons zit te wachten. Hij kijkt met een glimlach naar onze vangst en houdt nog twee kippen omhoog. ‘Dat moet genoeg zijn.’ Ik neem plaats naast Gale en pak een van zijn bessen die hij heeft verzameld en stop hem in mijn mond. De zoete smaak van bosbessen verspreidt zich in mijn mond. ‘Prim heeft ons een kaasje meegegeven.’ Zei Katniss en haalt een klein geitenkaasje te voor schijn. Ze geeft ons allemaal een stukje. ‘Mogen de kansen immer in je voordeel zijn!’ zegt ze met een Capitool accent. Gelukkig kunnen we er nog een grapje van maken. Ik denk weer aan de Boete. Straks werd ik gekozen. ‘Als,’ begin ik. ‘Als ik getrokken word,’ Maar verder kom ik niet. Gale onderbreekt me. ‘Dat word je niet.’ ‘Dat weet je niet. Mijn naam zit er 22 keer in.’ ‘Met duizenden andere.’ Daar heeft hij gelijk in maar de kans bestond nog steeds. ‘Maar stel,’ ‘Niks stel.’ Reageerde hij fel. Zo had ik hem nog nooit mee gemaakt. Alleen in zijn uitvallen over het Capitool. Maar nooit tegen mij. ‘Je wordt niet getrokken.’ ‘Laat haar nou gewoon uitpraten, Gale.’ Hij zucht diep. ‘Als ik word gekozen, zorgen jullie dan dat Winnow en mijn moeder genoeg te eten hebben?’ ‘Daar zorgen we voor.’ Stelt Katniss me gerust. ‘Niet dat het nodig is.’ Vult Gale haar aan. Ik negeer zijn opmerking. ‘Bedankt. Hetzelfde geldt voor jullie.’ ‘Ik zou willen dat we hier weg konden.’ Zegt Gale zachtjes. ‘Maar dat kan niet.’ Antwoord Katniss direct. Zo ging het altijd op de dag van de boete. We konden geen fatsoenlijk gesprek met elkaar voeren. Iedereen is zenuwachtig en prikkelbaar. Al laat vooral Gale het niet merken. Al was het vorig jaar anders. Toen praatte hij er heel open over.
Gale zat, zoals gewoonlijk, op ons plekje te wachten. Katniss was er niet bij. ‘Ben je zenuwachtig?’ vroeg ik toen hij maar heen en weer zat te schuiven. Na even na te denken gaf hij toe. ‘Ja, maar niet voor mezelf.’ Ik snapte niet wat hij bedoelde. ‘Ja, natuurlijk ook wel voor mezelf. Maar ik zit er meer over in of jij gekozen word.’ Daarna snapte ik hem al helemaal niet meer. Hij vond het erger als ik gekozen werd? Waarom? Ik bedoel, hij was mijn beste vriend. Natuurlijk maakte hij zich zorgen. Maar je maakt je toch meer zorgen over jezelf of je familie? Dat was misschien ook wel arrogant van me. Ik maakte me natuurlijk ook zorgen over hem. Maar ik dacht toch eerst aan mezelf aangezien Winnow nog niet mee deed. Al zou mijn wereld in storten als hij mee moest doen. En we hadden ook niks, op romantisch gebied. Ook nooit gebeurd. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Gewoon. Ik wil niet dat je iets overkomt.’ ‘Maak je nou maar geen zorgen over mij.’ Probeerde ik hem gerust te stellen, al wist ik nog steeds niet waar het opeens vandaan kwam. ‘Maar dat doe ik wel.’ Hij keek me doordringend aan, alsof hij iets wilde zeggen. ‘Ik word heus niet getrokken. En je hebt al genoeg aan je hoofd. Daar hoeven je zorgen voor mij niet nog eens bij te komen.’ ‘Maar,’ Hij stond op het punt om te zeggen wat hij me met die blik wilde zeggen toen er een vos langs kwam rennen. Tegelijk sprongen we op en ik schoot hem neer. Daarna hebben we het er nooit meer over gehad. Ik wist nog steeds niet wat hij me wilde vertellen. Misschien reageerde hij daarom nu zo fel.
‘Ik zeg toch, als. Zou jij hier niet weg willen?’ vraagt Gale aan Katniss. Ik zucht. ‘Het heeft geen nut om daarover na te denken. Het gaat nooit gebeuren.’ Ik sta op en pak mijn deel van de buit. ‘Ruziën jullie lekker verder. Ik ga naar Orchid. Tot bij de Boete.’ Zonder nog om te kijken loop ik terug naar het hek en ga naar de schuur van Orchid en Raff. Orchid zit buiten met haar ogen gesloten. Gelukkig gaat haar borst rustig op en neer. Anders had ik denk ik een hartverzakking gekregen. ‘Hey!’ begroet ik haar. Haar ogen schieten open en ze zit gelijk rechtop. ‘Oh, jij bent het. Hey!’ Haar wangen zijn nog steeds ingevallen. Ik zou het graag anders zien, maar ik kon niet meer doen dan dat ik nu deed. Ik plof naast haar op de grond neer. ‘Ik heb wat voor je.’ Zeg ik terwijl ik een eekhoorn uit mijn tas haal. Ze pakt hem met haar dunne polsjes aan en kijkt me dankbaar aan. ‘Heel erg bedankt.’ ‘Ik heb ook nog een paar bessen.’ Ik haal het doek waar ik ze in heb gewikkeld ook uit mijn tas en leg ze tussen ons in. ‘Bosbessen.’ Zegt ze en haalt haar neus op. ‘Heerlijk.’ Ze pakt er een paar en legt ze op mijn hand. ‘Nee, het is voor jou.’ Ze schudt haar hoofd en duwt ze bijna in mijn mond. Glimlachend slik ik ze door. Mijn oog valt op iets dat op haar shirt gespeld zit. Het is een gouden speld, met een vogel erop. Een spotgaai om precies te zijn. Je kon zien dat het een dure speld was. Perfect handwerk. ‘Hoe kom je daar aan?’ vraag ik terwijl ik het eens goed bekijk. ‘Die heb ik gevonden, buiten bij de As.’ ‘Wat mooi.’ Ze haalt hem van haar shirt af en houdt hem voor me. ‘Je mag hem hebben, als je wilt.’ Ik schud gelijk hevig mijn hoofd. ‘Nee, hou hem maar! Hij staat je mooi.’ Ze hangt hem weer terug om haar nek en pak nog een bosbes. ‘Waar is Raff?’ ‘Die slaapt nog. Ik wilde hem niet wakker maken.’ Ik twijfel of ik moet beginnen over de Boete. Het was haar eerste keer, ze was natuurlijk hartstikke zenuwachtig. Maar het was voor haar misschien wel fijn om erover te praten. Met Raff kon ze dat niet. Die wilde ze daar niet mee lastig vallen. ‘Hoe voel je je?’ vraag ik voorzichtig. ‘Zenuwachtig.’ Ik sla mijn arm om haar heen en wrijf over haar schouder. ‘Ik weet het. Maak je geen zorgen. Je naam zit er maar een keer in. Veel veiliger kan je niet zijn.’ Ze laat haar hoofd rusten op mijn schouder en knikt. Zo zitten we een tijdje zwijgend tot ik bedenk dat ik voordat ik van huis ging een jurkje van vroeger voor haar had meegenomen. Om te dragen bij de Boete. ‘Kijk eens.’ Zeg ik en haal hem te voor schijn. Haar ogen worden groot. ‘Voor mij?’ Ik knik. ‘Hij is van mij geweest.’ Haar kleine, tengere lichaampje paste daar vast in. Ze vliegt me om mijn nek. ‘Heel erg bedankt.’ ‘Kom, trek hem aan. Dan vlecht ik je haar in.’ Ze verdwijnt naar binnen. Even later komt ze terug met het witte jurkje aan. Ik knoop de strik aan de achterkant. ‘Je ziet er mooi uit.’ Hij was iets te groot, maar door de strik aan de achterkant pofte het leuk. Ze draait lachend een rondje, daarna knielt ze voor me neer. Ik pak haar haar en begin het in te vlechten. ‘Kijk jou nou eens. Wat ben je mooi.’ Zeg ik als ik klaar ben. ‘Hoe kan ik je ooit bedanken, voor alles.’ ‘Dat hoeft niet. Ik ben al lang blij dat ik je kan helpen.’ Ze kijkt met een grote glimlach naar haar jurk. Ik heb haar nog nooit zo blij gezien. ‘Luister, ik moet gaan. Ik ga me thuis omkleden. Ik zie je zometeen, bij de Boete.’ Ze knikt en slaat haar armpjes om mijn middel heen. ‘Tot zo.’ Fluister ik en druk een kus op haar kruin. Ik laat haar los en loop richting huis. Er loopt niemand op de straat. Iedereen is zich aan het voorbereiden, misschien al wel afscheid aan het nemen. Voor het geval dat.
‘Ik heb een jurk voor je klaar gelegd.’ Zegt mijn moeder als ik thuis ben. ‘Bedankt.’ Ik loop naar mijn bed waar een blauwe kanten jurk op ligt. Hij is van mijn moeder geweest. ‘Vind je hem mooi?’ Hoor ik achter me. Ik draai me om en knik. Nadat ik hem heb aangetrokken, steek mijn moeder mijn haar ingewikkeld op. Winnow komt ik een jurkje vanuit de kamer. Die is ook van mij geweest. Mijn moeder had er maanden voor gespaard, om hem voor mijn verjaardag te kunnen kopen. Ik zei dat het helemaal niet nodig was geweest. Ik had liever dat we genoeg eten hadden dan dat mijn moeder ons kostbare beetje geld aan een jurk voor mij uitgaf. Ze zei dat ze het er voor over had, nadat ze mijn blik had gezien. ‘Wauw, kijk jou nou eens. Wat zie je er mooi uit.’ Zeg ik tegen Winnow en wenk haar dat ze een rondje moet draaien. Gehoorzamend draait ze rond. ‘Hij staat je veel beter dan bij mij.’ Ze kijkt me aan met een glimlach. Dan is het tijd om te gaan. Winnow en mijn moeder kijken me zenuwachtig aan. ‘Ik zie jullie zo weer. Maak je geen zorgen.’ Ik kus Winnow’s voorhoofd en mijn moeders wang, knik kort, en loop de deur uit. Regelrecht de stoet in van kinderen die ook naar de Boete moeten. Ik kijk rond of ik Gale en Katniss ergens zie, maar ze zijn nergens te bekennen. Ze zouden toch wel komen? Als je er niet bent bij de Boete, behalve als je op sterven ligt, krijg je de doodstraf. De vredebewakers zien veel door de vingers, qua jagen, maar dat kunnen en mogen ze niet tolereren. Ik loop achter de stoet aan, richting het plein. Daar sluit ik me aan bij de rij van 15-jarige. ‘Geef me je vinger.’ Beveelt een vredebewaker me. Ik heb haar nog nooit eerder gezien, die hebben ze vast vanuit het Capitool gestuurd. Ik steek mijn wijsvinger uit en laat haar wat bloed afnemen. Ik neem plaats bij de van 15-jarige. Ik zie Katniss een paar mensen verderop staan. Ze kijkt me aan en glimlacht zenuwachtig. Ik knik kort en kijk of ik Gale ergens zie staan. Dan vind ik hem. Zijn mond vormt zonder geluid: ‘Gaat het?’ Ik knik en probeer er een glimlachje uit te krijgen. Maar het gaat niet. Ik ben volgens mij nog nooit zo zenuwachtig geweest. Hij glimlacht terug en geeft me een bemoedigend knikje, dat het allemaal goed komt. Iedereen is muisstil als Effie Prul het podium op komt lopen. Ze ziet er nog erger uit dan vorig jaar. Ik wist niet dat dat nog mogelijk was. Elke keer verbaasd ze me weer. Haar oranje pruik van vorig jaar heeft plaats gemaakt voor een blauwe met groen accenten er in. Haar huid is licht roze gemaakt. Met een groene hartjesvormen lippenstift op haar lippen gesmeerd en grote nepwimpers met glitters waar je u tegen zegt. En zoals gewoonlijk een mantelpakje met grote schoudervulling er in, in het licht blauw. ‘Welkom welkom!’ schalt haar stem over het plein. ‘En vrolijke Hongerspelen! En mogen de kansen immer in je voordeel zijn!’ zegt ze alsof het allemaal zo’n vrolijke bedoeling is. Ik kijk Gale aan en we moeten beiden lachen.‘We beginnen met en filmpje, helemaal vanuit het Capitool naar jullie gebracht!’ Op het scherm aan de zijkant van het podium start het filmpje die ze elk jaar laten zien. Over de opstand, District 13, hoe groot en machtig het Capitool wel niet is, hoe dankbaar we ze moeten zijn dat wij niet als District 13 zijn geëindigd. ‘De tijd is gekomen om 1 moedige jongeman, en jongedame te kiezen om District 12 te presenteren tijdens de 73ste jaarlijkse Hongerspelen!’ Ik kijk naar links en zie dat Gale naar me kijkt. Hij vormt weer met zijn lippen: ‘Geen zorgen.’ Ik knik nog een keertje en glimlach. ‘Dames gaan voor!’ Ze loopt naar een van de bollen toe en graait er in. Mijn hart staat even stil. De zenuwen schieten door mijn hele lichaam. Na even ronddraaien pakt ze er een briefje uit.
En ik ben het niet.
Nee, Effie leest voor: Orchid Naysmith.
Reacties:
Ai ai ai, wat nu? Gaat Else haar aanbieden?
Ik ga je verhaal zo snel mogelijk verder lezen. Mooi geschreven trouwens.
Lot.
Leuk verhaal blijf zo doorschrijven