Hoofdcategorieën
Home » Criminal Minds » A butterfly with black wings || Spencer Reid » #OO2
A butterfly with black wings || Spencer Reid
#OO2
De avond kroop ik met zorgen die rondspookten in mijn hoofd en een glas wijn in mijn handen de sofa in. Het warme, dikke deken kon me niet volledig opwarmen. Waar dat aan lag was niet helemaal zeker. Langs de ene kant was het de koude die het land in zijn greep hield, maar langs de andere kant was de kou ook psychologisch. Zelfs een kop dampende chocolademelk kon me nu niet helpen. Mijn moeder praatte een tijdje met me via Skype, maar ze leek te zijn vergeten dat ze vandaag tien jaar dood was. De laatste tijd vergat ze wel meer volgens mijn vader, de dokters hadden hem gezegd dat ze langzaam achteruit ging gaan en binnenkort heel waarschijnlijk sommigen niet meer zou herkennen. Hoe erg het ook was, het was normaal en misschien zelfs ook beter voor haar dat ze vergeten was dat ze een dochter had verloren.
Na een lang gesprek met mijn moeder voelde ik hoe de tranen naar boven kwamen, dus zei ik dat ik eventjes moest werken - ze wist niet hoe laat het hier was - en zette de computer af. Het duurde niet lang voor de tranen over mijn wang druppelden. Ik kon bijna geen adem halen door de snikken wanneer de telefoon plots ging. De diepe stem van Matt klonk in mijn oor, wat me rillingen bezorgde.
"Hallo? Dokter Moore?" vroeg hij, een soort van woede in zijn stem.
"Ja Matt?" vroeg ik, mijn stem even, maar nog steeds dik door de tranen.
"Je had hen mijn dossier niet mogen geven," sprak hij duister. "Dat had je niet mogen doen. Nu weten ze alles over me! Ik vertrouwde je alles toe en wat doe jij? Jij geeft hen de sleutel om me te vinden. Maar dat laat ik niet gebeuren. Voor je alles kan vertellen, zorg ik dat je het niet meer kunt vertellen." Hij hing de telefoon op zonder nog iets te zeggen. Buiten hoorde ik hoe er een auto de oprit op reed en mijn deur vervolgens met veel geweld werd opgebroken en er twee mannen met veel geweld binnen stormden.
"Ik zei het je toch," riep Matt door de gang waarna hij de kamer binnenkwam. "Je had ze het rapport niet mogen geven."
"Wil je dit echt doen, Matt? Ik snap dat je gekwetst bent omdat je gevoelens nu bloot liggen, maar dat is nog niet meteen een reden om hier zo te komen binnenvallen. Je weet dat je moet leren omgaan met je woede en dat dit geen goede manier is. Ik dacht dat alles nu beter ging en dat je geweld niet meer als de enige oplossing zag."
"Je bent naïef," zei hij, waarna hij de knuppel achter zijn rug haalde,"maar ja, je hebt gelijk. Ik had minder problemen met mijn woede, maar dit komt enkel omdat ik mijn woede elders kwijt kon en ik denk dat je al wel weet waar ik die kwijt kon, niet?" Hij lachte. "Oh, je gaat nog spijt krijgen van je daden. Ik vertrouwde je, maar nu niet meer en weet je wat ik doe met mensen die ik niet vertrouw? Die vermoord ik." Ik voelde hoe hij zijn houten honkbalknuppel over mijn nek liet glijden. Er werd een prop onder mijn neus geduwd. Ik kon niets anders als de geur inademen die me leek te verlammen. Het werd zwart voor mijn ogen.
Toen ik mijn ogen weer open deed, was ik in een donkere kamer, waar ik niet meteen een raam kon vinden. Voor me, stond een videocamera die alles opnam wat ik deed. Er stond eten voor me klaar, maar ik had alles behalve honger. Bovendien rook het eten raar en vertrouwde ik het water niet. In de hele kamer was er één deur en die zou ik niet eens moeten proberen opendoen, want die zou sowieso op slot zijn. In plaats van mijn energie te verspillen aan domme acties, concentreerde ik me op de geluiden die ik hoorde. Enkele auto's die voorbij vlogen, gegil.
De deur ging na enkele uren open. De man die bij Matt was geweest kwam binnen en deed de deur na zich op slot. Hij overhandigde me mijn telefoon en het kaartje van een agent.
"Deze agent is bij me langs gekomen, hij onderzocht onze moorden en vroeg me te bellen als ik meer wist, wel, nu mag jij bellen. Geef hen geen tips over waar je bent of wat er gebeurd is. Je zegt deze tekst en niet meer, zeg je meer, dan komt je beste vriend het mes langs, goed?" Ik knikte en toetste het nummer in.
"SSA Spencer Reid," zei de man aan de andere kant van de lijn. Ik had zijn stem eerder gehoord, ik wist enkel niet meer waar of wanneer.
"Ze hebben me te pakken," zei ik, aflezend van het papier. "Ze willen vijftienduizend euro tegen morgen." Ik voelde hoe een traan langs mijn wang naar beneden viel. Dit maakte het allemaal nog erger, nog zo veel erger.
Wauw! Wat een prachtig hoofdstuk<3
Jeetje, wat een wending in het verhaal:
I love it!
Sorry dat het even duurde,
ik was even druk druk druk :3
Anyways: heeeeeel snel verder want het
is supersuper spannend!
Je schrijft echt ge-wel-dig. Ik zie het helemaal voor me.
x