Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » De Hongerspelen » Hunger Games Story's [One Shots] » Gegijzeld in het Capitool ~ Peeta

Hunger Games Story's [One Shots]

4 dec 2012 - 18:47

796

0

236



Gegijzeld in het Capitool ~ Peeta

Ik luister hoe een bewaker Johanna hardhandig in haar cel gooit. Het meisje naast haar stopt met vloeken, ze is al uren bezig. De woorden schoten in een vreemde taal uit haar mond. Ze gooit haar zwaar gebruinde armen in de lucht uit pure frustratie. Haar ogen dwalen naar de bewaker, dan naar mij. Ze grijnst.
Ze zet haar gezicht tegen de tralies, haar knokkels worden wit, "Waar kijk je op Bakerboy?"

De woorden zijn scherp, scherper dan Johanna's als ze pijn heeft of haar buik vol heeft van het Capitool. Haar lange bruine haar is glanzend en vol met bladeren en takjes. Krassen bedekken haar armen, verdwijnen naar beneden in haar nauwsluitende zwart shirt waar de mouwen zijn afgescheurd. Haar broek is ook strak rond haar benen getrokken, de spiermassa tonend. Haar schoenen en sokken zijn afgenomen, haar voeten zijn kaal en ik zie het eelt op haar tenen en de hielen als ze haar voeten toen optilt. Haar neus petite, haar ogen donker bruin, haar jukbeenderen hoog, haar wimpers lang, schaduwen op haar wangen gooiend als ze knippert.

Ik laat mijn ogen naar de grond zakken en ze lacht manisch, 'Sorry,' mompel ik.
Deze mensen blijven niet erg lang. Zij verzetten, bedreigen het Capitool, net als Johanna doet. Het enige verschil is dat het Capitool Johanna nodig heeft, in tegenstelling tot deze andere gevangenen. Johanna is nodig, want als we in staat waren om iets te plannen, zou ze het weten, de sappige details hebben. En ik ben hier, omdat ze denken dat ik iets weet. Dit meisje kan hier een dag blijven ,en de volgende verdwenen zijn; Geëlectrocuteerd in voor mijn ogen. Het gebeurt vaker wel dan niet.

"Je bent Peeta Mellark, is het niet?" als ze het zegt wordt haar stem zacht, haar vingers ontkrullen zich van de tralies.
Ik schraap mijn keel: "Ja."
"Geen woorden voor mij, hè?' Haar Nederlands fantastisch voor het zware accent dat ze op haar tong heeft, maar het lijkt bijna te verdwijnen wanneer ze praat in onze taal.
"Wat moet ik dan zeggen?' Mompel ik grimmig.
"Speak up jongen, je komt nergens als je geen gebruik maakt van je woorden," , een glimlach verspreidt zich over haar gelaatstrekken.
"Heb je een probleem?" Snauwt Johanna, haar stem nog steeds traag en de pijn is er in te horen, "Laat hem zijn. Hij weet hoe deze dingen werken. "
Het meisje kijkt om zich heen, haar grote bruine ogen gaan over de andere cellen, haar ogen blijven op de cel naast me voor een moment te lang. Ik trek mijn wenkbrauw op. Is er iemand binnen?
"Wat voor dingen? Hoe welke dingen werken? "Ze bijt op haar lip, ze is opeens veel minder stoer. .

"We zijn hier langer dan jij ooit zal zijn," zegt Johanna, leunend tegen de tralies van haar eigen cel, "Op een dag, zul je gewoon verdwijnen, er zal niks meer van je achterblijven. Gewoon botten en bloed. "
"En hoe zit het met jullie twee?' Het meisje draait haar hoofd naar me toe.
"Het Capitool," Ik begin, "weet dat we iets gedaan. En ze weten wat we deden. Maar ze weten niet hoe we het deden. Hoe we rond hun verdediging konden komen. "

"Hoe heb je er om heen gegaan?" Iets klikt in mijn hoofd en ik kijk naar Johanna. Haar blik zegt hetzelfde. 'Zou ze niet willen weten'
Ik bijt op mijn lip, 'Verdomd Capitool en hun trucs.'
Haar ogen lachen een beetje, 'Vertel haar niet dat alles, vooral met die bewaker.'
Ik rol mijn ogen, 'Echt? Ik was net gaan om alles wat ik weet te zeggen.'
Ze pakt het sarcasme, en rolt met haar ogen, 'Heel grappig, Mellark. "
"Wat is?" vraagt het meisje nieuwsgierig. Wordt verteld dat je gaat sterven en je kunt niets doen om te stoppen.
"Niets, 'zeg ik, beseffen dat we gewoon een hele conversatie met onze ogen hadden," Helemaal niets. "

"Dus chicky, ook een naam?" vraagt Johanna, intens starend naar me, alsof ze probeert om het meisjes reflectie in mijn ogen te zien.
"Marina", zegt ze, "En jij?"
"Kom je uit vier?" Johanna negeert haar vraag.
"Nee. Ik ben niet van hier. "
"Niet van hier?" Ik stik bijna in mijn eigen woorden. Hoe kon ze niet van hier zijn? Waar anders kon ze vandaan komen? Er is niets buiten de grenzen van het Capitool.

"Ik kom uit een vluchtelingenkamp ten noorden van hier. Jouw Capitol haat ons, zoals ze alle buitenstaanders haten. Ze kwamen in de nacht, doodde iedereen behalve ik. Ze hebben niet mij niet vermoord, omdat ze weten dat er meer van ons zijn," Haar stem wordt gepijnigd een ogenblik denkt ze aan wat er gebeurd is, de herinneringen doen de ronde in haar hoofd. "Ze zullen mij niet doden. Nog niet. "

"Hoe eerder hoe beter," snauwt Johanna: "Dan hoeven we niet de hele tijd naar jouw bullshit te luisteren."
Dan komt er een bewaker me halen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.