Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Until Death Do Us Apart » 12: Desperate

Until Death Do Us Apart

17 dec 2012 - 21:28

2016

8

651



12: Desperate

Met een schok kwam ik weer bij bewustzijn. Het voelde alsof mijn geest ineens terugkeerde naar de echte wereld, waarin pijn en verdriet geen verbeeldingen waren.
Moeizaam opende ik mijn zware oogleden en tuurde ik de duisternis in. Niets was te zien, helemaal niets. Ik bewoog mijn arm omhoog, maar iets sneed als messen in mijn vlees. Angst bekroop me en ik keek opnieuw de duisternis in. Nog steeds zag ik helemaal niets. Ik wilde opstaan, maar als ik ook maar één keer kracht in mijn benen zette, sneed iets als messen door mijn hele lichaam. Was ik vastgebonden? Wat was er gebeurd? Met een schok schoot er een herinnering door mijn hoofd. Zayn, de man, de pijn en het busje. Was ik ontvoerd? Was ik al te laat? Leefde ik nog? Ja, ja dat wel. Ik zoog mijn longen vol met zuurstof en dacht nog eens diep na. Een vaag beeld van een tunnel en een gedaante flitsten aan me voorbij. Was dat een droom? Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en kon heel vaag de contouren herkennen van langwerpige dingen, die her en der verspreid stonden. Ik ademde diep door mijn neus in, wat gepaard ging met de geur van natte bladeren. Ik knipperde verwoed met mijn ogen en langzaam werd mijn zicht beter. Overal waar ik kon kijken stonden bomen, omringt met duizenden bladeren. Ook voelde ik iets langs mijn gezicht strijken, een koude bries. Droomde ik? God, laat dat zo zijn.
‘’Hallo!’’ Mijn woorden bleven tussen de bomen hangen. Ik probeerde opnieuw mijn arm omhoog te bewegen, waarbij weer iets in mijn vlees sneed. Ik keek naar beneden en mijn ogen werden groot bij het zien van dikke touwen. Ik was vastgebonden!
Hadden de mannen me nu al ontvoerd? Was dit een grap? Als dit een grap was, was het een erg zieke. Algauw besefte ik me dat het geen grap was. Dat kon niet. Ik voelde me zwak en ik had het steenkoud. Mijn ogen dreigden dicht te vallen en even wenste ik dat ik dood was.

‘’Wakker worden, schoonheid.’’ Een diepe stem bracht me terug naar de werkelijkheid, gevolgd door stomp in mijn maag. Kokhalzend opende ik mijn ogen en wilde ik met mijn handen over de geraakte plek wrijven, waarbij opnieuw de touwen in mijn vlees sneden. Ik hief mijn hoofd en keek recht in twee donkerblauwe ogen, afkomstig van een dikke, kale man. Met een schok besefte ik dat dit dezelfde man was die me gisteren had aangevallen. Was dat gister? Hoe lang zat ik hier al?
‘’Wie.. wat..’’ Opnieuw liet een stomp in mijn maag me kokhalzen en tranen druppelden over mijn wangen. ‘’Kop dicht. Je gaat met mij mee en doet alles wat ik zeg. Geen vragen.’’ Ik hield mijn mond en bedacht me hoe ik hier weg moest komen. Als hij de touwen los zou maken, zou ik hem kunnen trappen en weg kunnen rennen. Als verdoofd keek ik om me heen, maar ik zag enkel bomen. Ik had geen idee waar ik was, waarom ik hier was en hoe ik hier was terecht gekomen. Ik wist wel dat ik in groot, groot gevaar was. Een scherpe steek sneed door me heen. Zayn! Shit! Waar waren de jongens? Zouden ze weten dat ik weg was? Nee. Dat denk ik niet. Het was nog donker.
Ik besloot voorlopig mee te werken. Als ik zou vluchten, zou dat niet hier zijn. Waarschijnlijk kende deze man dit gebied veel beter als ik en zo niet… Ik keek naar het gespierde lichaam van de man, die een mes tevoorschijn haalde. Met één beweging sneed hij de touwen los, waarna al mijn spieren los kwamen. Nog nooit was ik zo blij dat ik mijn armen kon bewegen. Aan mijn vreugde kwam algauw een einde. ‘’Meekomen.’’ Beval de man me, terwijl hij gebaarde dat ik achter hem aan moest lopen. Ik gehoorzaamde en volgde hem het bos door. De loop van een handpistool stak uit zijn broekzak, dit was geen tijd voor grappen. Als hij een pistool had, kon ik het wel schudden met ontsnappen. Voorlopig, tenminste. Ik had zin om keihard te schreeuwen en te huilen, maar ik beval mezelf kalm te blijven. Ik moest nadenken, goed nadenken. Terwijl we door het bos liepen, werd het langzaam lichter. Hoe lang zou het duren voordat de jongens doorhadden dat ik weg was? Mijn fiets lag nog op de straat. Als één van hun of mijn moeder hem zou vinden, zouden ze de politie bellen. Ik zuchtte even opgelucht, waarna er direct een knoop in mijn maag ontstond en ik gal proefde.

Als je de politie erbij haalt, is hij er geweest

Shit! Als iemand - ongeacht wie - mijn fiets eerder zou vinden dan Zayn, was het gedaan met me. Mijn hart hamerde tegen mijn borstkas, terwijl ik hoopte dat Zayn zichzelf niets zou verwijten. Hij zou me helpen, dat moest ik mezelf blijven voorhouden. Ik moest niet opgeven, wat er ook gebeurde. We liepen zwijgend door, ik volgde de man blindelings. Het bos werd steeds minder dicht en ik zag hoe een open plek opdoemde tussen de bomen, samen met een houten huisje van nog geen tien bij tien. Naast het huisje was een plek zichtbaar die van bladeren was ontdaan. Er lag een schep naast, iets wat me hoop gaf. Als ik dat ding te pakken kreeg en de man op zijn hoofd raakte, had ik tijd. Tijd om weg te rennen, te ontsnappen aan deze nachtmerrie. Mijn lichaam brandde op alle plekken, terwijl we naar het huisje toeliepen. De man draaide zich om en keek me vernietigend aan.
‘’Waag het niet om weg te rennen, of jij en je vriendje zijn er geweest.’’ Met wijd openstaande ogen keek ik toe hoe de man de deur van het huisje openmaakte en naar binnenging. De deur bleef openstaan en ik verroerde me niet. Je vriendje.. Wist hij van Zayn? Dat.. Dat was onmogelijk. Tenzij.. Met een schok besefte ik dat deze man waarschijnlijk heel wat meer over mij en de jongens wist dan dat we ooit hadden kunnen bedenken. Ik stond als aan de grond genageld terwijl ik het gebied nog eens in me opnam. Een houten huisje. Daarnaast een kale plek van ongeveer twee meter lang en één meter breed. En een schep. Een schep..
Ik hapte naar adem en liet mezelf op de grond zakken. De kale plek was zo groot als een kist. Een doodskist. De schep, groot genoeg om een gat van twee meter diep te graven. Opeens was alles glashelder. Deze man wilde mij niet vasthouden om Zayn opdrachten te laten doen. Deze man wilde me vermoordden en begraven. En niets anders. Schichtig keek ik om me heen, terwijl ik op mijn knieën tussen de bladeren zat. Overal om de plek heen stonden bomen, ik zag absoluut nergens een uitweg. Als ik weg zou rennen, had de man me binnen enkele minuten te pakken. Ofwel met zijn pistool, ofwel met zijn kracht. Ik was veel te zwak.
Mijn hart begon harder en harder te slaan en angst nam bezit van mijn hele lichaam. Ik schreeuwde mezelf toe niet in paniek te raken. Gistermiddag waren we nog aan het zingen en nu zat ik hier, compleet radeloos middenin een bos, klaar om vermoord te worden. Ik hief mijn hoofd bij het horen van voetstappen en keek hoe de man weer naar buiten kwam. Hij had niets in zijn handen, het was enkel zijn pistool die uit zijn broek stak.
‘’Goed. Sta op.’’ Ik deed wat hij zei en krabbelde overeind. Ik snoof luid en veegde snel een paar tranen uit mijn gezicht.
‘’Goed zo. Pak nu de schep en waag het niet om grapjes uit te halen.’’
Om zijn woorden aan te sterken, pakte hij zijn pistool en laadde hij deze. Doodsbang liep ik trillend naar de schep, die ik met moeite overeind kreeg. Ik durfde geen oplossingen meer te verzinnen, onder druk van de loop die nu op me gericht stond. Ik wilde niet opgeven, maar voelde hoe mijn kracht minderde. Deze man wist waar hij mee bezig was, had het waarschijnlijk vaker gedaan. Hij kwam naar me toe, de loop nog steeds op mijn lijf gericht, en wees naar de open plek. ‘’Graaf.’’ Ik keek hem even aan, maar bij het zien van zijn blik draaide ik me om en stak ik de schep met een onverwachte kracht in het zand, waarna ik begon te graven. Mijn armen trilden van inspanning en op mijn handen ontstonden blaren, maar ik groef door. De ene berg zand naar de andere slingerde ik uit het gat, dat dieper en dieper werd. Zweet druppelde van mijn voorhoofd en mijn adem begon te piepen, maar onder dwang van het pistool ging ik door. Ik groef en groef, tot dat ik met mijn schep op iets hards ketste, zo’n twee meter onder de grond.
‘’Stop maar.’’ De stem van de man klonk hard en gebiedend. Ik gooide de schep omhoog en klom daarna zelf erachter aan. Al mijn spieren brandden en alles deed ongelooflijk pijn. Ik ademde diep in en uit en trilde op mijn benen. Ik bleef naar de grond staren en weigerde de man aan te kijken. Wat hij ook wou doen, wie hij hier ook in wilde gooien, ik mocht niets laten merken. Geen emotie, geen gedachten, niets.
Dan was de lol er misschien gauw vanaf.
‘’Volg me.’’ De man draaide zich om en liet zijn pistool zakken, waarna hij langzaam naar de ingang van het huisje liep. Ik volgde gehoorzaam, te bang om tegen te werken. Ik bedacht me dat Zayn dat waarschijnlijk wel had gedaan en beet op mijn lip bij de gedachte aan hem en de anderen. Tranen welden op, maar ik negeerde ze. Ik moest mezelf sterk houden, hoewel ik wist dat ik met de minuut zwakker werd. Nog steeds nahijgend van het zware graafwerk, stapte ik achter de man aan naar binnen. Het rook er muf en het was er vreselijk onaangenaam. De muren waren kaal en bruin, recht tegenover me stonden twee zwartleren banken, één tegen de muur aan en één een kwartslag gedraaid ernaast. Tegenover de gedraaide bank stond een simpele televisie.
Mijn blik viel op een tafel rechts tegen de muur, met twee stoelen. Twee stoelen.. Dan moest er hier dus nog iemand in de buurt zijn. Ik voelde hoe ik in paniek begon te raken en schreeuwde mezelf opnieuw toe dat ik rustig moest blijven, hoewel dat steeds moeilijker werd. De man liep naar de koelkast toe, opende deze en haalde er een bier blik uit. Hij opende het, kwam naar mij toen en reikte me het blik aan. ‘’Neem.’’ Zei hij gebiedend, maar ik schudde mijn hoofd, op mijn hoede voor wat er in kon zitten. Algauw had ik spijt dat ik weigerde, de man trapte me tegen mijn schenen waardoor ik een schelle schreeuw van de pijn uitkraamde. ‘’Neem!’’ Schreeuwde hij. Ik stak trillend mijn hand uit, het blikje werd erin gedrukt. Daarna liep de man zuchtend naar de bank en ging zitten. Ik bleef trillend staan, mijn ogen naar de houten vloer gericht.
‘’Zitten jij.’’ Bromde hij. Ik peinsde er niet over, maar kwam toch in beweging. Ik was al zwak en ik wilde me niet nog meer verwondingen op de hals halen. Ik moest sterk blijven, hoe dan ook. Langzaam liep ik naar de gedraaide bank, recht tegenover de televisie en ik liet ik me er langzaam op zakken. Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar de man, die terugkeek.
Ik wilde vragen wat hem bezielde, ik wilde vragen wat ik hier deed, ik wilde alles weten. In plaats daarvan bleef ik zwijgend zitten en staarde ik voor me uit. In mijn ooghoek zag ik de man bewegen. Hij pakte zijn telefoon en met een snelle beweging schoot ik naar mijn broekzak. Mijn telefoon! Hij was er nog! Maar algauw zonk de moed me in de schoenen. Met die man erbij kreeg ik nooit de kans om iemand te bellen. Hoofdschuddend staarde ik weer voor me uit, het was zinloos. Ik zou hier blijven en uiteindelijk sterven. Niemand kon me hier ooit nog vinden.


Reacties:

1 2

Aimeery
Aimeery zei op 18 dec 2012 - 16:57:
prachtig... echt vet zielig.
go on


1Diloveniall
1Diloveniall zei op 17 dec 2012 - 23:07:
Je hebt geluk dat je tegen me hebt gezegd dat dit verhaal nog lang duurt, anders had ik jou nu niet meer aardig gevonden. Want dan zou dit jou titel hebben betekend!

Dankje voor de informatie van te voren

Snel verder? X


candyXbar
candyXbar zei op 17 dec 2012 - 21:42:
*+@+&(@(& HARRY! Omg schrijf heel snel verder! Geef je me dan een melding?:3