Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Schaakspel » De Kale
Schaakspel
De Kale
De vogeltjes floten, zachtjes, melodietjes die hij niet kende. Ze stelden hem gerust, stuk voor stuk, allemaal. Langzaam ontwaakte hij, glimlachte toen hij zich realiseerde dat hij in zijn eigen bed lag. Hij voelde het aan het matras, de zachtheid van zijn favoriete dekbedovertrek. Toen hij met tegenzin zijn ogen opende, vertelde zijn wekker hem dat het tien uur ’s morgen was. Hij begon zich net af te vragen waarom hij al wakker was, toen de deurbel zijn ongestelde vraag beantwoordde. Hij kreunde en draaide zich op zijn andere zij, trok de dekens over zijn hoofd tegen het vroege daglicht. De vogeltjes floten door, de deurbel rinkelde nogmaals. Ze wachten maar, dacht hij, de dekens nog steviger over zijn hoofd trekkend. Eerst slapen.
De deurbel rinkelde opnieuw, langer dit keer. De beller was niet van plan hem met rust te laten. Geïrriteerd vervloekte hij zijn familie, omdat ze allemaal op hun werk waren. Hij sloeg de dekens van zich af en slenterde de trap af, onder luid gebel. In zijn hoofd had hij een hele scheldtirade klaar en dat ze hem wakker maakten. Als het fans waren, zou hij hen eens goed duidelijk maken hoe de zaken ervoor stonden.
Hij pakte de sleutel van het haakje, ontgrendelde de deur en opende deze, wat hem oog in oog plaatste met twee zwartgeklede mannen van eind dertig. Plotseling voelde hij zich miezerig klein in zijn onderbroekje.
‘Harry Styles,’ constateerde de rechtse man, die al kaal was. Iets kouds in zijn grijsblauwe ogen joeg Harry tegen hem in het harnas. ‘Mogen we binnenkomen?’ vervolgde de man, toen hij geen antwoord kreeg. Harry schudde zijn hoofd: ‘Liever niet.’
‘In dat geval stellen we voor dat jij met ons meekomt.’
‘Zo?’
‘Nee, nadat je je hebt aangekleed.’ Harry knikte en sloot de deur, waarna hij de trap weer beklom. Eenmaal terug in zijn kamer kroop hij weer in zijn bed, stelde tevreden vast dat het nog warm was en sloot zijn ogen. Nog geen vijf minuten later schalde het gerinkel van de deurbel opnieuw door het huis. Ze waren oprecht niet van plan hem te laten slapen.
Zuchtend besloot Harry dat hij dan maar moest achterhalen wat ze van hem wilden. Hij trok een spijkerbroek van een stoel, een schoon shirt uit de kast. Zijn mobiele telefoon schoof hij in zijn zak, op weg naar beneden griste hij een paar sokken uit de stapel met schone was en net toen de deurbel opnieuw ingedrukt werd, opende Harry compleet met schoenen en jas aan de deur. Eenmaal buiten haalde hij nonchalant een hand door zijn gekrulde haar en vroeg: ‘En, waar hebben jullie me voor nodig?’
‘Je hebt een afspraak met ons, herinner je je dat niet meer?’ vroeg de kale man. Harry schudde zijn hoofd, vertrouwde de situatie maar half. Sinds wanneer kwamen werkafspraken hem thuis ophalen? Sinds wanneer maakte hij privéafspraken met veertigjarige mannen?
‘Kom,’ zei de kale man en zonder zich voor te stellen, leidde hij Harry naar een wit passagiersbusje met geblindeerde ruiten.
‘Waarom zijn de ruiten geblindeerd?’ vroeg hij.
‘Jullie zijn beroemd, we willen geen hordes fans achter ons aan.’ Harry vroeg zich af wat hij moest doen. Iemand bellen? Hij zou zichzelf geheel belachelijk maken door toe te geven, dat hij op achttienjarige leeftijd niet in staat was zijn eigen agenda bij te houden. Achterdochtig stapte hij achterin het busje, vergezeld door de Kale. De andere - met een vette, donkere haardos - nam plaats voorin, naast de bestuurder. Ongemakkelijk nam Harry het busje in zich op, realiseerde zich dat hij niets kon ontdekken om zich zorgen over te maken. Hij probeerde zich enigszins te ontspannen. Het lukte nauwelijks. Gespreksonderwerp, dacht hij. Gespreksonderwerp. De Kale sloeg de schuifdeur met een klap dicht en Harry voelde een gevoel van claustrofobie over zich heenkomen, waar hij nog nooit last van had gehad. De motor begon te ronken, het busje kwam in beweging. Gespreksonderwerp. Het enige wat hij kon bedenken, was vragen waar ze heengingen. Het punt was echter dat hij dondersgoed wist waar ze heengingen. Hij kende de route uit zijn hoofd, kon haar dromen.
‘Als jij de andere jongens nou hierheen haalt,’ stelde de Kale voor. Harry knikte terwijl de auto tot stilstand kwam. De schuifdeur werd geopend en zwijgend stapte hij uit, begaf zich naar de voordeur. Hij belde aan, eerst één keer kort. Louis lag hoogstwaarschijnlijk ook nog in zijn bed. Nog een keer bellen. Nog een keer, langer. Voetstappen. De deur werd ontgrendeld en hij stond oog in oog met een slaperig-ogende Eleanor, haar haar warrig om haar hoofd. Ze was gehuld in niets dan een nachtjaponnetje met spaghettibandjes, dat tot net over haar billen reikte. Het was gemaakt uit dunne stof, waar haar door de kou hard geworden tepels brutaal doorheen priemden. Harry werd misselijk bij het idee dat zij zo naast Louis in bed mocht liggen, besloot meteen ter zake te komen: ‘Is Louis er ook?’ Ze zuchtte, alsof ze hem verweet dat hij Louis zo vroeg in de ochtend al in beslag wilde nemen. Waarschijnlijk deed ze dat ook. ‘Louis?’ riep ze met lusteloze stem het huis in.
‘Ja?’ klonk het slaperige antwoord.
‘Harry,’ legde Eleanor uit, de jongen afkeurend aankijkend. Er klonk gestommel op de trap, waarna Louis’ slaperige hoofd onderaan de trap verscheen.
‘Wat is er?’ vroeg hij verward. Eleanor gaf Louis een kus op de mond alvorens het huis weer in te verdwijnen.
‘Hebben wij vandaag een afspraak?’ vroeg Harry, zijn best doend het meisje te negeren.
‘Nee,’ antwoordde Louis. ‘Toch?’
‘Dat dacht ik ook,’ begon Harry, ‘maar toen stonden er ineens twee mannen voor mijn deur en die beweerden een afspraak met ons te hebben.’
‘Een afspraak?’
‘Ja.’
Louis keek hem ongelovig aan. ‘En nu?’
‘Ze hebben me hierheen gebracht en willen dat jij ook meekomt.’ De oudste streek over zijn kin, riep het huis in: ‘Ik ben zo terug,’ en zei zachter tot Harry: ‘Laat maar ‘ns zien dan.’ Samen liepen ze richting het busje, waarvan de deur onmiddellijk open werd geschoven. ‘Kom binnen,’ nodigde de Kale uit. Louis nam het woord in plaats van te gehoorzamen: ‘Ik geloof dat u zich vergist heeft. Wij zijn vrij vandaag.’
‘Nee, hoor,’ glimlachte de Kale, koeltjes. Er liep een rilling over Harry’s rug.
‘Jawel,’ wierp Louis tegen. ‘Prettige dag verder,’ en hij greep Harry bij de hand om hem terug naar zijn huis te voeren.
‘Ho,’ siste de man, wat beide jongens naar hem deed kijken. De loop van een pistool was recht op Louis’ borst gericht, de man glimlachte breed. Subtiel hield hij het voorwerp vast. Laag, zodat voorbijgangers - die er toch al niet waren - het niet konden zien. ‘Nou, stap maar in,’ beval hij ijskoud. Harry keek Louis aan, Louis keek Harry aan. Hij knikte en daarop betraden beide jongens het autobusje. Eerst Harry, daarna Louis en toen de schuifdeur dicht. Beide jongens moesten over de Kale heen klimmen om plaats te kunnen nemen, waardoor Louis in het midden terecht kwam. De kale legde een hand over zijn been heen, ter hoogte van de knie, en zei: ‘Goed, de rest van de jongens mogen iets vlotter. We raken achter op schema.’
‘En als we weigeren?’ vroeg Harry. De Kale verstevigde zijn greep op Louis’ knie zodanig dat diens gezicht vertrok van pijn, hoewel hij geen kick gaf. ‘Begrepen?’ Beide jongens knikten en de man liet los, bleef hen echter in de gaten houden. Harry realiseerde zich dat hij waarschijnlijk geen kans zou krijgen een noodoproep te maken.
De auto kwam spoedig weer tot stilstand, ditmaal bij Zayn voor de deur. Harry werd de auto uitgedwongen, maar toen Louis aanstalten maakte erachteraan te gaan, werd hij tegengehouden. ‘Je hebt vijf minuten,’ deelde de Kale mede. ‘En je handen blijven zichtbaar - allebei, de hele tijd.’ Hij hoefde zijn dreigement niet af te maken. De combinatie van Louis en het wapen zei genoeg. Met knikkende knieën liep Harry naar Zayns voordeur, belde aan en kwam oog in oog met Waliyha te staan. Heel even overwoog hij haar te vragen de politie te bellen, toen besloot hij dat ze te jong was. Hij wilde niet dat zij erbij betrokken raakte. ‘Is Zayn al wakker?’ vroeg hij dus maar. Tot zijn verbazing knikte het meisje. ‘Wil je binnenkomen?’ vroeg ze hem, waarop hij zijn hoofd schudde. ‘Vraag maar of hij hierheen wil komen.’ Ze knikte opnieuw en verdween het huis in, waar gedempte stemmen klonken, daarna voetstappen en uiteindelijk verscheen Zayn glimlachend in de deuropening.
‘Vas happenin’?’ vroeg hij opgewekt. Harry wriemelde aan de zoom van zijn shirt - realiseerde zich toen pas dat het één van Louis’ gestreepte shirts was.
‘We hebben een verrassing,’ zei hij, zonder Zayn aan te kijken.
‘Jij en Louis?’ vroeg de jongen, afgaande op het shirt.
‘Zo zou je het kunnen zien. Kom je?’
‘Nu?’
Harry knikte en Zayn haalde zijn schouders op, riep zijn zusje gedag en trok de deur achter zich in het slot.
‘Ze had uitval, zeker?’ vroeg Harry, met een gesprek trachtend zijn ongemakkelijkheid te verbergen.
‘Ja,’ beaamde Zayn, maar daarna zei hij niets meer. Zelfs niet over de geblindeerde ramen. Hij protesteerde niet toen hij de Kale zag zitten en over hem heen moest klimmen - hij had zijn wapen weggestopt - en kroop gewillig tussen Harry en Louis in op de achterbank. Het begon krap te worden en Harry vroeg zich af hoe ze er nog twee jongens bij gingen passen, maar hij dorstte het niet te vragen. Het zou snel genoeg blijken.
Reacties:
Asdfghjkl. Ik vind je melding awesome.
de Kale niet. Rot Kale. Omfggg.
Enenen. Het is awesome.
En ik wil verder lezen maarr dat kan nieeet dus NEEEXT.^^
Dit is zo zo zo cool.
Wel stom van Harry dat 'ie niet zegt dat ze de politie moet bellen ofzo. Ja, ze is jong, maar bellen kan toch best? Ik denk dat Zayn straks/misschien dood aantreffen iets heftiger is. Maarja, dat kan Harry ook niet weten. MAAR ALSNOG.
Ik ben benieuwd wie de insider is. ^^