Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » Black Hearts » ♥~03
Black Hearts
♥~03
Zo snel als mijn voeten me konden dragen, liep ik tussen de mensenmassa door naar het podium. Mijn gedachten waren volledig uitgeschakeld, maar ik voelde me overladen door meerdere gevoelens. Ik was woedend op het Capitool, woedend op die stomme truttebel Effie Prul en tegelijkertijd bang en verdrietig. Wat zou er allemaal gebeuren in de arena? Of in het Capitool?
Een groot deel daarvan was me al bekend, zoals de openingsceremonie en de prachtige jurken die je aankrijgt. Of al dat gerotzooi met make-up en haar. Ik had nog nooit van mijn leven make-up gedragen, daar hadden we simpelweg geen geld voor én het was overbodig voor een meisje uit de Laag, waar iedereen toch onder het stof van kolen zat. Ik richtte mijn blik op naar William, die naar zijn voeten staarde. Ik bespeurde enkele tranen die als langzame regendruppels over zijn gezicht naar beneden rolden. Ik wist niet of ik moest huilen of boos moest kijken. Ik wist niet of ik bang of verbaasd moest kijken. Het enige wat ik wist, is dat dit een regelrechte stap was naar de dood, of naar een rijk leven. Wie zal het zeggen?
Ik liep het kleine trapje op en ging naast William staan. Hij reikte naar mijn hand en ik verstrengelde mijn vingers met de zijne. Ze waren ijskoud, alsof al het leven nu al uit hem was gezogen. ''Een groot applaus voor de tributen uit District twaalf!'' riep Effie, maar niemand verroerde zich. Ik hoorde mijn hartslag tekeer gaan en mijn ademhaling was gehaast. De stilte slokte mij en William op, bang en onwetend. Ik wist dat ik mijn ouders, Jake en Jessy nog mocht spreken, maar bij die gedachte schoot er een steek door mijn ziel heen, een steek van verdriet en angst om hen alleen achter te laten. Voor altijd. Opeens riep iemand wat. Zijn stem galmde over het plein heen, doordat niemand anders ook maar iets zei. Het was prachtig.
''District twaalf is sterk! Wij zijn sterk! Samen overleven we dit! Het is nog niet voorbij, let op mijn woorden! Jullie gaan het Capitool vernietigen, met jullie krachtige zielen. District twaalf!''
Ik kon zijn gezicht niet zien, want direct daarna kwamen er uit het niets twee reusachtige hovercrafts op hem afgestormd. Hij schreeuwde, maar het had geen enkele nut. Hij had het Capitool beledigd en dat zal hem duur komen te staan. Een lange ladder viel uit één van de hovercrafts en het leek alsof de man naar de ladder toe werd getrokken, alsof hij een simpele, nietszeggende spijker was die aangetrokken werd door een reusachtige magneet. Een dodelijke magneet. Het laatste wat ik van hem kon zien, waren wapperende zwarte haren. Daarna dreef hij weg in de hovercraft, opgeslokt door de duisternis van Panem. Ook al was het pas middag, het was donker en grauw. Tranen vloeiden alsof het plein één groot meer was, bestaande uit zout water.
Water van verdriet. Ik kneep in William's hand en hij kneep zachtjes terug. Het tafereel met de man had ons allebei diep geraakt, hij had zich geuit voor ons en voor niemand anders. Misschien was het omdat zijn stem zo krachtig had geklonken of omdat hij het voor ons had opgenomen, maar wie de man ook was, ik voelde diepe genegenheid voor hem. En ik wist dat William hetzelfde voelde. Ik keek even naar Effie en haar gezicht straalde verachting en tegelijkertijd angst uit. Ze stond hier flink voor schut, net zoals het hele Capitool. ''Vermoordden ze hem?'' fluisterde William zo zacht in mijn oor, dat ik het net kon verstaan. Bedroefd schudde ik mijn hoofd. ''Nee. Dat zou te makkelijk zijn.'' Mijn fluistering was net zo zacht als de zijne en ik voelde hem huiveren. Ik wist niet wat ze met hem zouden gaan doen, maar vermoorden was te simpel. Het Capitool was rijk en machtig, zo makkelijk zou hij er niet van af komen. Nee, hij zou zijn leven lang gemarteld worden, dat was één ding dat zeker is. En dat voor ons. ''Goed. We gaan met de tributen naar de zuidelijke tenten, zodat ze voor de laatste keer met hun dierbaren kunnen spreken'' zei Effie op een gemakkelijke toon, blijkbaar was wat zich hier net had afgespeeld niet zo bijzonder meer voor haar. Stomme trut.
We liepen achter Effie aan, hand in hand, richting de zuidelijke tenten. Het was niet ver lopen en het plein werd inmiddels steeds meer verlaten, wat ik absoluut niet erg vond. Al die starende blikken gaven me de kriebels. Toen we bij de tenten aankwamen, moest ik haast lachen. Er stonden vier reusachtige, zuurstok roze tenten in een vierkantje op een stukje lichtgeel zand. In het midden van de tenten stond een kleine fontein, in de vorm van een ster. Uit elk gat kwam glashelder water, dat rustgevend naar beneden stroomde. We bleven even staan om ernaar te kijken en ik bedacht me opeens dat ik de ster herkende. Ik had hem wel eens gezien als ik naar de Spelen zat te kijken met mijn vrienden en familie, biddend om de levens van de tributen. De ster stond op de zijkant van de Hoorn des Overvloed, sinds twee jaar geleden toen de winnende tribuut met werpsterren vanaf de Hoorn iedereen af slachtte. Het was een echt bloedbad geweest en zijn eigendunk was zo hoog, dat hij zelf zijn district partner had uitgeschakeld. Sinds Katniss en Peeta hadden er nooit meer twee tributen gewonnen, puur omdat ze elkaar kwijt raakten en stierven van honger, uitdroging of werden vermoord. Nou, dat zal William en mij niet gebeuren. Dat mocht niet.
''Goed. Azula, jij gaat naar die tent - ze wees naar de meest rechtse tent, waarop een rode ''twee'' op geborduurd stond - en jij naar die William.'' Daarbij wees ze naar de tent ernaast, waarop een ''één'' stond geborduurd. We keken elkaar aan en knikten kort, waarna we elkaar hand los lieten en naar onze eigen tent liepen. William loslaten voelde als opgesloten worden in een ruimte waar je niks zag en waar je je niet kon verroeren, zo klein. Hij was mijn enige hoop en ik die van hem. We hadden alleen elkaar nog. Ik liep langzaam naar de roze tent toe en bukte me om naar binnen te kunnen. Daarna keek ik mijn ogen uit. Het was reusachtig, alsof iemand hem betoverd had. Van buiten leek het een simpel tentje, maar de ruimte was ongeveer tien bij tien.
De vloer was donkerpaars en de zijkanten van de tent waren lichtroze. Vast een keuze van Effie, dacht ik bij mezelf. Links en rechts stonden twee grote, rode banken die waren bedekt met een rood fluwelen kleed. Tussen de twee banken in stond een glazen salontafeltje met een grote fles water, die er duur uitzag. Naast het water stonden vier op elkaar gestapelde glazen, gemaakt van echt kristal. Ik liep naar de linker bank toe en ging in het midden erop zitten. Ik zuchtte. Ik moest me er bij neer zien te leggen dat ik dit jaar een tribuut was, maar hoe? Ik zou het feit dat ik mijn geliefden moet achterlaten nooit kunnen accepteren. Nooit. Opeens overkwam me een vreemd gevoel van overwinning, ook al had ik allang verloren. Ik wist eerst niet waar het vandaan kwam en werd er boos om. Hoe kon ik nou overwinning voelen, als ik regelrecht mijn dood inliep? En toen wist ik het. Ik had dit voorzien. Op het plein had ik een vreemd gevoel gehad dat het dit jaar anders zou zijn. Dat ik verkozen zou worden.. En ik had gelijk. Hier zat ik dan, de meisjes tribuut van District twaalf. Het was vreemd. Echt vreemd.
Opeens hoorde ik een zachte snik en ik keek naar de opening van de tent. Tranen vloeiden over mijn wangen toen mijn moeder dichterbij kwam. Ze had een witte zakdoek vast, waarin ze om de paar seconden haar neus in snoot of haar ogen mee depte. Haar saffierblauwe jurk zag er niet meer zo mooi en sprankelend uit als eerst, het had nu meer iets weg van begrafenis kleding. Ze ging zwijgend naast me zitten en sloeg een arm om me heen. Ik begroef mijn gezicht in haar nek en kon het niet meer volhouden. Ik huilde als een klein kind, ik huilde keihard. Mijn moeder probeerde haar snikken te onderdrukken, maar na enige tijd werd het haar ook teveel en begon ze ook te huilen. Daar zaten we dan, verloren en bedroefd zonder enige hoop.
Ze liet me even los en ik veegde mijn tranen weg met de rug van mijn hand. Het was genoeg geweest, ik moest weer sterk zijn. Blijkbaar dacht mijn moeder hetzelfde, ze legde haar zakdoek naast haar neer op de bank en nam mijn gezicht in haar handen.
''Azula Morture. Luister goed. Jij gaat dit samen met William winnen. Bedenk je wat je sterke punten zijn en wat je zwakheden zijn. Ik weet dat je dit kan meisje, je komt gewoon thuis.''
Ik keek mijn moeder aan terwijl ze haar worden krachtig uitsprak. Ze meende het en dat deed me goed. Ze geloofde écht in me. ''Mama, wat er ook gebeurd. Ik hou van je.'' Het was alles wat ik kon zeggen, maar ze schonk me een dierbare glimlach. ''Ik ook van jou, lieverd, ik ook van jou.'' Daarna verzonken we in een innige omhelzing toen plotseling die zuurstok trut ons stoorde. ''Jullie tijd is om. De volgende gaat naar binnen.'' Mijn moeder en ik keken haar aan met een vuile blik, waardoor haar gepoederde gezicht vertrok. Zwijgend stond mijn moeder op en liep naar de opening. Ik keek haar na en ze draaide zich nog één keer om. Haar blik stond sterk, net zoals de mijne. ''Voor District twaalf. Voor ons.'' Daarna draaide ze zich om en liep de tent uit.
Reacties:
Dit is echt een heel erg mooi hoofdstukje. Mooi beschreven en mooi weergegeven. Nu heb je me echt nieuwsgierig gemaakt, schrijf maar snel verder jij. *port met een speer in jou rug en lacht evil*
Ok, zo evil ben ik niet, maar wél verder schrijven.
Lot.
*Kust de drie middelste vingers van linkerhand
en steekt ze op*
Voor District 12.
Voor í lle deelnemers C':
This my dear, is a pretty piece of a brilliant writer
Kus voor jou
Een prachtig hoofdstuk. Jij kan dingen zo ontzettend mooi beschrijven!
Top!
x
Snel verder? *puppyeyes*
je kan echt mooi schrijven verderr