Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Du wirst immer heilig sein ~ a Tom Kaulitz Lovestory » 0. A First Goodbye
Du wirst immer heilig sein ~ a Tom Kaulitz Lovestory
0. A First Goodbye
Ik keek naar haar.
Ze lag nog rustig te slapen. Haar ontblote lichaam verborgen onder de witte deken, haar hoofdje op het kussen… Ze was prachtig, en ik vond het jammer haar zo achter te moeten laten. Ze had iets speciaals. Iets wat haar anders maakte dan de andere meisjes. Iets waardoor ze me meteen opgevallen was gisteravond. Iets waardoor ik naar haar toe gedreven werd toen ik haar weer zag buiten, van een afstand. Iets waardoor ik wist dat ik de nacht niet alleen wilde doorbrengen.
Ik had geen andere keuze. De jongens stonden waarschijnlijk al in de lobby op mij te wachten en over een uur zou de bus richting Spanje gaan en zou ik haar waarschijnlijk nooit meer zien. Of ja, niet meer in deze situatie. Niet meer alleen.
Ik legde een briefje op het nachtkastje naast haar neer. In het briefje stond dat het me speet dat ik al weg was, maar dat ik mijn bus moest halen en ik haar niet wakker wilde maken. Ook stond erin dat ik de kamer al betaald zou hebben, en ze zich daar geen zorgen meer over hoefde te maken. Ze zou alleen de sleutel af moeten geven, meer niet. Ik had het briefje afgesloten met enkel mijn naam.
Ik zuchtte en draaide me om. Ik liep zo zachtjes mogelijk naar de deur toe en probeerde deze zo stilletjes mogelijk te openen. Net toen ik de deurklink losliet en mijn koffer wilde pakken hoorde ik haar mooie stem, die de stilte die op dat moment heerste verbrak.
‘Ga je al?’
Ik keek haar aan. Ze lag nog steeds in dezelfde positie als voor ik het briefje had neergelegd, alleen nu met haar ogen geopend. Ze had prachtige, grote, blauwe ogen, die recht in de mijne keken. Ik liet mijn koffer los en hier mijn handen iets op, alsof ik haar vraag daarmee wilde beantwoorden.
‘Dus dit is het dan?’
‘Ik ben bang van wel.’ Langzaam kwam ze overeind. Ze hield de deken vast, zodat deze niet naar beneden zou glijden en ik haar lichaam zou zien.
‘Zie ik je ooit weer?’ Haar stem had een zekere mate van wanhoop in zich. Ik liep naar het bed toe. Recht voor haar bleef ik stilstaan.
‘Ik hoop van wel. Ik hoop het echt.’ Na deze woorden gesproken te hebben, gaf ik haar nog één kus op haar voorhoofd, draaide me om, pakte mijn koffer en liep de kamer uit. Met pijn in mijn hart trok ik de deur achter me dicht. Ik zuchtte nog een keer diep en liep toen richting de liften.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.