Hoofdcategorieën
Home » Death Note » Coup d'État » Page One: Is This...?
Coup d'État
Page One: Is This...?
“Er zijn sporen die duidelijk wijzen op brandstichting.” Zijn zus barstte uit in tranen. “Het spijt me verschrikkelijk,” ging de inspecteur verder. Sprakeloos staarde Ruiz voor zich uit. “Hebt u enig idee wie hiertoe in staat zou kunnen zijn? Meneer Rivera?” Brandstichting… “Meneer Rivera?” vroeg de inspecteur nogmaals. Hij was een oudere man met grijzend haar, hij droeg een bril en had een nors gelaat. “Mijn excuses, dit nieuws is gewoon… Euh, neen, ik heb geen idee. Mijn vader is, was-” Joana begon nog harder te snotteren. Iemand van de psychologische bijstand nam haar bij de hand en leidde haar de kamer uit. “Mijn vader was een succesvolle zakenman,” ging Ruiz verder. “Hij deed alles volgens het boekje, maar dan nog maak je altijd wel vijanden, mensen die niet tevreden zijn met de gang van zaken.” De inspecteur knikte. “Nogmaals mijn oprechte deelneming, meneer Rivera. Het spijt me dat ik u in deze moeilijke tijden moet lastigvallen met dergelijke vragen, maar u begrijpt vast dat dit noodzakelijk is,” verontschuldigde hij zich. Ruiz stond op en schudde zijn hand. “Sorry dat ik niet zo’n grote hulp ben.” De inspecteur schudde het hoofd: “Geen probleem, neem uw tijd. Hier is mijn kaartje; bel me alsjeblieft indien u nog aan iets denkt.”
“Dus z’n vader sterft en daarom mag hij plots te laat komen?” Ruiz stond net op het punt om de vergaderzaal binnen te gaan toen hij Lars Fehrmann, eigenaar van de oliereus Ixxon, zijn ongenoegen hoorde uiten. “Wat voor naam is Rivera eigenlijk?” ging die spottend verder. Zijn entourage lachte. Ruiz sprokkelde al zijn moed samen en ging de zaal binnen. “Spaans,” zei Ruiz, “Rivera is Spaans, maar ik woon m’n hele leven al hier, in Zürich. Goede namiddag trouwens, meneer Fehrmann.” Fehrmann leek even het noorden kwijt door Ruiz’ onverwachte verschijning, maar herpakte zich meteen: “Ik hoef geen autobiografie.” Ruiz’ vader had hem al op de hoogte gebracht over de brutaliteit van de Zwitserse zakenman. “Beleefdheid kost niets en koopt alles,” had z’n vader steeds gezegd.
“Laten we overgaan tot de orde van vandaag,” zei Ruiz professioneel, “namelijk de overname van Ixxon door Gunvar.” Nu zijn vader er niet meer was, was het aan Ruiz om het bedrijf te leiden: Gunvar, één van de meest succesvolle bedrijven die de wereld ooit gekend had, een bedrijf decennia geleden gesticht door zijn overgrootvader. Gunvar was een oliebedrijf, net zoals Ixxon. De twee waren concurrenten, maar Ixxon had enkele slechte keuzes gemaakt, met een nakend faillissement tot gevolg.
“De deal gaat niet door,” kondigde Fehrmann abrupt aan. Er viel een ongemakkelijke stilte. “Hoezo, de deal gaat niet door?” vroeg Ruiz uiteindelijk kalm. Zijn handpalmen zweetten. Dit waren zijn eerste onderhandelingen, zijn vuurproef als het ware. Dit mocht niet fout lopen. “Je hebt me gehoord.” Fehrmann stond op, wenkte zijn entourage en maakte aanstalten om te vertrekken. “Dit kun je niet maken!” Ruiz begon zijn geduld te verliezen. “Luister hier, snotaap, ik had een mondelinge overeenkomst met je vader, niet met jou,” beet Fehrmann hem toe. “De almachtige Alexander Rivera is dood, en dit bedrijf is gedoemd zonder zijn leiding.” Ruiz voelde de woede in zich opborrelen en balde zijn vuist. Fehrmann bestudeerde hem zorgvuldig en grijnsde. “Welkom in de harde zakenwereld,” grijnsde hij. Toen verliet hij de vergaderzaal. “Kom terug!” schreeuwde Ruiz. “Ik zei, kom terug!”
“Verdomme!” vloekte Ruiz. Hij sloeg met zijn vuist op de massief eiken schrijftafel van zijn vader. “Dit is geen goed nieuws,” zei Heinrich Bruder. Ruiz had de rechterhand van zijn vader niet horen binnenkomen. Hij probeerde zich te kalmeren. “Dit is slechts een kleine tegenslag,” mompelde Ruiz. “Ik vrees dat de aandeelhouders daar misschien anders over zullen denken,” meende Bruder. Ruiz keek verschrikt op. “De aandeelhoudersvergadering is woensdag. Ik stel voor dat je de volgende twee dagen gebruikt om je goed voor te bereiden,” waarschuwde de kleine, corpulente man. Met kleine stapjes verliet hij het kantoor van Ruiz’ vader - nee, van Ruiz, of tenminste, dat was het nu nog.
“Dus ik ben nog geen maand hoofd van dit bedrijf en ze willen me al vervangen… Wat een lef.” Even zakte de moed in Ruiz’ schoenen. Hij opende de ene lade van het bureau na de andere, op zoek naar een fles sterkedrank om zijn verdriet te verdrinken. In plaats daarvan vond hij in de onderste lade een kadertje met daarin een foto van zijn ouders, zijn zus en hijzelf. Hij blies het stof eraf en plaatste het op de hoek van het werkblad. Opnieuw ging zijn hart sneller slaan, begon zijn bloed te koken, en verloor hij alle zelfbeheersing. “Hoe durven ze?!” In een vlaag van woede schopte Ruiz de lade die nog open stond uit het bureau, en de houten schuifbak splinterde uit elkaar. Ruiz voelde zich wat schuldig, maar zijn woede was gestild.
Met tranen in de ogen staarde Ruiz uit de grote glazen ramen van het kantoor naar het Zürichse stadsgezicht. In de reflectie van het glas zag hij iets op de grond liggen. Hij ging op zijn knieën zitten en ruimde de houtsplinters op. Toen vond hij het. Onder de splinters lag een eenvoudig zwart schrift. Ruiz nam het in zijn handen en draaide het om. Een gevoel van angst overweldigde hem, hij liet het schrift vallen en deinsde achteruit, tegen het glazen raam. Stamelend sprak hij: “I-Is dit…?” Het schrift lag voor zijn voeten. Op de pikzwarte omslag stonden de zilveren letters: ‘DEATH NOTE’.
Stunning! Erg goed geschreven, my compliments :3
Misschien een klein tipje om niet alle zinnen schuingedrukt te
zetten. Daardoor lijkt het alsof iedereen fluistert.
Ach, maakt ook niet uit, dit is erg leuk en spannend!
Melding?
xoxo