Hoofdcategorieën
Home » De Kronieken van Narnia » De Magische Ringen » Pannenkoeken
De Magische Ringen
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
17 maart 2009 - 22:21
Aantal woorden:
433
Aantal reacties:
1
Aantal keer gelezen:
385
Pannenkoeken
Ik zat naast Caspian en Ellen, Ellen zat natuurlijk naast Edmund, en die zat naast zijn zussen en broers .De koningen en koninginnen van Weleer moesten nu eenmaal een belangrijke plaats hebben, alle 4 aan het einde van een tafel). 'Zo, mijn eerste "pannenkoek"' zei Caspian. Iedereen gaf de suiker en de confituur door aan elkaar. Ik had bruine suiker, als er niet te veel blaadje tussen zaten van de suikerbiet zelf. Caspian deed rabarberconfituur op zijn pannenkoek en Ellen en Edmund witte suiker. De rest nam nog wat confituur of andere suiker. 'Zo moet jij eens proeven van de mijne?' vroeg ik aan Caspian. 'Oja, dat zou me een genoegen zijn' en hij naam beleefd de pannenkoek uit mijn handen en zette er een hap in. 'Ik heb het nog nooit gegeten, maar de smaak is geniaal, je moet het recept zeker eens opschrijven op een perkament' zei hij blij. Na het eten gingen we in de Aslanberg, bij de stenen tafel een vergadering houden. De Pevensies, Caspian, Nickabrick, Trompoen, Truffeljager, Ellen en ik mochten er bij zijn. 'We moeten hem aanvallen' zei Peter. 'Ik vind dat we in de berg moeten blijven. Als zij naar ons komen hebben we meer manschappen dan wanneer we terugkomen van een gevecht in het kasteel met meer doden dan dat we ons kunnen permitteren. Trouwens, een aanval verwachten ze helemaal niet' viel Caspian hem in rede. 'Juist daarom moeten we het doen, iets onverwachts. We slagen toe wanneer de tijd rijp is. En dat is ní¹' argumenteerde Peter hem. 'Ik vind dat Peter daar wel een punt heeft' bloosde Edmund. 'Wie stemt er voor aanvallen?' vroeg Lucy op zo'n manier als een kind vraagt 'Wie stemt er voor tikkertje?'. Trompoen had de beslissende vinger, hij wou aanvallen. Zo snel mogelijk af van die oorlog was zijn reden. Dus de volgende avond vertrokken we. Edmund werd door een vogel gebracht naar het kasteel, en dan zouden wij te paard komen. Jammer dat Winne haar achterkleindochter of zo niet te bespeuren was. Ik zou graag nog zo'n supermooi paard hebben. Ik moest het doen met een onsympathiek (omdat hij niet meewou naar het kasteel) paard doen dat Tom heette. Edmund zei voor hij vertrok de hele tijd 'Tom het paard, doe niet stom, of je bent niets waard' en dan keek Ellen altijd beschaamd. Eigenlijk waren die paarden allemaal chagrijnig. Het paard van Ellen had zelfs Ellen van haar rug af willen stampen maar Caspian kreeg hem kalm en dreigde er mee paardenkotoletten van hem te maken , wat tuurlijk niet waar was. Ja dus we waren vertrokken.
Tom het paard
Lekker grof *puh*