Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » De 73 jaarlijkse Honger Spelen. » Op naar het Capitool
De 73 jaarlijkse Honger Spelen.
Op naar het Capitool
Er vliegt een vlaag van verwarring door me heen. Zijn lippen voelen warm aan, vertrouwd. Ook al is het de eerste keer dat ik ze tegen de mijne voel. Dan wordt er op de deur geklopt en komt de vredebewaker binnen, samen met een andere. ‘Meekomen. Het is tijd om te gaan.’ Gale slaat zijn armen strakker om me heen. ‘Zorg dat ze genoeg eten krijgen! Dat ze niks gebeurd! Alsjeblieft!’ Smeek ik. ‘Dat zal ik doen. Ik zie je snel.’ Dan wordt hij weg gedragen. Ik blijf versuft achter. Zoende Gale me nou net echt? Waarom? We hadden nog nooit ook maar iets romantisch samen gehad. Ik heb hem altijd als mijn beste vriend gezien, en hij mij als zijn beste vriendin. Dat dacht ik tenminste. Voelde hij meer voor me? Toen werd mijn versufte gevoel overmand verdriet. Het drong tot me door dat ik hem nooit meer zou zien. Orchid niet, Raff niet, en het aller ergste, mijn moeder, Winnow, Katniss en Gale niet meer. Nooit meer. Mijn eerste kus zal gelijk ook mijn laatste zijn. Deze keer kan ik mijn tranen niet tegen houden. Ze rollen een voor een over mijn wangen. De zoute smaak dringt mijn mond binnen, samen met de bittere smaak van verdriet. Ik dwing mezelf te stoppen voor ik word opgehaald. Niet veel later komt een groep vredebewakers me ophalen en nemen me mee naar buiten, samen met Struve. Overal staan camera’s gericht op ons. Ik hoop dat mijn ogen niet meer rood zijn. Ik wil niet zwak over komen. Zo zullen de andere tributen denken dat ik een makkelijk doelwit ben. Misschien ben ik dat ook wel, maar dat moet ik ze niet laten merken. We worden samen met Effie naar een auto gebracht, die zal ons naar de trein brengen die ons naar het Capitool zal rijden. Dit is de eerste keer dat ik een auto zie, laat staan er in rijden.
‘Jullie zullen het Capitool geweldig vinden!’ Zegt Effie opgewekt als we in de auto zitten en naar de trein rijden. Maar ik kan geen eens de moeite op brengen om te antwoorden. Ik verafschuw het Capitool. Het idee dat ik daar de komende dagen moet verblijven, maken me gek. En ik denk ook alleen maar aan Gale. Aan dat hij me kuste. Ik was nog steeds verward. ‘Het eten is er heerlijk! Jullie zullen er niet lang blijven, maar de tijd dat jullie er zijn kunnen jullie van alles gebruik maken. Jullie zullen het gegarandeerd naar je zin hebben!’ Ik vraag me af of ze door heeft hoe dit voor ons moet zijn, of dat ze de Honger Spelen echt als een feest ziet. ‘Ja, we gaan het zo naar ons zin hebben voordat we dood gaan.’ Reageert Struve bot. Ik kan hem geen ongelijk geven. Hij zegt wat ik denk, maar niet durf te zeggen. Nu valt zelfs Effie stil. Ik denk dat dit de eerste keer is dat iemand tegen haar in gaat, en de realiteit onder ogen komt en ook uit durft te spreken. ‘Heb je ooit van manieren gehoord? Je moet respect tonen voor de gastvrijheid die het Capitool jullie biedt.’ Nee, Effie was echt zo dom dat ze niet wist hoe dit voor ons was. ‘Respect hebben voor degene die onze dood voorbereid? Respect voor degene die lachend naar onze dood zit te kijken?’ Effie valt weer stil, dan kijkt ze naar mij. ‘Neem een voorbeeld aan Else. Zij heeft respect.’ Ik kijk op en frons mijn wenkbrauwen. ‘Oh? Volgens mij heb ik niks gezegd.’ Ik kon geen respect opbrengen om vriendelijk en vrolijk tegen haar te doen, alsof er niks aan de hand was. ‘Ik dacht dat wij aan het praten waren? Hier hoef je Else niet bij te betrekken.’ Zei Struve. Ik werp hem een dankbare blik toe. Ik heb totaal geen behoefte om nu te praten. Het liefst zou ik me alleen terug trekken, om in huilen uit te barsten. ‘Ik denk dat wij zijn uitgepraat.’ Reageert Effie. ‘Geen manieren.’ Zegt ze daarna zacht. Struve schraapt luid zijn keel, als teken dat hij alles hoorde. Daarna was het stil tot we bij de trein kwamen. Even later zitten we in de trein, ik naast Struve en Effie tegenover ons. ‘Nou, dat begon niet zo goed.’ Begint Effie en kijkt Struve aan. ‘Maar we moeten het beste er van maken deze tijd.’ Struve knikt. ‘Zand erover?’ Effie knikt glimlachend. ‘Ik ga Haymitch voor jullie zoeken.’ Effie staat op en loop de coupe uit. ‘Bedankt, voor mij buiten die discussie houden.’ Begon ik twijfelend. Ik wist niet echt wat ik tegen hem moest zeggen. ‘Luister,’ Begon hij. ‘Ik vind je heel aardig, echt. Maar wat is het punt om nu vriendelijk tegen elkaar te doen en als we in de arena tegenover elkaar staan elkaar te vermoorden? Zo maken we het onszelf alleen maar moeilijker.’ Ja, hij had gelijk. Maar er liepen nog 22 andere rond. De kans was groot dat we niet eens de kans kregen elkaar te vermoorden. Iemand anders zou ons vast al voor zijn. ‘De kans is zo klein dat we elkaar moeten vermoorden.’ ‘Maar hij bestaat wel. Maak het niet moeilijker voor jezelf. Het is beter als we vanaf nu zo min mogelijk contact hebben.’ ‘Wat, je wilt me nu gaan ontlopen?’ vraag ik verbaasd. Maar Struve’s antwoord is al duidelijk. De laatste vriendelijkheden zijn uitgewisseld. Vanaf nu sta ik er echt alleen voor.
Reacties:
Haha,ik zal zo nog een stuk plaatsen! Heb je het bovenste stukje gelezen? Ik weet niet of ik alles moet plaatsen wat ik tot nu toe heb, aangezien dat heel veel is..
Struve is niet lief!
En om op je vraag te antwoorden, wel. Het is inderdaad heel erg veel maar dat is niet zo erg. Ik zou zeggen blijven posten.
En als het té lang wordt dan zal ik eerlijk zijn en eens een subtiel vraagje stellen wanneer ze daadwerkelijk de arena in gaat (aa)