Hoofdcategorieėn
Home » Adam Lambert » Trespassing » [4] Broken English
Trespassing
[4] Broken English
In de weken daarna waren de jongens veel samen geweest, wat in hun geval betekende dat dat ze hun vrijdagavond en zaterdag samen doorbrachten.
Op vrijdag keken ze films, iets waar ze zaterdagmiddag mee verder gingen om ’s avonds naar de club te gaan, waar ze wat dronken en dansten. Dan was er nog de zondag, wat altijd al Jeans minst favoriete dag van de week was geweest - wie staat er in godsnaam om negen uur ’s ochtends om zich vervolgens een uur lang dood te vervelen op keiharde houten banken - maar nu Robbies gezicht om het andere moment voor zijn ogen verscheen was het een echte kwelling geworden.
Gelukkig voor Jean was die dag een vrijdag: ook wel de dag waarop de tijd vreemde dingen leek te doen. Uiteindelijk maar toch was het college afgelopen en kon hij naar huis, waar hij zijn spullen dropte en meteen op weg ging naar de supermarkt - op zich niets nieuws, hoewel hij tegenwoordig aanzienlijk meer tijd in de winkel doorbracht dan daarvoor - om daarna snel thee te drinken voor hij zich in de keuken opsloot in een poging iets eetbaars te fabriceren. Lang voordat de deurbel rinkelde was hij al klaar met de voorbereidingen - zoals altijd eigenlijk - dus ijsbeerde hij wat door het appartement, keek zijn voorraad drank nog eens door en pakte af en toe zijn boek op om het na een paar bladzijdes alweer neer te leggen.
Totdat Robbie voor zijn deur stond, iets later dan gewoonlijk, hoewel dat ook aan hemzelf kon liggen. Jean kon een opgeluchte zucht toch niet onderdrukken toen hij de jongen binnenliet en vervolgens omhelsde.
“Het ruikt hier weer heerlijk,”¯ zei Robbie zodra ze elkaar loslieten.
“En ik ben nog maar amper begonnen. Maar goed, wil je wat drinken?”¯
“Water is prima.”¯ En Jean verdween de keuken weer in om snel daarna terug te komen met twee glazen.
“Geen borrelhapjes vandaag?“ vroeg Robbie quasi-verbaasd.
“Het voorgerecht komt zo.”¯
“Voorgerecht? Wat heb je in godsnaam gemaakt?”¯
“Dat zie je zo wel.”¯
“Je hoeft echt niet zoveel moeite te doen voor mij, een simpele… weet ik veel, steak met doperwtjes en worteltjes zou al genoeg zijn geweest.”¯
“Geen zorgen, ik doe het graag.”¯
Een hoge fluittoon vanuit de keuken verstoorde het gesprek. “Oh, shit, m’n water!”¯ en met die woorden vertrok Jean weer.
“Je water?”¯ vroeg Robbie nieuwsgierig terwijl hij opstond om naar de keuken te gaan. Daarbinnen zag hij Jean in de weer met een grote gele… wat was het eigenlijk? Een kan? Er kwam in ieder geval water uit.
“Wat is dat nou weer?”¯
“Dit?”¯ vroeg de andere jongen toen hij klaar was met het water. “Een fluitketel.”¯
“In de vorm van een eend?”¯
“Goed gezien. Maar hij is echt té schattig.”¯ Gelach klonk door het keukentje. “En nu m’n keuken uit, ik zei toch dat je zo wel zult zien wat we gaan eten.”¯
“Aye aye, Captain. Zal ik de tafel alvast dekken?”¯
“Nee, dat doe ik wel. Stop anders alvast maar een dvd in de speler, ik weet niet hoe lang dit gaat duren.”¯
“Gezellig.”¯
“Sorry.”¯
“Geeft niet, idioot.”¯
Eindelijk maar toch kwam Jean met het servies aanzetten en begon de tafel te dekken, waarbij Robbie hem onmiddellijk toesnelde om hem te helpen. “Was jij geen film aan het kijken of zo?”¯ vroeg Jean terwijl hij het bestek netjes rond de borden arrangeerde.
“Nee, ik heb wat door je kast gesnuffeld,”¯ antwoordde Robbie, zich nutteloos voelend omdat hij vrij weinig kon doen.
“Oh. Nog wat leuks gezien?”¯
“Te veel, ik ga er maar vanuit dat wat jij op zet goed is, dus ik heb vooral tussen de boeken gekeken.”¯
“Als je wilt mag je er wel een paar lenen.”¯
“Hmm, misschien, maar ik heb niet zoveel tijd.”¯
“Komt wel goed. Zolang ik het niet voor school nodig heb hoef ik het voorlopig niet terug.”¯ Jean haalde de lucifers die hij in zijn zak had zitten tevoorschijn en stak de waxinelichtjes die op tafel stonden aan. “Ik denk dat we aan tafel kunnen.”¯
De maaltijd zelf bleek te bestaan uit een carpaccio van rundvlees, met als hoofdgerecht gegrilde zalm met aardappeltjes uit de oven en een sorbet met aardbeien, frambozen en rode bessen na. “Hoe vond je het?”¯ vroeg Jean enigszins gespannen, nadat Robbie de laatste restjes van zijn aardbeiensorbet naar binnen gewerkt had.
“Heerlijk! Echt, het was heel erg lekker. Bedankt.”¯
De jongen bloosde. “Graag gedaan.”¯ Hij pakte de glazen waar het ijs in het gezeten en liep ermee naar de keuken. “Ik ga afwassen, snuffel jij maar weer door de kast, of zet alvast een dvd aan of zo,”¯ zei hij terwijl hij in de deurpost leunde.
“Nee, ik was wel af, jij hebt je al de hele avond uitgesloofd,”¯ antwoordde de andere jongen, terwijl die richting de keuken liep.
“Maar jij bent de gast,”¯ zei Jean terwijl hij Robbies hand beetpakte en hem richting de bank trok. “Zitten, ik was wel af.”¯
“Oké, ik weet het goed gemaakt, laten we samen afwassen, goed?”¯
Jean beet op zijn lip, dit ging niet volgens plan, dit ging helemaal niet volgens plan, maar het was een redelijk voorstel dus hij kon er moeilijk tegenin gaan. “Oké dan, jij je zin, help maar afwassen.”¯
“Ik was wel af,”¯ stelde Robbie voor toen ze het keukentje weer inliepen, maar Jean sprak hem onmiddellijk tegen: “Nee, jij bent de gast en ik heb een ongelooflijke bende gemaakt, dus ik was wel af.”¯
“Geen zorgen, niemand is ooit doodgegaan van een beetje werken en bovendien is het veel makkelijker als jij afdroogt: je weet immers waar alles hoort te staan dus je kunt het meteen opruimen.”¯
“Maar…”¯ Jean wist dat hij geen goed tegenargument kon bedenken.
“Waarom kun je niet gewoon toegeven? Ik begin alvast met het voorspoelen en dan kun jij het fornuis misschien schoonmaken?”¯ Zwijgend begon Jean aan zijn taak, terwijl zijn gedachten meer en meer met elkaar in de knoop begonnen te raken. Hij had zich dit moment meer als een rustpunt voorgesteld, en hoewel hij het niet honderd procent zeker wist, dacht hij dat Robbies aanwezigheid zijn gedachten alleen maar meer door de war zou schoppen.
De afwas zelf had een beladen stemming, tenminste volgens Jean. Hij wist niet zeker of Robbie dit ook merkte, maar dacht van wel. Niet dat er veel ongemakkelijke stiltes vielen, stiltes waar Jean doodsbang voor was, omdat ze de piekerstroom flink op gang hielpen.
Jean vroeg zich af of het afwassen misschien was uitgelopen in een schuimgevecht, zoals je wel eens in films zag, als de stemming wat minder bedrukt was geweest. Maar het feit bleef natuurlijk dat dat in films gebeurde, niet in de realiteit. Even had hij overwogen zelf te beginnen, maar hij had het toch niet gedaan.
Toen alles weer netjes op z’n plek stond lieten de jongens zich op de bank zakken, klaar voor een nieuwe avond vol met films, maar deze keer liep Jean niet naar de kast om daar een stapel met dvds uit te halen. Hij keek opzij, naar die jongen die daar zat en wist wat hij wilde doen, wat hij moest doen, maar juist dat leek een verlammende werking op hem te hebben: zijn keel leek te worden dichtgeknepen en toen hij probeerde om op te staan, alsof er niet aan de hand was, weigerden zijn benen dienst.
“Is er iets?”¯ vroeg Robbie toen hij de jongen zo zag zitten.
Hij probeerde te slikken, wat uiteindelijk lukte en voelde hoe het bloed naar zijn hoofd steeg. Bloosde hij? Hij dacht van wel. Waarom wilde hij het eigenlijk zeggen? Was het wel zo’n goed plan? Ze hadden het net zo leuk samen, waarom zou hij dat verpesten? De normaal zo rustige en vreedzame democratie in zijn hoofd schreeuwde doorelkaar, niet alleen nu, dat deden ze al weken, maar het geschreeuw werd steeds luider en luider en Jean voelde een oorlog opkomen.
“Hé, Jean, gaat het? Wat is er?”¯
Hij slikte weer. Ja, hij moest het zeggen, dat wist hij, maar hij was bang. Waarom begreep hij niet helemaal, deze angst was nieuw, maar hij wist dat het te laat was om te rennen. Het was ook allemaal de schuld van de jongen, van Robbie. Waarom was hij zo lief en zorgzaam? Als hij alleen knap was geweest had hij zich er makkelijk overheen kunnen zetten, en als hij daarnaast alleen een goedde gesprekspartner of zo geweest was ook, maar dit?
“Ik…”¯ begon hij. Ik moet je wat zeggen, kom op, zo moeilijk is dat niet, zeg het! Hij herpakte zichzelf en zuchtte, klaar voor een nieuwe poging. Kom op, je kunt het, hoorde hij nog vlak voor de woorden zijn verlieten. Misschien was dat net het zetje dat het hem liet doen.
“Ik denk dat ik verliefd op je ben.”¯ Hij had het precies zo gezegd zoals het voelde: alsof hij een bal was die bovenaan een helling gelegd was en er in één keer werd afgeduwd. Eén snelle, fatale beweging, eigenlijk meer als ikdenkdatikverliefdopjeben.
Het was eruit. Hij kon niet knipperen en niet ademen, de tijd in de woonkamer leek stil te staan, het was als diepzeeduiken, een onmetelijke stilte en duisternis als een vacuüm.
Een reactie bleef uit. Hij had weer lucht nodig en knipperde weer. Eén adem teug. Genoeg voor een nieuw woord. “Sorry.”¯
Nog een paar seconden bleef de andere jongen daar zitten, verward, wezenloos. Toen pakte hij de ander vast en trok hem stevig tegen zich aan. Twee harten die tegen elkaar aan klopten. Een soort uitstel van executie voor beiden.
Robbie merkte pas dat hij huilde toen ze elkaar weer loslieten. Hij veegde de tranen weg, maar ze bleven komen. Zelf begreep hij het ook niet helemaal. De wereld leek te draaien, alsof de kamer een andere dimensie in was geschoten.
“Wacht,”¯ wist de jongen uiteindelijk uit te brengen. Met zijn hoofd in zijn handen zat hij daar, met duizenden gedachten die in één keer door zijn hoofd probeerden te razen. Was dit een droom? Zou die droom een nachtmerrie worden zodra hij zei wat hij eigenlijk wilde zeggen? Of was dit de realiteit en… eigenlijk wist hij niet precies wat er zou gebeuren als hij dan de volgende woorden zou zeggen. Misschien was het wel een grap, zoals al die anderen grappen waren geweest. Durfde hij?
Hij pakte Jeans handen. Ze voelden solide, ze voelden echt. Hij keek hem aan en de andere jongen keek terug, ook met tranen in zijn ogen.
“Ik denk dat ik ook verliefd op jou ben.”¯
Robbie kuste Jean en daarmee kwam de bevestiging: het klopte, als twee puzzelstukjes die op hun plek vielen.
Reacties:
Scheer je weg, Daan. Dit is niet slecht. Dit is beter dan je vorige hoofdsukken. Stop met zeuren en ga snel verder, won't you?
HET IS ZO SCHATTIIIIG. ZE ZIJN ZO LEUK.
SHIPSHIPSHIP.
Zo. Awesome. Zo leuk geschreven enmenenen.
Next?^^
sklfjglsf. YAYYY. <3
Ik vind dat alles zo lief gebeurd. En ik gebruik het woord lief te vaak. Maar het verhaal is gewoon zo lief en schattig en. kjdlsgjl<3
En inderdaad, dit hoofdstuk is echt niet slecht. ^^