Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Aidan & Dewi the lost future » Hoofdstuk 2
Aidan & Dewi the lost future
Hoofdstuk 2
“Kom op je vindt het vast Leuk.”¯
Tibbe, mijn oudste broer, geeft me een duwtje in de richting van de grote groep mensen.
Er is een jongen bij van ongeveer twee jaar ouder dan ik. De rest is rond de dertig. Ik verbaas me over de leeftijdsverschillen. Ik bedoel. Er zitten twee kinderen waar onder ik van af nu bij een groep van mensen rond de dertig.
Zenuwachtig Loop ik stapje voor stapje naar de groep toe. Wat nu als ik door die ene jongen gepest word? Of in elkaar geslagen? Zo als bij scholen waar ik heb gezeten.
Ik huiver en verschuif mijn zware rugzak op mijn rug.
De jonge jongen stapt naar mij toe. Hij is dus ook al een kop groter dan ik. Als hij voor me staat grijnst hij. Iet wat angstig kijk ik hem aan.
“Welkom op survival club ‘het regenwoud.’”¯ Zegt hij terwijl hij zijn hand uit steekt.
Aarzelend neem ik hem aan. We schudden onze handen. Hij klopt op mijn schouder als of we elkaar al jaren kennen.
“Ik heet Aidan, hoe heet jij?”¯
Hij glimlacht twee rijen perfecte tanden te voorschijn. Ik glimlach waterig terug en kijk over mijn schouder naar mijn twee oudere broers, Christian en Tibbe.
Ze knikken bemoedigend naar me toe.
“We gaan!”¯ Schreeuwt een man.
Hij heeft duidelijk de leiding. De groep komt in beweging, langzaam maar zeker vormen er groepjes van twee of drie mensen. Ik loop helemaal achter aan en alleen. Totdat Aidan naast me komt lopen. Hij zegt niets maar kijkt om zich heen naar het bos. Ik heb het gevoel dat ik deze groep alleen maar tot last ben. Onwillekeurig zucht ik. Aidan kijkt me verbaast aan.
“Is er iets?”¯ vraagt hij.
Ik schud van nee.
“Nee, niets”¯ mompel ik afwezig.
“Oké dan.”¯ hoor ik hem mompelen.
Het is avond geworden. Er brand een kampvuur. Er om heen staan allemaal tenten waar mensen voor zitten. Ik laat mijn ketting met een medaillon er aan door mijn vingers heen glijden. Het medaillon is open geklapt. Er zitten twee foto’s in. Die van mij, mijn broers, en mijn vermoorde ouders. En eentje van mij en mijn overleden beste vriendin, Lowis.
“Misschien is het beter als je gaat slapen.”¯ Zegt een hese stem.
Ik kijk op naar Aidan. Ik knik. Met een snelle beweging hang mijn ketting om mijn hals. Ik kruip mijn tent in. Stil luister ik naar het zachte gepraat van de mensen hier en het knetteren van het kampvuur totdat ik in slaap val.
Het is ochtend. Ik wrijf in mijn ogen en voel de harde grond onder mij, Even snap ik niet wat er aan de hand is. Dan weet ik het weet… Survival. Ik kleed me even om. Meerdere malen stoot ik mijn hoofd tegen het tentdoek aan en val ik op mijn achterste om dat ik mijn evenwicht verlies. Niet handig dus in een tent om kleden. Ik kruip uit mijn tent en volg het voorbeeld van iedereen en breek de tent af. Ik prop de laatste tent stokken in de zak en bind het vast aan mijn rugzak. Ik had op internet gelezen dat het maximale wat een vrouw mag dragen in een rugzak twaalf kilo is. En dat is al veel… Ik loop naar Aidan toe. Hij laat een in elkaar geflanst ontbijt zien. Echt vrolijk word ik er niet van. En ik ben nog steeds een beetje bang van de lange jongen. Hij zucht.
“Wat is er nou?”¯
Het komt er een beetje lomp uit.
“Wat bedoel je?”¯ vraag ik vermoeid.
“Nou gewoon, je lijkt… Bang voor me”¯ zegt hij na een stilte.
“O het is… Gewoon…”¯ verzucht ik.
“Je kan deze mensen vertrouwen”¯
Hij kijkt me doordringend aan.
“Goed”¯
Ik zucht.
Hoe kan hij mij zo snel over halen? Mijn adem gaat wat sneller en ik kijk om me heen… Alleen Lowis wist van het gepest op school.
“Ik… Het is gewoon dat…”¯
Ik begin te stotteren en te snikken. Waarom moest hij net dat naar boven halen? Waarom!? Hij kijkt naar mijn medaillon.
“heeft het te maken met die foto’s?”¯
Hij heeft ze gezien. Galmt er door mijn hoofd heen.
“ja”¯zeg ik met een klein stemmetje.
“Dat zijn mijn ouders, mijn broers en mijn beste vriendin Lowis. Mijn broers zijn de enige die nog leven…”¯
Mijn schouders beginnen te schokken, en de tranen stromen over mijn wangen heen.
We praten nog een tijdje door. Hij lijkt woedend om wat de pestkoppen me aan gedaan hebben…
Ik kijk Aidan ondanks alles verdrietig aan. Iemand die het begrijpt. Hij klopt weer even op mijn schouder. We gooien zand op het kampvuur.
“We gaan weer op pad!”¯ Schreeuwt de leidinggevende man.
Ik hijs mijn rugzak op mijn rug en loop naast Aidan terug.
Dit was een introductie weekend blijkbaar. Ik heb gehoord dat het normaal altijd iets van een week lang is. Ik loop zwijgend naast Aidan. Maar ik merk dat nu ik een heleboel -nog steeds niet alles- heb vertelt dat het oplucht. Dus is er geen ongemakkelijke stilte meer tussen ons. Maar eerder een respectvolle stilte.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.