Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Schaakspel » Kathryn
Schaakspel
Kathryn
Het paste net aan, met zijn tweeën, onder het bed. Het was donker op een enkele streep licht na, niet genoeg om elkaar werkelijk te kunnen zien. In Harry’s hoofd maalden duizenden vragen. Wat als ze haar niet konden zien? Wat als ze misgrepen? Wat als alles misging? Er waren zoveel dingen, zoveel scenario’s, zoveel mogelijkheden. Tik, tik, tik. Hij kon er niet tegen dat hij geen klok bij de hand had, dat hij niet wist hoe laat het was. Wat als ze niet in deze kamer sliep? Wat als ze het doorhadden? Zayn was alleen en niemand wist ervan en ze konden hem makkelijk betaald zetten wat hij - nee. Nee, nee, niets en nee. Deborah had niets in de gaten. Ze wist niet dat Zayn haar het zakmes af had genomen, zodra ze haar broek uit had getrokken. Ze wist het niet, vertelde Harry zichzelf. Onmogelijk.
‘Harry?’ vroeg Louis na een poosje. De jongen schudde zijn hoofd, fluisterde zachtjes: ‘Wat?’
‘Ik ben bang.’
‘Nee, nee,’ wierp Harry fluisterend tegen. ‘Het komt wel goed.’
‘Maar wat als -’
‘Nee, alles komt goed.’
Louis zuchtte, realiseerde zich waarschijnlijk dat Harry emotioneel niet instaat was toe te geven aan de mogelijkheid van een slecht einde. Het bestond niet. Natuurlijk bestond het niet.
Het bestond wel. Maar nog niet, eerst moest ze komen en er waren nog niet eens voetstappen geweest. Nog niet. Harry telde in zijn hoofd, maar hij werd er alleen maar opgefokt van. Hoelang kon het duren? Het kon niet lang duren. Het kon heel lang duren. Hij zuchtte, net op het moment dat hij dacht iets te horen. Louis hoorde het waarschijnlijk ook, want hij kneep ietwat te hard in Harry’s hand. Daar lagen ze dan, onder het bed van een meisje dat ze nauwelijks kenden, een mes in de aanslag. Waar waren ze mee bezig?
Een spel, zei Harry tegen zichzelf. Ze waren een spel aan het spelen en de voetstappen waren de zandloper. Elke stap een korrel zand die van het bovenste gedeelte van de zandloper overging in het onderste. Tik, tik, tik. Drup, drup. Bijna. Steeds dichterbij, steeds minder zandkorrels.
Tot de deur openging. Licht kwam naar binnen en beide jongens knepen onwillekeurig hun ogen dicht. Tegen het licht, maar ook tegen haar. Ze wilden haar niet zien. Als ze haar niet zagen, konden ze doen alsof het allemaal niet echt was. Ze waren niet werkelijk een moord aan het beramen als zij er niet was. En misschien was het ook wel een heel klein beetje angst. Omdat, zodra zij de deur achter zich dichttrok, beide jongens wisten dat die niet meer open zou gaan voor minstens één hart was gestopt met kloppen. Beiden hoopten ze op het hare, maar ze konden nergens zeker van zijn.
Dof plofte haar kleding op de grond, haar schoenen ketsten tegen de vloer, het bed kraakte toen ze erin kroop. Gelukkig zakte de lattenbodem nauwelijks door, zodat Louis en Harry niet bekneld kwamen te zitten. Het ging de goede kant op, hoewel er op de gang nog voetstappen klonken. Hakken en gympen. Het wachten was op Zayn, die het sein zou geven. Zayn, die door zou gaan, mocht Harry daar niet meer toe in staat zijn. Zayn. Liep hij voorbij? Waren het zijn gympen die zachtjes op de grond neerkwamen, die schaduwen trokken in de streep van licht onder de deur? Enkele tellen later waren ze weer weg. Er waren nog steeds voetstappen. De schaduwen konden van iedereen geweest zijn, maar hij vertelde zichzelf dat ze van Zayn waren, omdat dat betekende dat die nog in leven was, veilig. Ze leefden allemaal nog.
Het duurde een paar minuten voor Zayn in de lach schoot, hard, op de gang, waarna zijn voetstappen hem in toptempo wegvoerden. Even later was het licht uit en was het doodstil. Geen voetstappen meer. Kathryns ademhaling was regelmatig en dat was goed, in principe, want dan sliep ze bijna. Toch was het niet goed, want er was nog ademhaling. Die moest weg. Harry pijnigde zijn hersenen over het juiste moment om er een einde aan te maken, maar hij kon niets bedenken. Jade en Floor hadden ook niets kunnen bedenken en Zayn ook niet, en aan Louis hoefde hij het niet eens te vragen. En toch was het Louis die straks zou beginnen, die aan de buitenkant lag. Zonder teken, zonder waarschuwing. Het kwam neer op blind vertrouwen.
En zo gebeurde het ook. Doodstil wist Louis zich onder het bed vandaan te werken, zonder ook maar het kleinste geluidje te maken. Harry kon alleen maar hopen dat zijn vriend in één keer goed greep, terwijl hij zelf ook onder het bed vandaan kroop. Hij ging er vanuit dat het goed was gegaan, want hij hoorde Kathryn gesmoord tegenstribbelen, heel even, terwijl hijzelf op de tast haar hals zocht en in toptempo het lemmet op haar keel plaatste. Zo hard mogelijk duwde hij, voor zichzelf maar ook voor haar, want hoe eerder het gedaan zou zijn, hoe eerder zij zou stoppen met lijden.
Hij wist niet precies hoe hij het moest doen, probeerde maar wat. Drukken, zagen, steken. Het meisje spartelde. Alsof haar leven er vanaf hangt, dacht Harry bij zichzelf. Louis hield haar tegen en hij was vele malen sterker dan zij, dus kon ze niets doen. Toch bleef ze proberen, wanhopig, steeds minder fel, tot ze uiteindelijk ophield.
Louis liet haar niet los, Harry ontspande zich niet. Voor het geval dat ze het acteerde en een tegenaanval in gedachten had. Waarschijnlijk niet.
Harry’s handen waren warm van het bloed en hij walgde bij het idee, omdat het hem zo schuldig deed lijken. Omdat hij schuldig was. Hij realiseerde het zich pas toen Louis zijn greep verslapte. Hij had iemand vermoord. Heel even vergat hij adem te halen en werd hij benauwd, toen herpakte hij zichzelf. Het was zelfverdediging. Indirecte zelfverdediging, dus het was rechtvaardig.
Louis voelde aan Kathryns pols, zoals afgesproken. Harry zag het niet, maar wist het wel. ‘Niets,’ fluisterde Louis vervolgens, waarop beide jongens zich richting de deur verplaatsten. Ze luisterden even, half om half verwachtend dat een leger meiden hen op stond te wachten om wraak te nemen. Ze hoorden niets, dus openden ze uiteindelijk de deur en er was niets. Helemaal niets.
Zo stil mogelijk begaven ze zich door de gang. Het ging aardig, want ze hadden hun schoenen van te voren al in de slaapkamer gedumpt, waardoor ze op blote voeten liepen. Toen er voetstappen klonken dacht Harry in de eerste instantie dat het Louis was of, desnoods, hijzelf, dus hield hij onwillekeurig zijn pas in. Louis botste zachtjes tegen hem op en produceerde daarbij een soort van verbaasde uitroep, maar dan heel stil en ingehouden. De voetstappen klonken nog steeds, dus er was nog iemand in de gang. Ze konden alleen maar hopen dat ze hen niet gehoord had, dat ze niet tegen hen op zou lopen. Hoe groot was de kans? Op de tast ging Harry op zoek naar de muur, vond deze en drukte zich tegen het koude oppervlak aan. Louis volgde hem niet. Hij voelde het, hoorde het. Louis kwam niet. Met ingehouden adem luisterde Harry naar de voetstappen, hoorde dat ze steeds langzamer werden, dat het meisje uiteindelijk tot stilstand kwam. Of de jongen, hoewel hij aannam dat Zayn iedereen tegen zou houden.
Het gebeurde allemaal heel snel, ineens. Alweer. Hij hoorde het alleen maar, probeerde zoveel mogelijk van de geluiden te begrijpen zonder iets te zien. Hij hoorde voetstappen en een uitroep van angst die al snel gesmoord werd, en toen hoorde hij geworstel en nog meer geworstel en het ging maar door. Hij wilde Louis’ naam roepen, fluisteren desnoods, maar hij realiseerde zich heel goed dat hij daarmee het risico zou lopen zijn vriend te verraden. Heel even dacht hij erover te hulp te schieten, maar dat was ook geen goed idee. Hij wist niet wat er stond te gebeuren en hij was blind, zag letterlijk geen hand voor ogen. Alleen het geluid vertelde hem wat er gebeurde en aangezien Louis nog geen enkel geluid had geproduceerd - buiten dan een licht ingespannen gehijg - leek het hem in orde. Hoopte hij dat het in orde was. Het moest in orde zijn.
Toen de worsteling tot een einde kwam, hoorde hij weer voetstappen. En een dof, slepend geluid. Het is zij, dacht hij, hoopte hij, zij is het. Niet Louis. Niet Louis die over de vloer gesleept werd, maar de voetstappen voerden richting de slaapkamers in plaats van richting de trap.
Tot dan toe was hij in staat geweest de paniek te bevechten, maar daar kwam een eind aan. Hij voelde zijn hart in zijn keel bonken en stond daadwerkelijk op het punt om Louis’ naam door het huis te gillen. Het enige wat hem tegenhield was het idee dat hij zichzelf zou verraden. Of het nou Louis was, of het meisje, één van de twee was in zo’n zwakke staat dat ze zonder tegenstribbelen over de vloer gesleept kon worden. Er was geen redden meer aan, wie het ook was, en als het Louis was, dan kon hij beter zorgen dat hij zichzelf wel zou redden.
In principe kon het Louis niet zijn. Hij was veel sterker dan Harry, dan Liam - dan hun allemaal. Dan was hij ook sterker dan de meiden, geen van hen zag er erg sportief of gespierd uit, dus konden ze Louis onmogelijk verslaan in een fysiek gevecht. Wapens hadden ze niet, wapens konden ze niet hebben.
Er ging een deur open, en weer dicht, en toen was het stil. Harry stond in zijn eentje op de gang, plotseling met vochtige ogen. Hij kon er niets aan doen, het idee dat Louis - nee. Nee, nee, nee.
Er ging weer een deur open. Dezelfde? Het meisje? Had ze hem dan toch ontdekt? Of was het iemand die op de schreeuw van het meisje afkwam? Een beetje laat, maar misschien had ze eerst het grootste gevaar afgewacht, of zoiets. Nee. Nee, het was Louis. Het moest Louis zijn. Harry bleef tegen de muur aangeplakt staan, uit alle macht trachtend geen geluid te maken, maar de tranen die in toptempo over zijn wangen stroomden maakten het er niet makkelijker op. Het was niet eens verdriet, het was paniek. Blinde paniek. Ik ga dood, dacht hij. Ik ga dood.
Reacties:
omfg ... das ook een leuke gedachte: ik ga dood.
Snel verder! je beschrijft de spanning perfect!
Note voor het lezen: ik denk niet dat Kathryn haar hoofdstuk gaat overleven.
En ik kreeg gelijk. Maar het was dan ook nogal een open deur.
KRENG! Ik haat je. Waarom doe je me zo'n verschrikkelijke cliffhanger aan?
Heb je trouwens enig idee hoe goed dit geschreven is? Want serieus, mein Gotten, het is echt heel erg goed. Echt, wauw. Maar ik wil nog steeds heel snel het volgende hoofdstuk. Ga eens posten, jij.
Holy. Holy fuck.
Ik kan wel gaan quoten - maar dan kan ik zo'n beetje heel dit hoofdstuk quoten.
En ik weet niet eens wat ik moet reageren want "awesome" is nogal een understatement. Dit is zo zo geweldig, Bodine. Echt. Wauw. <3
HOLYMOLYJEZUS. o____O
Wat kan jij het spannend maken zeg! Mijn hart bonkte
gewoon in mijn keel (nog steeds o_o)
En jij. Met je STOMME cliffhanger. En dat ik dit nu pas lees. O__o
Mijn god. Ze hebben iemand vermoord. Helleluja, they just actually did!
OMG. En nu? Is het Louis? Of iemand anders? HELL HELL HELL.
Je zorgt er gewoon voor dat ik nu mijn laptop wil weggooien
van frustratie, want ik wil weten wie het is en als je Lou of Harry
dood laat gaan dan vind ik dat heeeeeeeeeeeel gemeen. (:
Maar. Ga je alsje alsje alsje alsjeblieeeeeft snel verder?
Trouwens. Ik vind het écht heel knap hoe je de spanning erin houdt.
En hoe je ervoor zorgt dat ik met Harry mee leef.
En oja. Ik vind Lou echt heel schattig in het begin.
Naaaaaaaaaw.<3
VERDER VERDER VERDER VERDER. Hup . (: