Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Schaakspel » Nasleep
Schaakspel
Nasleep
Hij voelde een hand tegen zijn arm aanstoten, iemand die de muur als navigatiemiddel had gebruikt. Ik ga dood, dacht hij opnieuw.
Toen gleed de hand omlaag, een andere hand legde zich op zijn linkerheup, waarna de twee handen hem samen van de muur af trokken en de armen omklemden hem. Louis’ gezicht nestelde zich in zijn nek en zo stonden ze, heel eventjes, veilig, tot Harry’s tranen enigszins opgedroogd waren. Zodra hij weer een beetje tot rust was gekomen, begaven de twee jongens zich naar boven. Voor ze nog iemand tegenkwamen. Geen risico’s meer nemen.
De weg de trap op was niet zonder moeilijkheden. Harry was nog steeds van slag en Louis deed zijn uiterste best zijn knieën ervan te weerhouden te trillen, maar het lukte hem maar half. Desondanks kwamen ze zonder ongelukken de trap op, de aardedonkere gang door. Meer dan toen ze Kathryns slaapkamer uitkwamen, waren hun oren scherpgesteld. Voor het geval ze nog iemand tegen zouden komen. Harry hoopte van harte dat het niet zou gebeuren, want twee moorden op één avond vond hij wel genoeg. Te veel. Veel te veel, maar het kon niet anders. Althans, dat vertelde hij zichzelf.
Toen ze ongeveer aankwamen bij de locatie van de badkamerdeur, verplaatsten de jongens zich tot pal tegen de muur aan. Op de tast gingen ze op zoek naar de deurkruk, die Louis uiteindelijk vond. Harry hoorde de deur opengaan en een fractie van een seconde voelde hij weer paniek in zich opwellen: wat als het niet Louis was, maar één van de meiden? Louis’ stem haalde hem vrijwel onmiddellijk uit de vertwijfeling. ‘Kom,’ fluisterde hij namelijk, nauwelijks meer dan een ademhaling, maar Harry hoorde het en stapte dankbaar de deur door - nadat hij die op de tast had gevonden.
Zodra ze de deur achter zich hadden gesloten, gingen ze op zoek naar het lichtknopje. Het was wederom Louis die het vond en Harry schrok van het plotselinge licht. Het waren tl-buizen die de badkamer van de duisternis redden. Fel wit licht dat zijn ogen doordrong. Het was ondraaglijk na de complete duisternis die hij intussen gewend was, dus kneep hij krampachtig zijn ogen dicht. Toen hij ze na enkele minuten weer opende ging het iets beter, hoewel hij nog steeds het idee had verblind te worden. Maakte niet uit, hij moest prioriteiten stellen. Het bloed moest van hem af.
Een shirt droeg hij niet, dat hadden ze, evenals de schoenen, achtergelaten in de slaapkamer. Voor zijn broek gold hetzelfde, wat betekende dat hij slechts een onderbroek droeg en zich over zijn kleding dus geen zorgen hoefde te maken. Geen vlekken, niemand die daaraan zou zien dat zij het geweest waren. Zijn lichaam was echter wel gedecoreerd door warme, rode verf. Zijn handen en zijn onderarmen vooral, maar zijn gezicht was ook rijkelijk versierd. Het waren vooral vingerafdrukken die strepen over zijn gezicht trokken. Hij had duidelijk niet nagedacht toen hij in paniek was en zijn gezicht in zijn handen verborg. Nou ja, zei hij tegen zichzelf, als je in paniek bent, wordt er ook niet van je verwacht dat je logisch nadenkt.
Nieuwsgierig wierp Harry een blik op Louis en zag dat die minder toegetakeld was. Hij had immers het mes niet vastgehad. Toch was ook hij bebloed - mede wegens de omhelzing in de gang. Harry zuchtte en realiseerde zich toen dat Louis over zijn gehele lichaam trilde. ‘Gaat het?’ vroeg hij, waarop de jongen lichtjes knikte. Een gesproken antwoord kwam er niet. Harry nam de situatie eens goed in zich op, besloot toen dat er geen gevaar was en dat Louis geen reden had om hem uit zijn weg te willen hebben. Ietwat onzeker liep hij op zijn vriend af en sloot hem in zijn armen, voelde hoe hij stevig omklemd werd door de gespierde armen. Heel even sloot hij zijn ogen en hij liet zijn hoofd op Louis’ schouder rusten. ‘Wat is er?’ vroeg hij, maar de jongen schudde slechts zijn hoofd en zei niets. Nog steeds niet. Misschien straks, dacht Harry. Of later. Of niet. Het zou wel goed komen. Dat kon niet anders, dat moest. Ze hadden niet voor niets twee meisjes - nee. Stoppen met denken, vermaande hij zichzelf. Vergeten. Vergeten wat er gebeurd was, dat was het beste.
‘We hebben ze vermoord, Harry,’ fluisterde Louis na onbepaalde tijd. Harry knikte, voor zover dat mogelijk was met zijn hoofd nog steeds op Louis’ schouder. ‘Ja,’ fluisterde hij terug. ‘Voor ons, Lou. Voor hen. Voor onze vrienden en familie en voor ons. Het was zij of wij.’ Dat was Louis’ beurt om te knikken. ‘Jawel,’ beaamde hij, nauwelijks hoorbaar en ietwat schor. ‘Jawel, maar het besef is gewoon onwerkelijk.’
‘Ja,’ vond ook Harry, waarna hij Louis losliet en zich richting de douche begaf. Hij zette de straal aan en wenkte de andere jongen, die het resterende kledingstuk uittrok en zich gewillig liet ontdoen van al het bloed. Het was het wegspoelen van het bewijs en daarmee ook het wegspoelen van de herinneringen. Tevens was het niet bepaald warm om een halve avond lang in slechts een onderbroekje doodstil op de grond te liggen. Hun spieren waren er niet blij mee en het warme water deed hen goed.
Pas toen ze schoon waren en onder de douche vandaan kwamen, zag Harry dat Louis krassen op zijn arm had, en flink diep ook. ‘Stribbelde ze tegen?’ vroeg hij, totaal overbodig.
‘Nee,’ antwoordde Louis. ‘Ze smeekte me om haar te vermoorden. Natuurlijk stribbelde ze tegen.’
‘Weet je wie het was?’ vroeg Harry, waarop Louis zijn hoofd schudde. Hij opende zijn mond om iets te zeggen maar sloot deze weer zodra ze voetstappen hoorden. Zachtjes, blote voeten, maar het was toch hoorbaar in het doodstille huis. Er waren handdoeken beschikbaar, als een soort van roomservice, en Harry sloeg razendsnel een exemplaar om zijn middel . De deur ging open, op een kier, terwijl Harry Louis ook een handdoek aanreikte. ‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg de stem van Jade, waarop Louis ‘ja’ antwoordde zodra hij zichzelf enigszins bedekt had.
Het meisje duwde de deur iets verder open, glipte naar binnen en sloot haar weer. ‘Is het gelukt?’ vroeg ze ernstig.
‘Ja,’ antwoordde Louis, maar hij klonk niet erg overtuigd van zijn gelijk.
‘Is er iets?’
‘We hebben net twee meiden van het leven beroofd, dat is alles.’
‘Twee?’ vroeg Jade geschrokken.
Harry knikte. ‘Het ging niet helemaal goed. We waren op de weg terug en toen kwamen we iemand tegen. We weten niet wie het was, maar Louis raakte met haar in gevecht en - nou ja, dat was dus een extra slachtoffer.’
‘Wat hebben jullie met haar gedaan?’
‘Keel dichtgedrukt,’ sprak Louis.
‘En daarna?’
‘Bij Kathryn in de kamer ondergebracht.’
‘Shit.’
‘Wat?’
‘Straks komen ze achter ons aan.’
Harry schoot in de lach. Hard, honend, koel. ‘Je bent toch niet zo naïef dat je geloofde dat ze ons met rust zouden laten?’
Jade schudde haar hoofd, haalde haar schouders op, staarde naar de grond. ‘Het heeft niet zoveel met naïviteit te maken, Harry,’ zei ze toen. ‘Ik heb dagen geleden de hoop opgegeven om hier ooit nog levend uit te komen, maar voor jullie was er nog een kans, als we het goed speelden, als we… als we wonnen.’
‘Misschien moet je ons dan uitleggen hoe het spel precies in elkaar zit.’
‘Ik weet het niet!’ riep Jade uit, zonder het voor elkaar te krijgen haar stem vast te laten klinken. ‘Ik weet het niet,’ vervolgde ze een heel stuk zachter. Harry zuchtte. Eigenlijk had hij ook niet verwacht dat ze iets los zou laten. ‘Waarom ben je eigenlijk uit bed?’ schoot hem vervolgens te binnen, waarop zowel Jade als Louis zachtjes grinnikten.
‘Wat?’
‘Je bent m’n moeder niet.’
Harry wierp een blik op zichzelf en beaamde: ‘Nee, daar ziet het niet naar uit. Maar ik ben wel nieuwsgierig.’
‘Jullie bleven extreem lang weg. Ik besloot maar eens te gaan kijken of het nog wel goed ging.’
‘En hoe had je je dat voorgesteld? Bij Kathryn binnenlopen? “Goh, heb jij toevallig twee jongens gezien die je wilden vermoorden?”ť’
‘Nee,’ verdedigde Jade zichzelf. ‘Je vergeet dat ik eigenlijk ook één van hen ben.’
‘Was.’
‘Dat weten zij niet.’
‘Nee, dat valt heus niet op.’
‘Ik kan toch doen alsof ik een soort dubbelspion ben.’
‘Doe maar niet,’ raadde Harry haar aan, terwijl hij zijn armen om zichzelf heensloeg. Hij begon het flink koud te krijgen en na de adrenalinekick die hij gehad had, voelde hij zich ook behoorlijk moe worden. ‘Laten we teruggaan,’ opperde hij derhalve. Zijn gezelschap stemde in, waarop ze met zijn drieën naar de deur toeliepen en het licht doofden, de deur openden, zich over de gang een weg naar de slaapkamer baanden. Zachtjes ontsloten ze de deur en slopen ze naar binnen. Harry hoopte dat iedereen sliep, zodat hij zelf ook gewoon kon gaan slapen. Tot zijn grote spijt bleef het niet lang stil. ‘Harry?’ hoorde hij door de stilte verbroken worden. Hij glimlachte bij het horen van de stem en antwoordde: ‘Reken maar.’ Zonder er verder bij na te denken begaf hij zich richting de stem en omhelsde hij Zayn. ‘Is het gelukt?’ fluisterde die, maar wegens de complete stilte die in het vertrek heerste kon iedereen het gewoon horen.
‘Ja,’ antwoordde Harry iets harder. ‘Twee zelfs.’
‘Twee?’ klonk Floors stem ontzet vanaf de andere kant van het vertrek.
‘Ja, we kwamen er op de terugweg eentje tegen. Het was niet de bedoeling, maar we raakten in paniek en het kwam tot een fysieke strijd tussen haar en Louis. We weten niet wie het was.’
‘Twee…’ herhaalde Floor afwezig. Harry vroeg zich vaag af waarom dat zo’n probleem was, maar hij was te moe om er echt over na te denken. Onder geluid van nog wat voetstappen kwam Louis naast hem zitten. Ze waren met zijn negenen in een kamer met vier bedden, wat betekende dat ze nauwelijks de ruimte hadden om te liggen. Harry ging er vanuit dat Jade bij Floor gekropen was en zelf zat hij met Zayn en Louis op één van de onderste bedden, zodat de val niet al te hoog zou zijn - mochten ze vallen. Zo goed en kwaad als het ging probeerden ze een zo comfortabel mogelijke positie te vinden om in te slapen.
‘Ik houd de wacht wel vannacht,’ bood Floor aan, alsof ze Harry’s gedachten kon lezen. Hij besloot haar te vertrouwen en nam zich voor nog even wakker te blijven in de hoop iets op te vangen van een eventueel gesprek tussen haar en Jade. Toch was zelfs de onaangename positie waarin hij lag niet genoeg om hem lang wakker te houden en binnen enkele tellen was hij in een diepe slaap gezakt.
Reacties:
YAYHIJLEEFTNOG.
‘Nee,’ antwoordde Louis. ‘Ze smeekte me om haar te vermoorden. Natuurlijk stribbelde ze tegen.’
Dat is gewoon geniaal. Hahaha.
En. Ja. Eindelijk tijd gehad om het te lezen.^^
Dit hoofdstuk is echt weer geweldig. Maar ik wil weten wie er dood is.
STOER! echt uber gaaf. prachtig beschreven niet te veel en niet te weinig details p.r.a.c.h.t.i.g.
Go On
Zo gaat Louis dood, twee alinea's huppelen ze gezellig naar hun kamer. Ach ja, het is nog geen Sherlock anti-climax.
‘Nee,’ antwoordde Louis. ‘Ze smeekte me om haar te vermoorden. Natuurlijk stribbelde ze tegen.’
Sass! Woohoo.
‘Ik heb dagen geleden de hoop opgegeven om hier ooit nog levend uit te komen, maar voor jullie was er nog een kans, als we het goed speelden, als we… als we wonnen.’
‘Misschien moet je ons dan uitleggen hoe het spel precies in elkaar zit.’
‘Ik weet het niet!’
Nee, ze mag niks zeggen. Ze weet namelijk wel dat de jongens er levend uit waren gekomen als ze hadden gewonnen (iedereen hadden vermoord? aangezien ze zegt dat ze verwacht had er nooit meer levend uit te komen).
Argh, ik wil weten hoe het zit. Post maar gewoon door, jij.
oke dus jade weet niet hoe het spel in elkaar zit.
ik denk dat ze het wel weet maar dat ze het niet mag zggen.
ja, dat denk ik.
ik denk ook dat er geen twee meisjes op.dezelfde nacht mogen sterfen.