Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Du wirst immer heilig sein ~ a Tom Kaulitz Lovestory » 10. Pictures
Du wirst immer heilig sein ~ a Tom Kaulitz Lovestory
10. Pictures
Toen het concert klaar was en we van het podium af waren, kwam Bill naar mij toe. Hij keek me glimlachend aan. Ik wilde om hem heenlopen, om zo snel mogelijk in de zaal te kunnen zijn, maar hij hield me tegen.
‘Wat?’
‘Moet jij niet iemand bedanken?’
‘Dat doe ik vanavond wel. Mag ik er langs?’ Hij liet me los en stapte opzij. Ik liep weg van de band. Ik wilde net de deur uitlopen, toen mijn broer mijn naam schreeuwde. Ik zuchtte en draaide me weer om.
‘Wat?’
‘Was je echt van plan om zo, bezweet en al, stinkend, naar het meisje toe te gaan waar je een jaar lang naar gezocht hebt?’ Hij had gelijk. In deze toestand kon ik niet naar haar toe. Wat zou ze wel niet denken? Ik rende naar de kleedkamers, trok mijn shirt uit, spoot wat deodorant op, trok een schoon - droog - shirt aan en rende terug naar de deur. Deze keer hield Bill me niet tegen.
Na wat gangen doorgerend te hebben kwam ik bij de deur die zou leiden naar de zaal. Ik stond stil. Wat nou als ze toch niet gewacht had? Wat nou als ze mij niet meer zou zien staan?
Er was maar een manier om daar achter te komen. Ik ademde nog één keer diep in, trok de deur open en liep de zaal in.
Ze stond er nog. Ze was op het dranghek gaan zitten. Ze had niet door dat ik binnengekomen was.
Ik kuchte. Ze keek om en zag mij. Meteen werd ik weer warm vanbinnen. Ik glimlachte en liep naar haar toe.
‘Hallo.’
‘Hoi.’ Ze had nog steeds dezelfde mooie engelenstem.
‘Hoe vond je het?’
‘Geweldig, zoals altijd.’
Het was even stil. Ik wilde haar zoveel vertellen. Ik wilde haar zeggen hoe erg het me speet zomaar weg te hebben moeten gaan. Hoe erg het me speet haar zomaar achter te hebben moeten laten. Ik wist alleen niet hoe. Toch moest ik iets zeggen. Ik kon deze stilte niet langer verdragen.
‘Hoe gaat het met je?’
‘Naar omstandigheden goed. Met jou?’
‘Goed.’
Weer was het even stil.
‘Luister; het spijt me echt dat ik toen zomaar weg moest.’ Ze keek naar de grond. Met mijn rechterhand hief ik haar hoofd weer op, zodat ze me recht in mijn ogen aankeek.
‘Ik heb naar je gezocht, eerlijk waar, en nu ik je weer hier heb, laat ik je niet meer zo makkelijk gaan.’ Ik streek met mijn hand over haar wang. Ik zag hoe een traan over haar gezicht liep, ik veegde hem weg.
‘Niet huilen.’
‘Er is iets wat ik je moet vertellen.’ Ik liet haar gezicht los. Nu ging het komen. Ze ging me vertellen dat ze een ander had ontmoet. Iemand die haar wel trouw was.
Ze opende haar tasje en haalde haar portemonnee eruit. Uit die portemonnee haalde ze een fotootje die ze aan me gaf. Ik bekeek het.
Het was een foto van een baby. Ik schatte hem tussen het half jaar en 1 jaar oud. Hij had blonde haartjes en donkere oogjes.
‘Wie is dit?’
‘Dat is je zoon.’
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.