Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » The beginning of a hole new life » Hoofdstuk 1
The beginning of a hole new life
Hoofdstuk 1
Ik kwam thuis van school, alweer een keer geschorst.
Sorry hoor maar ik laat me niet in het gezicht spugen door zoon huppeltrut.
Ik sloot zacht de voordeur achter me in de hoop dat niemand me hoort.
Maar ja te vroeg gejuigt.
Peppy (zo heet mijn stiefmoeder) stond me al op te wachten in de deur opening van de woonkamer.
''Wat ben jij vroeg thuis?'' vroeg ze met een iritand hoor stemmetje.
Waarschijndelijk heeft school naar huis gebelt zoals gewoonlijk.
Voor ik ook maar één woord had kunnen zeggen had ik al een vlakke hand tegen mijn rechter wang op hangen.
''jij kunt ook niks goed doen he, je bent gewoon een grote mislukkeling.'' riep ze. Deze woorden was ik wel gewend hoor ik hoorde ze dagenlijks maar toch deden ze pijn en niet zon beetje ook.
''Ga maar naar boven en ik ik wil je niet meer zien, en vanavond kun je het eten wel vergeten. En je gaat al helemaal niet naar dat stinkhok.'' tripte ze verder.
''Heb je me gehoord?'' riep ze naar me.
Rustig knikte ik.
''Ik hoor niks'' schreewde weer.
''Ja moeeder.'' zei ik zacht. Ja je hoord het goed ik moet moeder tegen dat kreng zeggen.
Meteen stromde ik de trap op en gooide de deur met een klap achter me dicht.
Ik gooide de boekentas in de hoek, die had ik toch niet meer nodig de komende week.
Ik zsloot mijn kamerdeur af zodat niemand binnen kon komen.
Daarna liep ik naar mijn eigen badkamer en keek in de spiegel naar mijn wang.
Mijn rechter wang was helemaal rood met een snee die er dwars overheen liep, waarschijndelijk van haar ring.
''dat is morgen blauw.'' mompelde ik in mij zelf.
Ik lipe weer terug naar mijn kamer en klede me om van een skinny jeans naar een joggingbroek en mijn oversized sweather naar een strak naveltruitje met een vestje erover heen.
Uit mijn kast greep ik nog mijn sporttas en deed mijn schoenen aan.
Vanuit het raam kon ik naar de regenpijp waardoor ik me omlaag liet glijden.
Ik begon mijn weg naar de bokshal te joggen zodat ik me al niet meer hoef op te warmen daar. Waarschijndelijk was mijn vader niet thuis anders was het nog wel erger geweest.
Ik liep de deuren van de hal binnen.
''Ruzie?'' Zei Ed de concierge glimlachend. Hij was de aardigste man die ik ooit heb gekent.
Hij is dan ook de enigste die het weet van mijn thuis situatie.
''Valt het zo erg te zien dan?'' zei ik grijnzend en ging naast hem op de bank zitten.
''Waarover nu weer?'' Ik trok mijn vestje uit en gaf 1 paar rooie bandagen aan Ed die ze me omdeed.
''Nou ik ben weer geschorst op school, dus heeft school natuurlijk naar huis gebelt. Waarschijndelijk was mijn vader niet thuis alleen Peppy dus schold ze weer en kreeg ik weer een klap, niet zo erg dit keer zal hoogstens 2 dagen blauw zijn meer niet. En die snee trekt ook wel weer weg dus dat word morgen flink wat make-up dragen op mijn verjaardag.'' Ed zat de heletijd aandachtig te luisteren en knikte af en toe afkeurend terwijl hij mijn bandages omdeed.
Mijn bandages waren na het nog wat onzin klaar dus stond ik op.
'' Wacht ik heb nog wat voor je.''
''Waarvoor?'' '' Je zeventiende verjaardag morgen suffert'' zei hij lachend.
'' Ed je we..'' ik werd meteen afgekapt door hem.
'' Ik wil niks horen, hier.''Hij haalde een klein zwart doosje uit zijn zak met een rode strik eromheen.
Voorzichtig maakte ik het open het zag namelijk duur uit.
''O mijn goed Ed, het is prachtig.'' Het was een zilver kettinkje met een naamplaatje waar met sierletters Dany op stond en een beeltje van een zilvere bokshandschoen.
''Kom hier dan doe ik hem om.'' Ik gaf Ed het doosje met de ketting en hij deed het me om.
''Het is perfect danke.'' ik gaf hem nog een dikke knuffel waarna ik ging trainen.
''Morgen verbied ik je te komen.'' Riep Ed nog voordat hij wegging.
Ik stak mijn duim omhoog en lachte nog een keer voordat ik weer verder ging.
Ik heb zo ongeveer 2 en een half uur getraint waarna ik moest stoppen omdat de hal ging sluiten.
Het was half elf, om mijn lichaam weerte laten afkoelen joggde ik weer naar huis en klom ik weer naar boven.
Gelukkig hadden ze het niet gemerkt dat ik weg was.
Ik douchde me nog effen snel voordat ik in bed stapte en vielt toen als een blok in slaap.
Benieuwd wat me morgen te wachten stond.
wow aanklagen dat mens