Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » De 73 jaarlijkse Honger Spelen. » De trein
De 73 jaarlijkse Honger Spelen.
De trein
Na een lange, pijnlijke, stilte komt Haymitch binnen. In zijn hand heeft hij een glas met wodka. De geur verspreidt zich al snel rond de hele kamer. Hij gaat tegenover ons zitten en bekijkt ons eens goed. Hij brengt zijn hand naar mijn gezicht en pakt mijn kin vast. ‘Jou ken ik.’ Uit zijn mond komt een walm van alcohol. ‘Dat klopt. Van de As.’ Ik zag hem daar wel eens, ik wist alleen niet dat ik hem ooit was opgevallen. Hij haalde daar altijd zijn alcohol. ‘Ja, precies!’ roept hij. Ik haal voorzichtig zijn hand van mijn kin af. ‘Je hebt wel lef voor zo’n klein meisje als je daar alleen durft te komen. En dan biedt je je ook nog eens aan bij de Boete. Dat beloofd veel.’ ‘Wat is de tactiek?’ vraagt Struve. ‘Oh, je hebt er zin in.’ Haymitch grijnst. ‘Nou, dat zal ik je vertellen. Ren weg, en zorg dat je blijft leven.’ Struve zucht geërgerd. ‘Iets waar we wat aan hebben?’ Haymitch kijkt hem verbaasd met opgetrokken wenkbrauwen. ‘En jij hebt een grote mond.’ Struve maakt niet echt een goede eerste indruk. Eerst bij Effie, nu bij Haymitch. Hij wist toch zeker wel dat Haymitch de enige was die voor sponsors kon zorgen tijdens de Spelen? Je moet Haymitch te vriend houden. Hoe dronken, irritant, onrespectvol hij ook is. ‘Dus, we hebben dit jaar eentje met lef, en een grote mond.’ Hij kijkt bedenkelijk en wijst dan naar mij. ‘Jij.’ Ik wacht tot hij iets zegt. ‘Jij hebt potentie.’ Meende hij dat nou? Ik had nul komma nul potentie. Dan wend hij zich tot Struve. ‘Jij moet niet zo koppig zijn.’ Dan staat hij op en loopt hij weg. ‘Wat een lul.’ Mompelt Struve. ‘Oh, je praat nog waar ik bij ben?’ Vraag ik. Hij werpt me een boze blik toe. ‘Je snapt het niet. Het is makkelijker voor ons als we niet meer met elkaar praten.’ Met die woorden vertrekt hij. Ik zucht en ga naar mijn eigen coupe. Het is zo groot. Als Winnow en mijn moeder dit eens zouden zien. Hoeveel zouden ze hiervoor hebben moeten betalen? Ik loop naar het bed toe en plof neer. Het is zo zacht. Nog zachter dan de bank in het gemeentehuis. Ik kijk er nu al naar uit om daar vanavond in te zitten. De deur van mijn coupe gaat langzaam open. Er komt een meisje binnengelopen in een net uniform. Ze heeft een stapel handdoeken in haar armen liggen. Haar gezicht komt me akelig bekend voor, maar ik kan het niet plaatsen. Ze legt ze zwijgend naast op mijn bed neer en vermijdt mijn blik. Ik kijk haar onderzoekend aan, doe een poging haar gezicht bij een naam te plaatsen. Dan valt alles op zijn plek. Ik wil hier gelijk weg, maar dat kan niet. ‘Bedankt,’ Stamel ik overdonderd en dan loopt ze gelukkig weg.
Op een dag liepen Gale, Katniss en ik in het bos, zoals gewoonlijk aan het jagen. Het was een warme, zomerse juli dag. We hadden al een goede buit, maar we wilden nog een paar eekhoorns voor de bakker. Voor een stuk brood, of wat geld. Ik was al maanden aan het sparen voor een stuk stof om een jurk van te maken voor Winnow’s verjaardag. Ik keek er toen al naar uit om haar blije gezichtje te zien als ik hem haar zou geven. Toen verscheen er ineens een enorme hovercraft uit de lucht. We renden alle drie snel weg en verstopten ons in de bosjes. Ons oog viel op 2 jongen mensen. Een jongen en een meisje. Vanuit de lucht kwam opeens een speer vliegen, die recht in de jongen zijn buik belandde. Het meisje begon hysterisch te schreeuwen, dat hij moest blijven leven, dat hij haar niet mocht verlaten. Toen keek ze onze kant op. Haar mond vormde geruisloos: ‘Help me.’ Maar we bleven zitten, veilig. We staken geen vinger uit en keken toe hoe een of andere onzichtbare kracht ze beide omhoog trok. Het Capitool heeft haar vast gevangen genomen, haar tong eruit gesneden en nu moet ze als Avox Tributen bedienen.
Tot op de dag van vandaag heb ik er spijt van, maar nu voel ik me nog schuldiger. We hadden haar kunnen helpen, en dat deden we niet. Maar ik heb er nu niks aan om me daar ook nog eens zorgen over te maken, ik heb er al genoeg. Bovendien krijgt zij haar wraak ook nog wel, als ze mij dood zien gaan in de Arena. Dan staan we quitte, dus ik leg me er bij neer.
Dan valt mijn oog op een grote kast. Ik loop er naartoe en open hem. Hij zit vol met kleren. Als je alle kleren die ik in mijn leven heb gehad, plus die van Winnow en mijn moeder, bij elkaar op telt hebben we nog lang niet zoveel kleren. Dan loop ik door de deur de badkamer in. Het ziet er werkelijk prachtig uit. Marmeren vloer en muur. Een ontzettend grote douche, met een bedieningspaneel met weet ik veel hoeveel knopjes erop. Als ik me thuis wilde wassen moesten we eerst water op het vuur zetten, zodat het warm werd, en dan overgieten in de grote ton, waar we net in paste. Ik loop terug naar de kast en pak een witte broek met een bruine trui eruit en ga naar de badkamer. Ik kleed me uit en druk op een willekeurig knopje van het bedieningspaneel. Er komen waterspuiten uit de muur te voor schijn die mijn hele lichaam schoonmaken. Dan kies ik een zeepje uit met een vanille geur. Dat komt net als de waterspuiten uit de muur. Binnen een mum van tijd zit ik onder het sop en ruik ik zo fris als bloemen. Ik stap onder de douche vandaan, waarna ik op een knopje druk en er een warme lucht om me heen wordt geblazen. Ik hoef mezelf niet eens af te drogen. Als ik bij de spiegel kom is er nog een knopje. Die druk ik ook maar in. Er komt een borstel te voor schijn die mijn haar klitvrij borstelt en een perfecte scheiding maakt. Ik moet toegeven, Effie heeft nergens over gelogen. Over de luxe, en dat we het zo fijn zouden vinden. Het idee dat dit van het Capitool is kan ik wel even aan de kant zetten en nog genieten zo lang het duurt. Nadat ik me heb aangekleed, wat ik wel zelf moet doen, word ik verwacht voor het diner. Ik neem plaats naast Struve. ‘Heb je de douches al geprobeerd?’ vraag ik. Ik weet dat hij niet met me wil praten, maar ik wil hier niet niks zeggen. Ik heb behoefte om met iemand te praten, een normaal iemand. En Struve was ook helemaal niet zo bot, en had niet zo grote mond. Het was een hele aardige, zorgzame jongen. Ik herkende hem zo helemaal niet. Hij kijkt me aan, haalt zijn neus op en kijkt weer recht voor zich uit. ‘Ze zijn heel lekker. Je hoeft jezelf niet eens te wassen.’ Hij keurt me nog geen blik waardig. ‘Ook goed. Dan hou je toch je mond.’ Zucht ik geïrriteerd.Ik had het kunnen weten..
Arrrgh, waarom doet ie zo? Is hij stiekem verliefd op haar en wil hij haar daarom niet leren kennen omdat hij haar niet kwijt wil?
Mooi hoofdstuk trouwens!