Hoofdcategorieėn
Home » Adam Lambert » Trespassing » [6] Kickin' In
Trespassing
[6] Kickin' In
Ook al waren ze nu samen, Jean en Robbie bleven naar de club gaan. Niet meer zo vaak als daarvoor, misschien één of twee keer per maand, maar ze kwamen er wel. Vaak waren ze er dan na een uur of twee ook weer zat van en gingen ze samen terug naar Jeans appartement, af en toe kijkend naar de lucht waarin de sterren waren verblind door het licht. Ze dronken wat, dansten, en af en toe sprak Jean wat van zijn oude vrienden en kennissen. En eigenlijk voelde het gewoon te goed: op een openbare plek kunnen laten zien dat ze samen waren.
De jongens waren nog geen drie minuten binnen toen een lange, brede jongen met rood haar op hen afgestormd kwam. “Jean, godzijdank, je bent er. Kom mee, er is iets mis met Amity, ik kan haar niet bereiken. Ik denk dat ze thuis is, maar de deur van haar appartement zit dubbel op slot dus ik krijg hem niet open.”¯
“Fuck. Heb je de politie gebeld?”¯
“Nee, ik weet mijn god niet wat ze daarbinnen allemaal heeft, maar kom nou, misschien laat ze jou er wel in.”¯ Net zo snel als ze gekomen waren, waren ze ook weer verdwenen.
Amity’s appartment lag aan de andere kant van het geïmproviseerde uitgaansgebied dan het centrum, dus in plaats van naar hun fietsen te gaan renden de jongens de hele weg. Ver was het niet, en omdat ze doorrenden waren ze er na een dikke vijf minuten al. Met hun laatste beetje energie stormden ze de trappen op, om vervolgens hijgend aan te komen bij appartement 4F.
“Amity? Ben je daar? Ik ben het, Jean.”¯
Een reactie bleef uit. Luid bonsde Jean op de deur. “Amity, doe open, alsjeblieft!”¯ riep hij. Ook hierop volgde geen enkele reactie. “Amity!”¯
“Dit wordt niks,”¯ zei de roodharige jongen.
“Dan zal je door de deur moeten breken. Check eens of hij op slot zit.”¯ Het was het eerste wat Robbie gezegd had, en de jongen vroeg zich af of Marco überhaupt door had dat hij er was, maar toch luisterde hij en boog naar de spleet tussen de deur en het kozijn.
“Van het slot,”¯ bevestigde hij.
“Amity, doe nou open!”¯ Jeans stem sloeg over van wanhoop.
“Oké, de deur is niet breed genoeg voor drie personen, maar wel voor twee, dus laten wij het samen proberen,”¯ instrueerde Robbie de roodharige. Die knikte bevestigend, terwijl hij Jean uit de weg trok.
“Op drie,”¯ zei Robbie terwijl hij zo ver mogelijk naar achter liep zodat hij een aanloop kon nemen. “Eén. Twee. Drie!”¯ Op het teken stormden beide jongen naar voren en raakten de deur met hun schouder. Met een knal zwaaide hij open en tuimelden de jongen de hal in, waar Marco meteen opstond en richting de woonkamer en keuken rende. Jean volgde, maar hielp eerst zijn vriendje overeind, kuste die op diens wang, zei nog “je bent geweldig”¯ en rende vervolgens die slaapkamer in.
Even dacht hij dat ze te laat gekomen waren, het meisje lag levenloos als een marionetten waarvan de touwtje waren losgeknipt op de rand van het bed, met haar lange blonde haar in een plas kots. Hij snelde naar haar toe en draaide haar om. “Marco!”¯
Het was niet Marco die als eerste de kamer binnengestormd kwam, hoewel het slechts enkele seconden scheelde, maar Robbie, alleen deed deze dat zo stil dat hij pas opgemerkt werd toen Marco het meisje al lang en breed door elkaar schudde terwijl hij schreeuwde dat ze wakker moest worden.
“Rustig,”¯ zei de toeschouwer, terwijl hij de handen van de jongen stevig maar beheerst vastpakte waardoor het meisje weer ging liggen. Toen nam hij haar pols op.
“Er is polsslag, maar het is niet heel sterk.”¯ Hij aarzelde. “Ik heb het wel eens minder sterk meegemaakt, maar ik zou toch zorgen dat ze in een ziekenhuis terechtkomt.”¯
“Dat kan niet, ik weet mijn god niet wat ze heeft gebruikt,”¯ bracht Marco enigszins paniekerig uit.
“Denk je dat ze drugs heeft gebruikt?”¯
“Ik weet het vrijwel zeker.”¯
Robbie zuchtte. “Oké, ik begrijp je punt. In dat geval zit er niets anders op dan bij haar blijven tot ze bijkomt.”¯
Enkele minuten bleven de jongens daar in complete stilte zitten, totdat Jean opstond en naar de keuken liep om een dweil op te halen. Robbie volgde hem.
“God, Robbie, bedankt,”¯ zei Jean nadat hij zijn handen had gewassen. Hij omhelsde de jongen stevig terwijl tranen over zijn wangen begonnen te rollen. Robbie merkte dit en nam de jongen mee naar de woonkamer, waar ze op de bank gingen zitten en hij hem liet uithuilen.
“Ik was zo bang, en jij bleef zo rustig, en…”¯ snikte de jongen.
“Ssh, geen zorgen, het komt goed.”¯
“Denk je?”¯ vroeg hij zodra hij zichzelf genoeg bij elkaar had om de waterstroom, op z’n minst tijdelijk, te stelpen.
Robbie veegde Jean gezicht droog met zijn mouw en zei toen: “Ik denk van wel. Het hangt er vanaf wat ze gebruik heeft, maar het lijkt goed.”¯
“Je bent geweldig, wist je dat? Ik weet echt niet wat we zonder jou hadden moeten doen.”¯
“Het was vast wel goed gekomen. Er is toch niet veel wat we kunnen doen. Ze heeft morgen alleen wat minder op te ruimen.”¯
Even, slechts een milliseconde lang, flitste er een lachje over Jeans gezicht en toen stond hij weer op. “Ja, laten we dat maar doen dan.”¯
Later, toen de kots en drankflessen waren opgeruimd en Amity in een slaapshirt en met schoongespoelde haren in bed lag, zaten de jongens bij haar: de roodharige op het bed, Jean op een stoel ernaast en Robbie kwam net binnen met een dienblad met daarop koffiekopjes.
“Bedankt,”¯ mompelden de jongens toen Robbie hen de warme drank aanreikte, waarna hij zelf ook een stoel pakte en naast Jean ging zitten.
“Is hij je vriend?”¯ vroeg de roodharige jongen.
Jean glimlachte breed. “Ja, de beste die ik me maar kan wensen.”¯
Robbie, ook glimlachend en met twee rode wangen, stond op en strak zijn hand uit naar de jongen op het bed. “Robbie.”¯
“Marco,”¯ antwoordde de jongen terwijl hij de hand aannam. “Dus, jij bent toevallig een geneeskundestudent of zo?”¯
Robbies lach verdween weer. “Nee, helaas niet. Ik ben het huis uit gegaan omdat het niet boterde tussen mij en mijn ouders. Ik heb geen baan, een vaste in ieder geval, ik doe allerlei dingen, en zodra ze me niet meer willen ga ik op zoek naar iets anders. Het is niet ideaal, maar ik kan de huur en eten betalen.”¯
“Ah, oké. Heel erg bedankt trouwens voor daarnet, zonder jou zou zaten we ons waarschijnlijk nog heel erg druk te maken. Maar als je niet studeert, hoe weet je zulke dingen dan?”¯
“Geen dank. Ik wilde altijd al arts worden, dus zodra ik een beetje geld had heb ik een boek over EHBO gekocht en daarnaast is het vooral ervaring. Waar ik woon zuipen mensen zich wel vaker bewusteloos en dan roepen ze mij erbij. Dus, hoe kennen jullie elkaar?”¯
“Marco is mijn ex,”¯ antwoordde Jean, “niks recents, zeker twee jaar geleden, maar we zijn het altijd goed met elkaar blijven vinden. We moesten eigenlijk ook wel: ik kende hem via Amity, hij is haar zus.
Amity komt vaak in de club en we konden het meteen geweldig vinden. Uiteindelijk zagen we elkaar bijna elke dag: we keken films, luisterden naar muziek, dronken, deden een poging tot koken, praatten over van alles en nog wat, make-overs enzovoorts. Ze is mijn beste vriendin.
Ik ontmoette Marco voor het eerste echt in de club en ze bracht ons met de snelheid van het licht samen, wat waarschijnlijk niet moeilijk was aangezien ze voor ons allebei psycholoog speelde. En dat was het wel, denk ik.”¯
“Ah, oké. Zal ik nog wat koffie halen?”¯ De andere jongens knikten bevestigend en gaven hun kopjes aan Robbie, die al snel terugkwam met een nieuwe portie.
“Misschien moet je gaan, Robbie,”¯ zei Jean. “Wij redden het hier wel en ik wil niet dat je je hier door mij de hele avond zit dood te vervelen. Ga maar naar huis, slapen. Dat heb je verdiend.”¯
“Nee, ik blijf hier, in ieder geval tot ze wakker wordt. Mocht er iets gebeuren, dan ben ik er en ik kan verder wel koffie zetten of zo, dan kunnen jullie hier blijven.”¯
“Dat is heel lief, maar dat hoeft echt niet. Je ziet er moe uit, ga maar slapen.”¯
“Ik snap dat je bezorgd bent, maar begrijp alsjeblieft dat ik ook bezorgd om jou ben, en dus ook om de mensen om wie jij om geeft.”¯
“Je bent veel te lief voor mij.”¯
“Hebben jullie enig idee hoe schattig jullie zijn?”¯ merkte Marco op.
Nog later, zo laat dat ze het koffiedrinken al opgegeven hadden en de jongens vooral in stilte naast Amity’s bed zaten. Robbie omhelsde Jean, die hem stevig vastgreep.
“Is er iets?”¯ vroeg de jongen met het warrige haar zacht.
De ander schudde slechts zijn hoofd.
Zonlicht kwam door de ramen van de slaapkamer binnen en de jongen begonnen hun vermoeidheid te voelen, maar weigerden te gaan slapen. Robbie bleef Amity’s pols opnemen, maar kwam tot de conclusie dat haar situatie onveranderd was.
Later maakten de jongen ontbijt, wat ze in de slaapkamer opaten. Pas tegen een uur of twaalf verscheen het eerste levensteken van het meisje: ze kreunde zachtjes in haar slaap en draaide op haar zij.
“Amity?”¯ Geluk klonk in Marco’s stem. Het meisje kneep haar ogen samen en opende ze toen, waarna ze meteen naar haar hoofd greep. Robbie stond al op om water en een aspirine, die hij ’s nachts alvast had opgezocht, te pakken.
“Hier, neem dit,”¯ zei hij tegen het meisje dat nog steeds half slapend in het bed lag. Hij hielp haar omhoog en amper bewust van wat ze deed nam ze de pijnstiller in met het water, terwijl de wereld langzaam terug kwam.
“Jean?”¯ vroeg ze, zodra ze de getinte jongen zag.
“Amity.”¯
“Waar was je, klootzak?”¯
“Het spijt me, het spijt me zo.”¯
“Amity, we waren zo bezorgd. Waarom had je de deur dubbel op slot gedaan?”¯ bracht Marco uit.
“Ik…”¯ antwoordde het meisje met haar hoofd in haar handen. “Kun je alsjeblieft weggaan, Marco? Ik bel je wel.”¯
“Maar Amity!”¯
“Nee, ga weg, alsjeblieft. Ik beloof dat ik zal bellen voor Jean weggaat, oké? Maar ga alsjeblieft weg.”¯
“Snap je dan niet hoe ongerust we waren? Hoe ongerust ik was?!”¯
“Marco, misschien is het beter als je gaat,”¯ zei Jean zacht, “ik zal haar laten bellen, oké?”¯
De roodharige mompelde nog wat en vertrok toen, gevolgd door Robbie.
“Ze lijkt niet te begrijpen wat ze me heeft aangedaan, hoe bang ik was!”¯ riep Marco zodra ze de kamer uit waren.
“Sst,”¯ zei Robbie, terwijl hij een arm om de jongen heen legde, “misschien is het de roes, ze heeft Jean nu in ieder geval even nodig. Ik weet niet precies wat er speelt, maar ik denk dat ze moeten praten, dat dat haar nu het meest kan helpen. En mag ik iets vragen, is ze depressief?”¯
“Ja,”¯ antwoordde Marco met een zucht, “dat klopt, daarom was ik ook zo bang, stel dat ze zichzelf iets aandoet.”¯
“Ze is suïcidaal?”¯
“Ze heeft het nog nooit geprobeerd, maar wie weet. Ik wil haar helpen, maar dat lukt niet, ik voel me zo machteloos, Robbie.”¯
“Dat begrijp ik en dat is heel logisch, maar ik denk dat het feit dat ze om Jean vraagt op zich al een goed teken is: ze wil praten. Daarin zal je haar, in ieder geval nu, moeten laten. We zijn moe, wij allemaal, dus laten we nu naar huis gaan en slapen, oké?”¯
“Dat lukt me toch niet, niet voordat ze belt.”¯
“Oké, ik heb een plan. Ze heeft medicijnen, correct?”¯
“In het medicijnenkastje.”¯
“Oké, dan moet ik sowieso nog naar binnen. Wat als ik met Jean afspreek dat hij je morgen belt, dan laat ik hem ervoor zorgen dat jij morgen ook met je zus belt, ik denk dat dat verstandiger is dan langskomen, of niet?”¯
“Dat denk ik ook. Maar morgen pas, dat is veel te lang! Bovendien kan ik toch zo niet slapen.”¯
“Daar komt punt twee in mijn plan: ik heb slaappillen, redelijk sterk spul: je bent gegarandeerd twaalf uur plat. Als je meegaat naar mijn appartement dan geef ik je er één mee, dan kun je in ieder geval even slapen, oké?”¯
“Ja, prima.”¯
Amity was stil geweest zodra Marco de kamer verlaten had. Robbie observeerde ze met haar grote blauwe ogen terwijl hij haar haar antidepressiva en een nieuwe glas water bracht, maar meer deed ze niet voordat ze de voordeur dicht hoorden gaan en het vervolgens helemaal stil bleef in het appartement. Toen barstte ze in luidruchtig huilen uit.
Jean kwam bij haar op bed zitten en nam haar in haar armen. En zo bleven ze zitten, net zolang tot ze uitgehuild was. Jean liet haar even los om een doos met tissues uit de lade van haar nachtkastje te vissen en gaf haar de zakdoekjes vervolgens aan.
“Sorry,”¯ zei ze terwijl ze haar gezicht droog wreef, om vervolgens haar neus te snuiten.
“Je bent niet degene die sorry moet zeggen,”¯ antwoorde Jean. “Ik ben een klootzak geweest, het spijt me. Het spijt me echt heel erg.”¯
“Ik heb je gemist. God, ik miste je zo erg. Waar was je, Jean? Of nee, laat maar, je kunt het zo wel vertellen, maak liever eerst wat te eten, ik rammel.”¯
Amity hees zichzelf overeind en hield zich aan de vensterbank vast, voor ze langzaam richting de woonkamer strompelde. Jean volgde en liep meteen door naar de keuken, waar hij het koffiezetapparaat aanzette en brood in het broodrooster stopte.
Even later kwam hij de woonkamer binnen met een dienblad met daarop toast met marmelade voor Amity en twee koppen koffie.
Het meisje bedankte hem terwijl ze haar ontbijt aannam en viel vervolgens aan, om na een paar happen te vragen of hij niks hoefde.
Jean schudde zijn hoofd. “Nee, Robbie heeft vanmorgen ontbijt voor ons gemaakt en ik heb nog niet echt honger.”¯
“Ah, en Robbie is de knappe dokter?”¯
“Knap: zeker, dokter: nee.”¯
“Maar hij is wel de reden dat je niet meer kwam.”¯
Jean zweeg. “Ja, dat klopt,”¯ gaf hij toe. “Alles is zo’n puinhoop geworden, het spijt me zo.”¯
“Weet ik.”¯
“Ik wilde komen, ik wilde zo vaak komen, maar het was heel erg druk op de universiteit en ik zag hem in de weekenden. Ik wilde wel naar jou gaan, maar ik was bang hem niet meer te zien, elke keer nadat ik afscheid nam. Het bleef een beetje onwerkelijk, alsof ik ieder moment wakker kon worden uit een droom, of alsof hij een fata morgana was die zou verdwijnen als ik te dichtbij was gekomen.
Ik heb je wel gebeld, vooral in het begin, maar je nam niet op en daarna werd ik bedolven onder een berg werk van de uni. Nog steeds, eigenlijk, maar het einde van het semester is in zicht.”¯
“Was dat de week nadat we elkaar voor het laatst gezien hadden, toen je me belde?”¯
“Ja, toen belde ik veel. Later minder, omdat ik tussen al het werk en gevoelens door amper tijd had om stil te staan en jou te bellen, en als ik het deed, nam je niet op.”¯
“Sorry, Jean, dat was zo’n kutweek.”¯
“Wil je erover praten.”¯
Ze schudde haar hoofd. “Maar vertel, vanaf het begin, ik wil het hele verhaal horen.”¯
En dus vertelde Jean. Eerst over hoe hij de jongen ontmoet had en hoe ze de hele nacht films gekeken hadden en gekust maar niet meer. Toen over hoe teleurgesteld en eenzaam hij zich had gevoeld toen Robbie er het weekend erna niet was geweest en hij dacht dat hij hem nooit meer terug zou zien, waarna Amity zich nogmaals verontschuldigde. Het verhaal ging verder, van het dansen tot de weekenden die vol zaten met Robbie, films en lekker eten. De avond waarop hij het eindelijk had durven zeggen volgde, en tenslotte de weken erna, tot ze uiteindelijk bij de vorige avond waren aangekomen.
Toen hij uitverteld was boog Amity zich voorover en omhelsde hem stevig. Een glimlach sierde haar gezicht toen ze weer losliet. “Ik ben zo blij voor je, Jean. Robbie lijkt echt een hele lieve jongen, wees zuinig op hem.”¯
“Dat is hij ook. Soms vraag ik me echt af of er geen vergissing is gemaakt. Robbie verdient iemand die veel aardiger is dan ik, die veel meer om anderen denkt.”¯
“Maar hij wil jou. Heb je gezien hoe haar naar je kijkt? Het is echt heel erg schattig. Hoe jij naar hem kijkt ongetwijfeld ook, maar dat werd een beetje teniet gedaan door de paniekstand. Jullie moeten echt samen eens langskomen.”¯
“Of kom naar ons. We hebben eten, films en een slaapplek.”¯
“Om vervolgens de hele film te kijken naar hoe jullie elkaar aflebberen? Nee, bedankt.”¯
“Dat hangt er vanaf hoe goed de film is. Maar wat heb jij gedaan de afgelopen maanden?”¯
“Och, niet zoveel, eigenlijk. Het was hier en daar wat hectisch op het werk en veel overuren en ik moest tijdelijk de weekend shift overnemen, maar dat is gelukkig net voorbij. Meer is er eigenlijk niet gebeurd.”¯
“Zal ik nog wat koffie halen? En moet je nog een aspirine?”¯
“Ja, haal allebei maar. En Jean, ik weet dat je moe bent, maar zou je misschien ook een film kunnen pakken en die samen met me willen kijken?”¯
“Natuurlijk. Wat voor film?”¯
“Maakt me niet uit.”¯
Tien minuten later zaten ze samen op de bank met een deken over zich heen, een grote mok koffie voor zich op tafel evenals alle chocola die Jean had kunnen vinden, en drukte de jongen op play.
Reacties:
Definetly mee eens!
Ik go 'm spacen geloof I! Zo fabuleus, really waar!
Way to introduce a new character! Ze heeft echt een geweldige naam by the way. Neeeeeeeeeeext. (:
whooohhh. Amazing chapter. En. Wat Bodine zegt, ze heeft echt een geweldige naam. (: