Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » De 73 jaarlijkse Honger Spelen. » Ommekeer
De 73 jaarlijkse Honger Spelen.
Ommekeer
Dan komen Effie en Haymitch binnen. ‘Ik rammel!’ Zegt Effie en legt het servet op haar schoot. Ze kijkt me verbaasd aan als ze ziet dat ik dat al heb gedaan, maar ze zegt niks. Iets later komen er een paar bedienden binnen met tafels met wieltjes eronder en grote schalen eten erop. En het eten is heerlijk. Ik moet zachtjes lachen als ik Struve zag worstelen om met mes en vork te eten. Maar hij kijkt stiekem met bij mij om te zien hoe het moet. Dat had mijn moeder me geleerd, tafelmanieren. Varkenshaas met een wortelpuree, gebakken aardappels met een jus en ik weet niet wat allemaal nog meer. Effie schraapt haar keel en kijkt me aan. ‘Wat?’ vraag ik als ik mijn mond leeg heb. ‘Je eet met mes en vork. Je praat niet met eten in je mond, je eet met je mond dicht.’ Merkt ze op. ‘Waar heb je dat geleerd?’ Ik haal mijn schouders op. ‘Van mijn moeder.’ ‘Wat heerlijk! De tributen van een paar jaar geleden wisten niet eens wat een mes en vork was, laat staan dat ze niet met volle mond praatte.’ Ik trek mijn wenkbrauwen op. Zij was gewend om zo te eten. Maar mensen uit 12 niet, die hebben niet eens mes en vork. Vind ze het heel gek dat ze dat niet weten? Ik besluit haar opmerking te negeren. Om haar te irriteren praat ik de rest van het diner met volle mond, prik ik het eten op mijn vork als een boer en laat ik mijn mond op een grote kier staan als ik eet. Tot grote ergernis van Effie. Ik hoor Struve naast me gniffelen tot hij bedenkt dat hij niet meer tegen me zou praten. Als toetje krijgen we vanille ijs, met een bastogne moes met aardbeien en yoghurt. Daarbij krijgen we een glas bruin spul. Ik had het nog nooit op, maar het is heerlijk. ‘Dat is chocolademelk.’ Merkt Effie op. ‘Dit is het lekkerste wat ik ooit op heb.’ Zucht ik voldaan. ‘Dat ben ik met je eens.’ Hoor ik Struve opeens. Oh, nu praat hij wel tegen me? ‘Nou, nemen jullie nog lekker een glas. Ik ga alvast slapen. Welterusten.’ Haymitch gaat na enige minuten ook weg. ‘Dus, je besluit wel tegen me te praten? Toch van gedachten veranderd?’ Vraag ik gelijk. ‘Ik dacht dat je dat wilde.’ Legt hij de schuld bij mij neer. ‘Ik wil dat jij gewoon normaal doet. Dat je gewoon doet hoe je altijd was. Niet zoals je je hier gedraagt.’ Hij zucht diep. ‘Zoals ik hier ben, ben ik. Dat zal je maar moeten accepteren.’ Hij staat op en loopt zo weg. Wat is er toch met hem aan de hand? Probeert hij nou hard, meedogenloos over te komen, voor de Spelen? Nu al? Hij hoefde zich voor mij toch niet anders voor te doen? Ik wist heus wel hoe hij was. En dat was totaal het tegenover gestelde zoals hij nu deed. Ik wist bijna zeker dat hij anders gewoon normaal met me zou praten, ook al komen we misschien tegenover elkaar te staan in de arena. Hij zou me dan op mijn gemak proberen te stellen, tijdens ons verblijf hier.
Als ik eenmaal in mijn bed lig, begin ik na uren malen eindelijk in te dommelen. Al die tijd heb ik aan thuis gedacht. Herinneren voor mezelf op gehaald, wat ik beter niet had kunnen doen. Ik heb constant gehuild aan de gedachten over Winnow. Ik zou mijn kleine zusje nooit meer kunnen zien, haar nooit meer knuffelen, nooit meer naast haar in slaap vallen met haar armpjes om me heen geslagen en haar hoofd op mijn borst. Ik zal nooit meer samen met mijn moeder koken, kunnen praten. Ik zou niet meer voor Orchid en Raff kunnen zorgen. Ik zou nooit meer met Katniss bessen kunnen plukken, proberen nieuwe bogen te maken en na een paar dagen eraan te werken mislukken. En… Ik zou nooit Gale meer terug zien. Nooit kunnen vragen wat zijn bedoeling was met die kus. En natuurlijk nooit meer kunnen jagen, lachen, praten en gewoon niksen met hem. Ik miste hem nu al. Ik betrap mezelf erop dat ik wil dat hij hier bij me zou zijn. Gewoon, om te zeggen dat het goed komt. Om tegen aan te kruipen als ik bang was. Of om te luisteren naar zijn ideeën om het Capitool te laten vallen. Wat zou ik dat allemaal missen. Net op dat moment hoor ik de deur van mijn wagon open gaan. Ik blijf roerloos in bed liggen. Er komt een straal van licht mijn kamer binnen, wat precies op mijn gezicht valt. ‘Else?’ Fluistert Struve. Wat moet hij nou weer? Ik doe een voor een mijn ogen open en ga rechtop zitten. ‘Wat?’ Reageer ik bot. ‘Sorry.’ Hij komt verder de kamer in en komt op de rand van mijn bed zitten. ‘Sorry voor daarnet. Sorry voor de hele dag eigenlijk. Ik maak het er niet echt makkelijker op.’ Ik schud mijn hoofd en moet glimlachen. ‘Niet echt nee.’ ‘Ik wil,’ Begint hij maar komt niet uit zijn woorden. ‘Ik wil gewoon niet dat ik als zwak wordt gevonden. Dan ben ik helemaal een makkelijke prooi.’ Ik ben even stil om erover na te denken. ‘Dat snap ik. Maar die act hoef je toch niet tegen mij op te zetten?’ Hij knikt. ‘Daar heb je gelijk in, sorry. Maar, ik meende wel wat ik zei over dat als we elkaar in de arena tegenkomen.’ Daar had ik zelf ook nog over na zitten denken. ‘Maar we hoeven elkaar niet te vermoorden. Als we het niet willen.’ Hij schudt gelijk hevig zijn hoofd. ‘En dat wil ik niet, natuurlijk!’ ‘Nou, ik ook niet. Dus er is helemaal geen probleem.’ Zeg ik opgelucht. Ik had ook wel verwacht dat hij me niet wilde vermoorden. Zoiets zou hij gewoon niet doen. ‘Ik wil niemand vermoorden.’ Fluistert hij zachtjes. ‘Ik ook niet.’ Antwoord ik bijna nog zachter. ‘Maar het zal wel moeten.’ Opeens staart hij recht in mijn ogen. ‘Else,’ Begint hij. ‘Als ik je in de arena tegenkom. Dan beloof ik dat ik je niet vermoord.’ Ik krijg een kleine glimlach op mijn gezicht. ‘Ik ook niet.’ ‘Beloofd?’ Vraagt hij en steekt zijn hand naar me uit. Zijn mondhoeken staan omhoog. ‘Beloofd.’ Maar in plaats van zijn hand te schudden, omhels ik hem. Ik voel dat hij even twijfelt, maar dan slaat ook hij zijn armen stevig om me heen. ‘Ik ben bang.’ Floept er zo maar bij me uit. Ik hoop dat niemand anders dan Struve dat gehoord heeft. Hij wrijft met zijn hand over mijn rug. ‘Ik ook. Maar ik heb er vertrouwen in dat het goed komt.’ Bedoelde hij nou dat het goed zou komen met mij, of met zichzelf? Hij zou wel een erg lage dunk van zichzelf hebben als hij mij bedoelde. Hij laat me langzaam los. Daarna drukt hij een kus op mijn voorhoofd. ‘Welterusten.’ Fluistert hij en loopt op zijn tenen ze kamer uit. Dat bracht me even in verwarring. Hij twijfelde al of hij mijn knuffel moest beantwoorden, en daarna kust hij mijn voorhoofd? Misschien gaf ik hem het gevoel dat ik heb vertrouwde, door hem een knuffel te geven. Het probleem was misschien wel dat ik dat ook deed. Dat kon nog problemen opleveren tijdens de Spelen. Ik ga zuchtend weer liggen en probeer te slapen. En wonder boven wonder lukt dat na een paar minuten ook.
Hmm, het is een verwarrend maar mooi geschreven hoofdstuk!
Ik ben benieuwd naar meer, ik denk dat Struve echt verliefd is op Else, of verliefd aan het worden is. Daarom wil hij niet echt 'contact' met haar.
Ah, dat zal ik moeten afwachten zeker?
Snel verder!