Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Naruto » My Immortal~Hidan » Chapter O14.

My Immortal~Hidan

7 sep 2012 - 21:32

1113

0

197



Chapter O14.

'En ja, dat is er dus gebeurd.' eindigde ik mijn verhaal. Hidan keek me moeilijk aan. 'Ik snap er geen fuck van... Wat bedoelde dat kutkind? Waarom heeft hij blauw bloed? What the fuck wil hij van ons?'
'Nou... Hij wil ons vermoorden. De rest weet ik niet.' Zei ik droog. Op dat moment kwam er opeens een kleine scheur in de grond. Verbaasd keek ik ernaar. Opeens kwam Zetsu eruit. 'Jullie moeten terug naar Kakuzu...' zei de witte kant. '....Of anders vermoordt Pein jullie.' vulde de zwarte kant aan. Ik lachtte. 'Ik wens hem veel succes als hij ons wil vermoorden... Maar oke, dan gaan we wel weer naar die shithead. Waar de fuck is hij?'
'Iets verderop.' gromde zwart. Ik knikte. 'Oke. Dag.' zei ik droog, en ik trok Hidan mee. 'Oy, bitch! Ik kan ook zelf fucking lopen!' gilde hij meteen hysterisch. Soms was hij echt net een wijf. Grijnzend liet ik hem los, en rende door. Hij kwam achter me aan, en liep na een hele tijd naast me. Ik pakte zijn hand, en rende ondertussen verder.
We zochten een hele tijd naar Kakuzu. Nergens konden we hem vinden. Mijn geduld raakte op. Grommend wendde ik me naar Hidan. 'Oke. Ik heb een ijzersterke intuïtie, die Kakuzu meteen opspoord. Hiervoor ban ik al mijn gedachten uit mijn hoofd, en geef ik me over aan mijn instincten. Zeg niks tegen me, en raak me niet aan, anders moeten we het weer proberen met ons verstand, en vooral met jou gaat dat niet goed komen. Goed?' Hidan knikte. 'Dus jouw lichaam gaat bewegen zonder dat jij dat doet?'
'Ja. Je hoeft me alleen te volgen.'
'Oke. Succes, bitch...' zei hij. Ik sloot mijn ogen, en deed mijn uiterste best mijn hoofd leeg te krijgen. Bijna had ik het voor elkaar. Alleen verpestte Hidan het door opeens te gaan neuriën. Geïrriteerd opende ik mijn ogen. Hij had het niet eens in de gaten, en neuriede gewoon door. 'Hidan, piece of shit! Shut the fuck up!' schreeuwde ik. Hij stopte meteen, en keek me beledigd aan. 'Sorry hoor, bitch! Moet je ongesteld worden ofzo?' Ik gaf hem een death-glare en sloot opnieuw mijn ogen. Deze keer lukte het wel.

'Waar komen jullie nou weer vandaan?' zei een bekende stem chagrijnig. Ik deed mijn ogen open. Hidan en ik stonden midden op een pad dat door een groen weiland liep. Voor ons stond Kakuzu. Aan mijn intuïtie viel niet te twijfelen. Ik glimlachte. 'Hallo, Kuzu. Heb je ons nog gemist?' Chagrijnig een droog keek hij me aan. 'Nee. Het was eindelijk eens rustig... Moeten jullie niet nog een keer bidden ofzo?' Ik schudde mijn hoofd. 'Nope. We kunnen er weer een tijd tegenaan.' Meteen keek Kakuzu depressief. 'Great...' mompelde hij sarcastisch, en hij begon verder te lopen. Hidan en ik liepen hem achterna. 'Dat met die intuïtie was fucking awesome... Hoe heb je dat geleerd?' vroeg hij opeens. 'Heb ik al sinds mijn geboorte... Het valt niet te leren.' Antwoordde ik. Hij knikte. Verder zwegen we terwijl we achter Kakuzu aanliepen. 'Kuzu... Waar gaan we eigenlijk naartoe?' vroeg ik. 'Checkpoint. Ik wil de lijst met gezochte mensen zien, en hoeveel ze waard zijn. En noem me geen Kuzu.' Hij klonk echt heel chagrijnig. 'Hoe moet ik je dan noemen? Kak?'
'Nee! Noem me gewoon Kakuzu!' gromde hij meteen, en hij kreeg een kloppende ader. Altijd leuk om hem te pesten. Ik wilde verdergaan. 'Is goed, Kak.' Hij werd steeds kwader. Je zag de ader nog duidelijker. 'Niet doen, Kuzu... Dat is niet goed voor je... Harten?' Maakte Hidan het nog verder af. 'En niet goed voor Kuzu's bloeddruk, wa-' Hij liet me de zin niet eens afmaken. Kakuzu maakte zijn hand los, maar met allemaal dikke, zwarte draden bleef hij toch vast aan zijn arm. De arm werd alleen verlengd, en sloot zich om mijn keel. Hij trok mij naar hem toe, en bond mij verder vast met zijn draden. Pas toen ik bijna geen adem meer kreeg stopte hij. Ik glimlachte zwakjes. 'Kinky hoor... Al die tentakels... Kuzu...' Hidan maakte het alweer af. 'Oi! Tentacle-rape haar niet! Alleen ik zou dat mogen!' Kakuzu ontplofte. Hij bond Hidan ook vast, en rukte woedend een explosive tag uit zijn zak. Rustig sneed ik de draden door, en sprong snel weg in een boom. Hij gooide de tag, en er kwam een grote explosie. Ik zat veilig, maar Hidan stond er middenin. Ach ja, hij was toch onsterfelijk. Het vuur en de rook trokken langzaam weg. De plek was leeg. Verbaasd keek ik ernaar. Waar was die baka dan..? 'Ben ik even blij dat ik hierheen ben gesprongen... Kutkakuzu.' zei de stem van Hidan opeens naast me. Hij zat er ook echt. Ik grijnsde naar hem. 'Ach ja... Het was het waard.' Hij knikte, en grijnsde ook. 'Dat sowieso.'
'Yo, Kuzu! Kunnen we weer komen of ga je ons weer opblazen?' riep ik. Blijkbaar begon Kakuzu nu aan de negeer-methode. Hij draaide zich om, liep weg en zei niks meer tegen ons. Grinnikend sprong ik de boom uit en liep achter hem aan. Hidan volgde.

Na een lange tijd kwamen we uit in een grot. Hier moesten we blijkbaar zijn. Kakuzu ging met zijn handen over de muur tot hij een hendel vond. Hij trok eraan, en er verscheen een deur. Zonder om te kijken of iets tegen ons te zeggen liep hij naar binnen. Ik zuchtte, en ging hem achterna. Wat kon ik anders doen? Zodra we alledrie binnen waren ging de deur meteen achter ons dicht. Om de hoek kwam een man. Zijn ogen keken ons wantrouwend aan, totdat hij Kakuzu zag. Meteen leek hij ons te vertrouwen. 'Ah, Kakuzu-sama. Hoe kan ik u helpen?' Kuzu was nog steeds chagrijnig. 'Lijst.' De man knikte, boog, en verdween. Eventjes later verscheen hij weer met een grote map. Hij gaf hem aan Kakuzu. Verveeld sloeg Kuzu hem open, en keek. Er viel een stilte terwijl Kuzu door de map bladerde. Opeens hield hij stil, en las een bladzijde. 'Deze woont hier best dichtbij...' Mompelde hij. Opeens sloeg hij de map dicht, en gaf het terug aan de man. 'Je zal me snel weer terugzien. Met lichaam. Tot dan.' Zei hij kortaf, en hij liep terug naar de deur. De man boog opnieuw. 'Tot ziens, Kakuzu-sama. De deur ging weer open, en we liepen naar buiten. 'We gaan naar een dorp hier in de buurt, waar Hotaru Akako woont. Aan haar ga ik een hoop verdienen.' Zei Kakuzu bijna blij. Hotaru Akako? 'Oke, je klonk een beetje als een pooier toen je dat laatste zei.' Mompelde ik, en ik grijnsde. 'En blijkbaar ga ik mijn geliefde nichtje weer terugzien.'


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.