Langzaam aan raakte onze tranen op. Gebroken en met pijn in ons hart kijken we elkaar aan. Langzaam staan we op. Rosanna kijkt me aan. Ineens vlieg ik haar om haar nek en begin haar te knuffelen. ´Bedankt´ fluister ik haar toe in haar oor. Een zachte grinnik verlaat haar mond. ´Daar zijn we toch vriendinnen voor´ gniffelt ze me. Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht. Na onze kleding uitgeklopt te hebben van het stof lopen we arm in arm terug naar mijn huis. Zachtjes open ik de deur en stappen we langzaam naar binnen. Het is al 10 voor 12, op een donderdagavond. Mijn ouders zijn waarschijnlijk al naar bed toe. De hele week ben ik al niet naar school geweest. Vind je het gek. Nou ik niet, en veel kan het me ook allemaal niet meer schelen. Ik kan toch nog alleen maar aan hem denken. Al dagen loop ik erbij als een zombie. De wallen onder mijn ogen worden met de dag groter en mijn huid grauwer van het slaap te kort. De twinkeling is uit mijn ogen verdwenen. Afgelopen maandag was zijn begrafenis. Dat is de dag dat ik officieel ben ingestort..