Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » De 73 jaarlijkse Honger Spelen. » Wie mooi wilt zijn, moet pijn lijden
De 73 jaarlijkse Honger Spelen.
Wie mooi wilt zijn, moet pijn lijden
Als we de volgende morgen aan het ontbijt zitten, klapt Effie vrolijk in haar handen die omhuld zijn met lichtroze handschoentjes. ‘Kijk! Daar is het Capitool.’ Overdonderd lopen we naar het raam. Ik staar met open mond naar de voorbij razende gebouwen. Het was reusachtig, mega, kolosaal. En prachtig. Ik ben nog lang niet uitgekeken als we onder een tunnel doorrijden. Alles word even donker tot ze op het trein station komen. Het krioelt er van de camera’s en Capitool-inwoners. De een ziet er nog gekker uit dan de andere. Paars, blauw, roze, rood haar. Ik zie het allemaal voorbij komen. Groen geel gekleurde huiden, zonder enige rimpels. Iedereen ziet er hier jong uit, strak getrokken. Ze dragen allemaal de gekste kleren. Het zag er, bot gezegd, niet uit. Iedereen joelde uitbundig, zelfs vanuit de trein kon je het duidelijk horen. Ze wezen met open monden naar ons, stootte elkaar aan, sprongen van enthousiasme. Wat een lol hadden ze toch. Ik probeer een glimlach op te zetten en zwaai voorzichtig. ‘Waarom zwaai je naar degene die op onze dood gaan wedden?’ vraagt Struve. ‘Daar loopt misschien wel een goede sponsor tussen.’ Antwoord ik. Natuurlijk verafschuw ik ze. Stuk voor stuk. Maar ik moest vriendelijk blijven. Wie weet stond er een rijke stinkerd tussen die zijn geld aan eten, wapens of medicijnen voor mij wilde geven. Struve balt zijn vuisten maar zwaait dan ook. ‘Voor de sponsors.’ Zucht hij.
Even later zit ik alleen te wachten in een grote lichte kamer tot mijn voorbereidingsteam komt. Er was me verteld dat ik me uit moest kleden, zodat ze me beter konden bekijken. Ik voelde me redelijk tot zeer ongemakkelijk. En wat konden ze nou aan mijn lichaam veranderen? Ik vond het prima zo. Dan, na enige tijd, gaat de deur open. Er komen 2 vrouwen en 1 man binnen gelopen. De man kijkt me glimlachend aan. ‘Ik ben Flavius!’ Zegt hij vrolijk. Hij heeft oranje pijpenkrullen en paarse lippenstift op. Dan wijst hij naar de 2 vrouwen. ‘Dit zijn Octavia en Venia.’ Octavia ziet er verschrikkelijk uit, alsof ze misselijk was. Haar huid is in verschillende groen tinten geverfd. Venia heeft blauw, aqaukleurig haar. Ze heeft afschuwelijke gouden tatoeages boven haar wenkbrauwen. Wat bezielde haar toen ze die liet zetten? Ze lopen alle drie een paar rondjes om me heen. Ik heb de neiging om de badjas achter me aan te trekken, mezelf in ieder geval te bedekken. Dan pakt Flavius mijn gezicht in zijn handen, duwt het naar links en rechts en knikt dan goedkeurend. ‘Je gezicht is mooi. Dan valt weer mee.’ Dat was een compliment, toch? ‘Die wenkbrauwen!’ slaakt Venia uit. Ik kan niet anders dan zuchten. Ja, ik had geen perfect geëpileerde wenkbrauwen. Dat had niemand in 12. Waarom zou ik ook? In 12 heb je geen reden om er leuk uit te zien. ‘Zo erg is het niet.’ Sust Flavius. ‘Dus, jullie gaan me mooi maken?’ Vraag ik. Ze knikken allemaal. ‘We hebben een makkie dit jaar.’ Zeggen ze tegen elkaar. ‘Zoveel heb je niet nodig.’ Ik moet op een bed liggen waarna ze allemaal hevig beginnen met me in te smeren met allerlei crèmes en goedjes. Flavius smeert mijn wenkbrauwen in en begint dat met waxen. Ik klem mijn handen om de tafel heen en bijt mijn kiezen op elkaar. Dan voel ik ook koude stoken van papier, zoiets denk ik, op mijn benen. Ik zet me schrap voor de pijn die komt. En niet voor niets. Mijn huid lijkt wel in de fik te staan nadat ze een voor een de stroken van mijn been aftrekken.
Na helemaal kaal geplukt te zijn, mijn wenkbrauwen in perfecte vormen waren geëpileerd, elke, maar dan ook elke, oneffenheid is weggewerkt ben ik klaar. ‘Onder die bos haar en littekens zit toch nog een best mooi meisje.’ Complimenteert Octavia me. Nou ja, complimenteren… ‘Wacht hier, Cinna komt zo.’ Zegt Flavius en maakt aanstalten om te gaan. ‘Wie is dat?’ ‘Dat is je stylist.’ Antwoord hij en dan lopen ze weg. Ik pak de zachte donzige badjas en trek hem om mijn kaal geplukte huid. Mijn hele lichaam voelt aan alsof het brand. Als ik hier klaar ben, zal ik eerst eens me laten masseren in de douche. Ik kan me in ieder geval herinneren dat er in de trein een knopje was voor een massage. Vast met sponsjes of zo. Dan gaat de deur open en komt er een getinte man binnen. Hij ziet er helemaal niet zo uit als alle andere Capitool-inwoners. Hij heeft alleen een goud eyeliner streepjeboven zijn oog, meer niet. Zijn kleren zijn ook nog normaal. Natuurlijk niet zoals thuis, maar vergeleken met de mensen hier kan je het misschien wel als een beetje saai omschrijven. ‘Hoi, ik ben Cinna. Je stylist.’
Reacties:
Leuk hoofdstuk ;D
Snel meer, ik heb wel 1 tip. Je begint in het begin in de Verleden tijd en schakelt hierna over naar de tegenwoordige tijd. Nu is het een beetje verwarrend, in welke tijd wil je nu schrijven?
Buiten dit kleine 'schoonheidsfoutje' briljant.
Ja, sorry dat klopt! Dit verhaal staat al een redelijk lange tijd op mijn laptop. Eerst schreef ik in verleden tijd, maar toen ik na een tijd weer verder schreef, begon ik in tegenwoordige tijd te schrijven.Dat wilde ik nog veranderen, maar dat ben ik helemaal vergeten. Maar het is dus tegenwoordige tijd! (;