Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » De Hongerspelen » De 73 jaarlijkse Honger Spelen. » De Boete 2

De 73 jaarlijkse Honger Spelen.

25 aug 2012 - 20:50

770

1

368



De Boete 2

Het andere deel was nogal lang, dus ik heb van deze een wat korter stukje gepakt.

Dit kan niet, dit kan niet. Denk ik. Haar naam zat er maar een keer in! Het was haar eerste jaar. Waarom? Je kon haar niet de arena in sturen. Ze zou het nog geen dag uithouden. Wat, geen uur. Het was volkomen onverantwoordelijk om zo’n klein, dun, kwetsbaar 12-jarig meisje aan de Hongerspelen mee te laten doen. Raff zou alleen overblijven. Hij zou niemand meer hebben. Orchid zou sterven. Dat kon ik niet laten gebeuren. Verdwaasd duw ik de menigte aan de kant. ‘Orchid!’ roep ik met een trillende stem toen ze voor me liep, naar het podium toe. ‘Orchid!’ Ze draaide zich met een ruk om, haar ogen nu al vochtig. De vredebewakers kwamen al mijn kant op, om me tegen te houden. ‘Nee!’ roep ik als de vredebewakers me vast pakken om me weg te slepen. ‘Ik bied me aan!’ schreeuw ik en wring me los en duw de vredebewakers aan de kant. ‘Ik bied me aan als tribuut!’ schreeuw ik nog een keer. Iedereen is zo stil, je kan een speld horen vallen. ‘Krijg nou wat.’ Slaakt Effie verbaasd uit. ‘We hebben een vrijwilliger!’ Orchid rent op me af en slaat haar armen om me heen. Ik zak door me knieën en pak haar gezicht vast. ‘Nee, nee.’ Fluistert ze. ‘Ssht,’ Sus ik. ‘Het komt goed, oké? Het komt goed, maak je geen zorgen.’ ‘Kom maar naar voren!’ Onderbreekt Effie me. Ik druk een kus op Orchid’s voorhoofd en loop met lood in mijn schoenen richting het podium. Wat heb ik gedaan? Denk ik. Mijn benen voelen wel aan alsof ze een ton zijn. Effie kijkt me vol enthousiasme aan. Ik kan het niet opbrengen om ook maar mijn mondhoeken een millimeter om hoog te krullen. Verdoofd ga ik naast haar staan. Ik staar wezenloos voor me uit als Effie de microfoon onder mijn neus duwt. ‘Wat is je naam?’ vraagt ze vol vermaak. Ik ben even stil als ik antwoord zonder emotie. ‘Else Overwhill.’ Ik wil naar Gale kijken, maar ik ben bang voor zijn blik. Zou hij boos zijn? Verdrietig? Was zal mijn moeder denken? En Winnow? ‘Nou, geef een groot applaus voor onze allereerste vrijwilliger!’ Maar niemand klapt. Iedereen blijft stil. In plaats van een applaus drukt iedereen zijn wijs, middel en ringvinger tegen zijn lippen en wijst ze naar me uit. Dat is een teken van respect, eerbied, trots een afscheid voor iemand van wie je houdt. Ik was de allereerste vrijwilliger. Niemand had zichzelf ooit opgeofferd voor iemand anders. Daar stopt meestal de liefde voor hun familieleden. En ik, ik had me opgeofferd voor iemand die niet eens familie was. Dat was extreem.
Ik durf naar Gale te kijken, en zie dat zijn blik treurig staat. Hij bijt op zijn lip als hij me aankijkt. ‘Dan gaan we nu door naar de jongens!’ Ik voel de tranen in mijn ogen prikken, maar ik mag van mezelf niet huilen. Niet nu iedereen kijkt, niet nu de camera’s op me gericht zijn. Ik moet sterk blijven, ook voor Winnow. Ik wil niet dat ze mij zo ziet. Al zou dat nog gebeuren. Als ik de arena in moet. Winnow zal moeten toe kijken hoe ik sterf. Effie pakt nog een papiertje uit de bol. ‘Struve Flamstreed.’ Nee, het was nog een bekende ook.
Struve is een 17-jarige jongen. Ik kende hem van school. Het was een aardige, en zeker niet lelijke jongen. Hij was redelijk groot, gespierd, bruin warrig haar, een mooie strakke kaaklijn. Een plezier om naar te kijken. Het was een koude november dag toen we op school zaten in de aula. Het was ontzettend koud, en mijn jagersjas hielp ook niks. Ik zat alleen aan de tafel, Katniss en Gale waren er niet. Hij kwam bij me zitten. Dat verbaasde me. Ik was 14 en hij 16, meestal ging je met mensen van jou leeftijd om. ‘Hier.’ Zei hij. Voor het eerst hoorde ik zijn stem. Ik had hem wel eens gezien, en hij lachte ook altijd wel lief naar me, maar hij had nog nooit iets tegen me gezegd. Hij trok zijn jas uit en legde hem over mijn schouders heen. Ik keek hem onbegrijpelijk aan. ‘Maar,’ begon ik. Hij suste me tot stil komen. ‘Hou hem nou maar om. Ik heb het niet koud.’ Vanaf toen ontstond er een prille vriendschap. We praatten op school af en toe wel eens.
En dat maakte het nu alleen maar erger. Ik zou hem misschien wel moeten vermoorden. En ik weet niet of ik daar toe in staat zou zijn. Of ik helemaal wel in staat zou zijn om iemand te vermoorden.


Reacties:


LotStuff
LotStuff zei op 28 aug 2012 - 20:23:
Ik druk een kus op Orchid’s voorhoofd en loop met lood in mijn schoenen richting het podium. Wat heb ik gedaan? Denk ik. Mijn benen voelen wel aan alsof ze een ton zijn.

Dit vind ik een leuk stukje.

Oh oh, ze kennen elkaar? ;s Ben benieuwd hoe het verder gaat lopen.